De dreiging van Al Qaeda neemt af, maar die van door Iran-gesteunde terreurgroepen neemt toe. Dat stelt het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken in een vorige week uitgebracht verslag. De groep die verantwoordelijk was van de aanslagen op de Verenigde Staten van 11 september 2001 komt steeds verder in het nauw. De Amerikanen hebben Al Qaeda grotendeels uit Afghanistan verdreven terwijl kopstukken van de organisatie die zich in Pakistan schuilhouden dagelijks moeten vrezen door een onbemand vliegtuigje te worden gebombardeerd.
Niet alleen Osama bin Laden werd in 2011 gedood. Ook Atiya Abdul Rahman, de nummer twee van Al Qaeda, werd dat jaar om het leven gebracht. De huidige leider, Ayman al-Zawahiri, weet jonge jihadisten wereldwijd minder te inspireren. Dat heeft wel tot gevolg dat aan Al Qaeda gelieerde bewegingen in bijvoorbeeld Noord-Afrika en Jemen steeds zelfstandiger opereren.
As avenues previously open to them for receiving and sending funds have become more difficult to access, several affiliates have engaged in kidnapping for ransom. Through kidnapping for ransom operations and other criminal activities, the affiliates have also increased their financial independence.
Vrij vertaald:
Bronnen die voorheen werden aangesproken om geld in te zamelen en te ontvangen drogen op waardoor sommige aangesloten organisatie's mensen zijn gaan ontvoeren om losgeld te eisen. Dankzij dergelijke ontvoeringen en andere criminele activiteiten zijn aan Al Qaeda gebonden groeperingen financieel zelfstandiger geworden.
De meest succesvolle terreuracties werden dit jaar door moslimextremisten in Noord-Afrika uitgevoerd. Zo waren vorige maand een Franse uraniummijn in Niger en een legerbarak daar doelwit van zelfmoordaanslagen die zouden zijn beraamd door dezelfde groep die in januari honderden werknemers van een gascentrale in Algerije gijzelde. Beide incidenten lieten zien dat Al Qaeda kleinere doelwitten kiest. Aanslagen op de schaal van 11 september zijn nu onwaarschijnlijk.
Terwijl de wereldwijde dreiging van Al Qaeda afneemt, treedt Iran actiever op, vooral via de Libaneze terreurorganisatie Hezbollah -- die ook voor Irans bondgenoot Bashar Assad in Syrië vecht. In juli vorig jaar werden aanslagen in Bulgarije uitgevoerd waarbij onder meer vijf Israëliërs om het leven kwamen. De Amerikanen vermoeden ook dat Iran betrokken was bij het beramen van een moordaanslag op de Saoedische ambassadeur in het land in 2011. Manssor Arbabsiar, een Amerikaanse Iraniër, is tot 25 jaar gevangenisstraf veroordeeld vanwege zijn betrokkenheid bij die moordpoging.
Irans steun voor terroristische organisaties als Hezbollah moet in de context worden gezien van de spanningen tussen het islamitische land enerzijds en de Arabische Golfstaten, Israël en de Verenigde Staten anderzijds. De laatste vermoeden dat Iran werkt aan de capaciteit om een kernwapen te bouwen. Dat zou de machtsbalans in de regio verstoren. Vandaar dat Amerika en diens bondgenoten in het Midden-Oosten het Iraanse kernprogramma saboteren met cyberaanvallen en, vermoedelijk, moordaanslagen op Iraanse kerngeleerden. Iran slaat terug in de vorm van terreur.