Onlangs werden zeven Somalische piraten veroordeeld door de rechtbank Rotterdam. De straffen varieerden tussen de viereneenhalf en zeven jaar. De rechtbank heeft meegewogen dat "het grove geweld van de kapers leidt tot veel leed bij gegijzelde bemanningsleden en dat piraterij een bedreiging vormt voor het vrije handelsverkeer".
De inachtneming van het grove geweld en de schade aan het handelsverkeer suggereert dat dit tot zwaardere straffen heeft geleid. Viereneenhalf tot zeven jaar zijn al geen zware straffen, maar daar gaat het in dit geval niet om. Zijn Nederlandse gevangenisstraffen überhaupt een straf voor Somalische piraten? Het antwoord hierop luidt ondubbelzinnig: neen.
Reeds twee maal wijdde ik een artikel aan het ware doel van sancties en straffen. Eenmaal had dit betrekking op
Iran, een ander maal op
criminelen met een dubbele nationaliteit. Grof genomen zijn de enige doelen van straffen en sancties het volgende: het verkrijgen van vergelding, het voorkomen van recidive en een afschrikwekkend voorbeeld stellen voor andere potentiële daders.
Als men deze wetenschap toepast op het in Nederland straffen van Somalische piraten, bekruipt men een uiterst cynisch gevoel. Verkrijgen de toegetakelde zeevaarders en het vrije handelsverkeer vergelding door deze piraten te laten 'boeten' in een Nederlandse cel? Nee, integendeel. Nederlandse celstraffen zijn het beste dat deze mannen ooit zal overkomen.
Ons gevangenissysteem voorziet hen op onze kosten van eten, drinken, onderdak, sportvoorzieningen, dagbesteding en medische zorg. Maar bovenal voorziet het hen in iets dat niet bestaat in hun thuisland: de aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid dat ze morgen nog in leven zijn.
Van vergelding is dus geen sprake. Hieruit volgt dat er op dit moment onder potentiële of reeds werkzame Somalische piraten geen enkele vrees bestaat jegens de consequentie van hun misdaden. Zij hebben dus geen enkele reden om hun uiterst rendabele praktijken te stoppen.
Er wordt door de internationale gemeenschap miljoenen besteed aan marineschepen in gevarenzones, mariniers aan boord van handelsschepen en niet te vergeten: het betalen van losgeld. Deze ijver is allemaal lovenswaardig, maar de vraag blijft: waarom begaan we deze ijver? Is dit om later te kunnen zeggen dat we het in ieder geval geprobeerd hebben? Of is deze ijver bedoeld om piraterij te bestrijden en te voorkomen?
De laatstgenoemde gedachte is uiteraard de reden van alle internationale inspanningen, maar de discrepantie tussen doel en middel is niet te overbruggen. Deze vorm van piraterij is niet te stoppen door de daders een aantal jaar tot een Westers kuuroord te veroordelen. Hoedanig hun nieuwe gastland hen bevalt blijkt overigens vaak uit het feit dat zij op hun moment van vrijlating asiel aanvragen.
Wat zou dan wel helpen? Sommige stemmen beweren dat de piraten gedreven worden door de erbarmelijke omstandigheden in hun land. Dit is ongetwijfeld een deel van de waarheid. Het is dan ook geen toeval dat de internationale gemeenschap al jaren hun best doet het leed in Somalië te verzachten. Wij weten echter allemaal waar dit toe leidt: meer cash voor onze vrienden van Al- Shabaab of andere despoten. De enige reden voor de Somalische misère is "a collective inability to unfuck themselves".
Het enige dat daadwerkelijk zou helpen gaat ons postmoderne referentiekader en humanistische bereidwilligheid eigenlijk te boven. Het enige dat effect zou sorteren is het spreken van een taal die Somalische piraten begrijpen. Somalië is een land waar geweld, geld en macht de enige sociale factoren van belang zijn. Respect voor mensenlevens is ver te zoeken. En dan spreekt men nog niet eens over de goed georganiseerde onderwereld, maar over de 'bovenwereld'.
Het volk uit de Somalische onderwereld heeft dus geen boodschap aan onze kuuroorden, zij kennen slechts een taal: die van dood en verderf. Wil men bewerkstelligen dat zij de internationale gemeenschap vrezen, dan is dit een taal die wij moeten spreken. Dit zou bereikt worden door piratenboten systematisch, zodra deze geïdentificeerd zijn, met opvarenden en al te
vernietigen. Mensenrechten? Nee, even niet.
De piraten zullen hun kust niet bereiken. Dit nieuws zal zich in de onderwereld verspreiden en piraten zullen wellicht minder bereid zijn hun kansen op zee te wagen. Hier staat tegenover dat er dan waarschijnlijk alsnog genoeg mannen zijn die hun leven willen wagen voor een goede som geld. Maar, met deze aanpak zou de internationale gemeenschap in ieder geval proberen hun belofte waar te maken namelijk: het tegengaan en voorkomen van piraterij. De huidige aanpak draagt hier helaas niet aan bij.
Het humanistische geweten begint echter al te knagen. Zijn wij bereid om onze principes over boord te zetten en doelbewust met scherp te schieten, ook al brengt dit geen totale stop van piraterij teweeg? Iets effectiefs doen is immers meer waard dan niets effectiefs doen. Dit blijft een interessant discussiepunt.
Het feit blijft echter, dat zolang wij geen taal spreken die Somalische piraten begrijpen, zij niet kunnen verliezen. Zij kunnen alleen maar winnen. Of zij keren terug naar het vasteland met een paar miljoen dollar, of zij verblijven op onze kosten in een Westers kuuroord. Met ons als vijand, hebben piraten geen vrienden nodig.
Onderstaand nog een oud filmpje van mariniers die piraten oppakken. Kijktip!