Er zijn mensen die wel degelijk willen werken... en die dat ook daadwerkelijk doen, maar die zich tóch niet of nauwelijks kunnen redden.
Voor De Correspondent heeft Dick Wittenberg een reportage geschreven over één van dat soort mensen, de 36-jarige David. David is bezorger bij PostNL. Drie keer per week brengt hij de post rond. Maar hij krijgt daar maar nauwelijks voor betaald. Het gevolg: hij heeft het heel lastig en kan alleen maar rondkomen omdat zijn ouders hem financieel steunen. Maar aan die steun komt binnenkort een einde. Wat dan?
Het verhaal over David --
lees het hele stuk even -- maakt duidelijk dat dit geen man is die graag op kosten van een ander wil leven; niet van zijn ouders, maar al helemaal niet van de samenleving. Zo heeft hij er zo lang mogelijk voor gezorgd dat hij geen bijstandsuitkering kreeg, nee, ook niet terwijl hij daar al heel lang wel aanspraak op kán maken.
En nee. David heeft het niet altijd zo lastig gehad. Een jaar of tien terug ging het prima met hem. Hij had een vaste baan bij een computerwinkel, was getrouwd, had een woonhuis. Maar ja, de
economie is veranderd. Daardoor werd zijn leven op de kop gezet, wat zijn problemen -- hij heeft angststoornissen -- groter maakten en hem uiteindelijk zelfs zijn huwelijk kostten.
Opmerkelijk genoeg blijft David positief. De reportage over hem is geschreven door iemand die zich duidelijk om hem bekommert -- en om mensen als hij -- maar hijzelf klaagt maar heel weinig. Nu zijn halfjaarcontract bij PostNL bijna afloopt en zijn ouders hun steun aan hem beëindigen is hij op zoek naar een nieuwe baan... want thuis met een uitkering zitten vindt hij beledigend.
Wij van rechts hebben het vaak over de professionele bankzitters die bewust niets doen omdat ze prima rond kunnen komen van hun uitkering -- als ze hun pakje shag maar kunnen kopen -- maar als we écht een bijdrage willen leveren aan de economische en sociale ontwikkeling van ons land zullen we er ook moeten zijn voor mensen als David: de werkende armen die wel iets van hun leven willen maken, die er elke dag weer positief instappen, maar die feitelijk niet of nauwelijks kunnen rondkomen.