In Nederland wil minister Grapperhaus het mogelijk maken dat DNA kan worden verzameld van personen die niet-verdacht zijn van strafbare feiten. Dat is op dit moment niet mogelijk, maar de minister van Justitie en Veiligheid wil dit regelen met een nieuwe wet. Voorwaarde is wel dat er een bepaalde "noodzaak moet zijn", via NOS Teletekst. Dit betekent concreet dat iedereen in een bepaalde afstand van plaats delict in potentie kan worden opgeroepen tot het afstaan van zijn erfelijke materiaal. Immers is er bij een delict een noodzaak om het op te lossen en als het delict "zeer ernstig" is dan kan het ministerie er gebruik van maken.
Maar goed, de nieuwe plannen van Grapperhaus dus. Het ziet er weer autoritair uit zoals we gewend zijn in het "vrije" Nederland. Kiezers wordt niet gevraagd, maar het aantal wetten blijf maar toenemen. Ondertussen kent het wetboek al meer dan 40.000 artikelen waarvan het gerechtelijke beginsel is dat u moet weten wat daarin staat: "u wordt geacht de wet te kennen" zo klink het.
Een onmogelijkheid. Ja, de rechtspraak begint in het land met een onmogelijke opdracht aan de burger. Brrr. Mocht u nu niet weten wat er in de wet staat: geen probleem, de rechter legt het graag uit en een maatje van Grapperhaus komt binnenkort wel wat DNA bij u afnemen. Want "noodzaak" ziet u. Maar alleen "noodzaak" bij een "zeer ernstig misdrijf". De combinatie "zeer ernstig" komt welgeteld nul keer voor in het wetboek van strafrecht. Volgens het wetboek van strafrecht bestaan "misdrijven" wel.
Concreet gezegd: de minister wil een bevoegdheid onder bepaalde omstandigheden, die nog gedefinieerd moeten worden. Klinkt als een recept voor succes.