De afgelopen jaren zijn er tijdens Oud en Nieuw door een kleine groep, wat wij in Rotterdam noemen 'teringlijers', buurten geterroriseerd met vuurwerk. Oproerkraaiers die vuurwerk gebruiken als een soort oorlogswapens of als middel om de hiërarchie binnen de groep te bepalen. Dit zorgde ervoor dat er werd gesproken over een algemeen verbod voor privaat vuurwerkbezit. Er was zelfs sprake van een wetsvoorstel dat nog dit jaar ingediend zou worden door het Kabinet. In een persconferentie presenteerde de vice-premier,
Hugo de Jonge, juist een andere visie. Er zal
geen verbod komen. Sterker nog, geen enkele strike grens met betrekking tot vuurwerkbezit.
‘Als de grote meerderheid van de bevolking op een leuke manier een feestelijke traditiein stand wil houden, laten we dat niet door een kleine groep raddraaiers afpakken.’ Dat is in een christen-democratische partij net zo’n instinctieve gevolgtrekking als ‘werk moet lonen’ bij de liberalen.
Alle andere aanbevelingen van de OVV – zoals het aanpakken van illegaal vuurwerk, het controleren van postpakketjes met illegale vuurpijlen en het verplicht bijleveren van veiligheidsbrillen – neemt het kabinet over; alleen het verbod op vuurwerk komt er niet. Wat doet het kabinet als er in de Nieuwjaarsnacht 2019 toch weer doden en gewonden vallen? ‘Laten we eerst nu eens deze maatregelen afwachten,’ zegt De Jonge.
Het Kabinet lijkt vooral in te zetten op preventie en bestrijding van overlast en oproerkraaiers en wordt het vuurwerkbezit door gewone gezinnen en law-abiding-citizens gewoon getolereerd. Zo zien we het graag.