[H]et idee (...) dat de waarden die wij tegenwoordig zien als fundamenteel voor onze maatschappij voor het eerst ondergronds (door radicale denkers) werden gepropageerd. De autoriteiten in de 17de en 18de eeuw maakten het erg moeilijk om radicale ideeën te kunnen uiten. (...) Ik denk dat, wat betreft de opkomst van de radicale Verlichting, een aantal betrouwbare bronnen uitsluitsel geven over het bestaan van kleine radicale groepen in de 17de eeuw. Deze gezelschappen discussieerden in taveernes in bijvoorbeeld Amsterdam over de vraag wat er gedaan kon worden aan de bestaande starre structuren en autoriteiten in de samenleving. Tegen het eind van de 17de eeuw waren deze bijeenkomsten een sociaal fenomeen.
Het verboden radicale Verlichtingsdenken ging ervan uit dat alle aardbevingen, en alle andere natuurrampen, alleen een natuurlijke oorzaak hadden. Goddelijke voorzienigheid had er niets mee te maken. Degene die de contra-Verlichting aanhingen, (geestelijken en de meerderheid van het gewone vaak analfabete volk) verwierpen het idee dat aardbevingen ook een natuurlijke oorzaak zouden kunnen hebben. God is de grondslag van alle natuurrampen, stelden ze. (...) De gematigden stelden dat aardbevingen in sommige gevallen een goddelijke oorzaak en in andere gevallen een natuurlijke oorzaak hadden.
[D]e gematigde Verlichting [probeerde] een balans te vinden tussen rede enerzijds en religie en traditie anderzijds. Ze verwierpen de gedachte van de radicale Verlichtingsdenkers die de rede als het enige criterium voor de waarheid zagen. De gematigde Verlichting was veel makkelijker te verenigen met religie en autoriteit. (...) Toen de Franse revolutie uitbrak, boette het gematigde Verlichtingsdenken echter aan invloed in. Het faalde in de zoektocht naar hervormingen en verbeteringen omdat de religieuze autoriteit in de samenleving te sterk bleek. Met de ineenstorting van de gematigde Verlichting viel het maatschappelijk middenveld weg. Hierdoor ontstond er een scherpe tegenstelling: of je koos de kant van de revolutionairen, of (zoals de meeste aristocraten, geestelijken en common people) je schaarde je achter de ideeën van de contra-Verlichting.