De komende verkiezingen zullen, zoals wij allen weten, voor een groot deel in het teken van Europa staan. De grote crisis in Europa heeft de Nederlandse politiek opgesplitst in een pro- en een contra-kamp met uitgesproken standpunten over en weer. Geert Wilders zal zijn campagne exclusief op de EU richten. Hij stelt legitieme vragen als: Waarom beslissen wij hier niet zelf over het onder water laten lopen van een polder? Waarom bezuinigen wij op onze ouderen en verbranden we tegelijkertijd ons dure geld aan Grieken en andere doorbrengers? Waarom beslissen wij zelf niet meer over het sluiten van onze grenzen en de integratie van allochtonen?
De Europese Unie is van het kroeltje van een politieke elite veranderd in een bron van schaamte en onbehagen. Maar komt dat echt pas door die crisis? Of was er al veel eerder sprake van gevoelens van ongemak bij een politiek samenwerkingsverband waarin lidstaten steeds minder hun eigen beslissingen kunnen nemen? De Duitsers kennen voor dit ongemak het woord Überfremdung: het verlies van de eigen identiteit door een toenemende invloed van het buitenland (of: buitenlanders) op de gang van zaken in eigen land.
NRC-columnist Thierry Baudet (1983) is gisteren aan de universiteit van Leiden gepromoveerd op een proefschrift over de natiestaat: het onafhankelijke, voorheen soevereine land dat in een lang en bijna anoniem en onweerstaanbaar proces steeds meer macht aan supranationale organen kwijtraakt. Van de Engelstalige dissertatie is inmiddels in het Nederlands een journalistieke bewerking verschenen (De aanval op de natiestaat, uitgeverij Bert Bakker), waarin Baudet zich wat meer vrijheid kan permitteren dan in een wetenschappelijke proeve van bekwaamheid. Zo noemt hij multiculturalisme de bron van balkanisering. De gedachte aan één Europese natie grenst wat hem betreft aan het krankzinnige, en het proces van integratie noemt hij bijna lachwekkend absurd.
Het boek is bovenal een verdediging van de natiestaat. De natiestaat is aangevallen door tal van supranationale organen die bij meerderheid van stemmen beslissen en dus de autonomie van de lidstaten terzijde hebben geschoven. De tweede aanval bestond in de massale immigratie, die slechts met een multicultureel ideaal werd begroet. Loyaliteit en aanpassing aan de dominante cultuur werd aan de binnenkomende arbeidskrachten niet gevraagd. Het eigene was ook in ons land een voorwerp van minachting en spot geworden, integratie met behoud van eigen cultuur werd het parool, de ravages van de multiculturele samenleving en twee politieke moorden waren het gevolg, en het populisme is van al deze rotzooi de politieke erfgenaam.
Baudet betoogt dat onze democratische rechtsstaat de eigen natie veronderstelt. Een democratie en een rechtsstaat kunnen uiteindelijk alleen maar op een overkoepelende loyaliteit en het nemen van besluiten in eigen huis (gecontroleerd door eigen volksvertegenwoordigers) gebaseerd zijn. Zonder wij gaat het niet, schreef Paul Scheffer al, en Baudet neemt dat van hem over.
De studie van Baudet maakt duidelijk dat achter de huidige onvrede met Europa een veel dieper onbehagen van vervreemding en onmacht smeult een gevaarlijk goedje, zeker in tijden van crisis. Zijn pleidooi voor een revitalisering van de natiestaat, met begrippen als loyaliteit en identiteit, is dan ook alhoewel niet nieuw - meer dan ooit behartigenswaardig en urgent.