Je gelooft het niet: de cijfers zoals die op Prinsjesdag bekend werden gemaakt door het kabinet kloppen niet. De reden? De impact van de hogere zorgpremies is behoorlijk groot. Gek genoeg had minister Schippers daar geen rekening mee gehouden. En dus moet het kabinet rekening houden met een behoorlijke tegenvaller volgend jaar.
Hoe groot die tegenvaller wordt, vraag je? Ha-ha! Dat wil het kabinet natuurlijk
nog niet zeggen. De verkiezingen komen er immers aan. Daarom moeten we nog even 'tot het voorjaar wachten.' Lees: waarschijnlijk dus tot 16 maart.
De reden dat de hogere zorgpremies een impact hebben op de uitgaven van de staat is dat hogere premies ook hogere subsidies betekenen. De zorgtoeslag van mensen die het niet ruim hebben gaat dus omhoog. Dat wordt betaald met belastinggeld, oftewel: uit de staatskas.
Bij de berekeningen voor Prinsjesdag hield het kabinet rekening mee een gemiddelde zorgpremiestijging van 3,5 procent. Volgens Schippers zou het daar écht niet overheen gaan. Nee hoor! Niets aan het handje!
Nou, dat blijkt toch een beetje anders te lopen. Alle zorgverzekeraars hebben hun nieuwe premies bekendgemaakt, waardoor het ministerie de gemiddelde
zorgpremie heeft kunnen berekenen. Het eindresultaat? Het gaat om een gemiddelde stijging van... 7,5%. Dat is dus meer dan twee keer zoveel als Schippers ons enkele maanden geleden nog vertelde.
Al met al zal de gemiddelde verzekerde met de gemiddelde verzekering in 2017 maar liefst 1290 euro betalen, oftewel zo'n 107 euro per maand. In 2016 was (is) dat nog geen 100 euro.
Deze stijging zal niet alleen een negatieve impact hebben op de uitgaven van de staat, maar ook op het koopkrachtenplaatje van de gemiddelde Nederlander. Omdat we meer moeten uitgeven aan onze verzekering hebben we immers minder om uit te geven aan andere zaken, wat weer slecht voor de
economie is.
Kortom, we kunnen alle mooie beloftes van het kabinet -- en zeker van Schippers -- voorlopig maar beter in de ijskast zetten.