Het geld klotst tegen de plinten in Brussel, zo lijkt het. Het Europees Parlement gaat zo'n 600.000 van onze eurootjes steken in de bouw van een 'bescheiden' vergaderplek in Frankrijk.
In het dorpje Bazoches-sur-Guyonne, zo'n 30 kilometer ten zuidwesten van Parijs, staat het oude huis van Jean Monnet, een van de 'grondleggers' van de Europese Unie. Hiermee is zijn huis een soort bedevaartsoort voor eurofielen geworden: momenteel is het een museum, waar bezoekers vrijwillig geïndoctrineerd kunnen worden over de geweldige ontstaansgeschiedenis van de Unie. Dat Monnet zich zou omdraaien in zijn graf bij het aanzien van de huidige Europese Unie, vergeten we voor het gemak maar eventjes.
Het gebouw is al sinds 1982 eigendom van het Europees Parlement, dat het belangrijk vond om deze 'plek van Europese geschiedenis' te beheren. 35 jaar later lijken de heren en dames van het parlement echter niet meer tevreden te zijn met de bescheiden functie die het gebouw heeft: ze willen er ook persoonlijk van kunnen genieten. Vandaar het plan om het geheel om te toveren tot een 'congrescentrum', waar Europarlementariërs bijeenkomsten kunnen organiseren. Klein probleempje alleen: het huis heeft bij lange na niet genoeg kamers om de 751 'volksvertegenwoordigers' te huisvesten, laat staan alle andere bezoekers. Dan maar verblijven in één van de duizenden hotels die de omgeving van Parijs rijk is, vonden ze waarschijnlijk wat karig.
Dus gaan ze vrolijk een nieuw verblijf bouwen naast het bestaande huis. Totale kosten: zo'n 600.000 euro. En daarmee mogen we ons als belastingbetalers gelukkig prijzen: het nieuwe parlementsgebouw waar ze daar in Brussel op azen moet zo'n 100 keer meer gaan kosten. Daarbij vergeleken is dit nog een schijntje...
Maar goed, dit nieuwe vakantiehuisje is dan ook hard nodig. Want laten we wel wezen: naast het zeer karige parlement in Brussel hebben de Europarlementariërs natuurlijk nog helemaal geen tweede onderkomen, laat staan in Frankrijk! Oh wacht...