In welk economisch systeem dan ook is er één goede regel: niet meer uitgeven dan er binnenkomt en een reserve voor onvoorziene gebeurtenissen opbouwen.
Elk gezin houdt zich daaraan op straffe van ellende. Indien noodzakelijk voor investeringen die in de toekomst profijt zullen opleveren kan men een lening aangaan, dus schuld opbouwen die door dat groeiend profijt kan worden afgelost. Schuld opbouwen voor consumptieve doeleinden is dodelijk, in dat geval moet de consumptie beperkt worden.
In goede tijden geld reserveren voor slechtere tijden zodat in die periode geen consumptieve schuld behoeft te worden aangegaan doch de reserves kunnen worden aangesproken. De eurozone heeft die regels stelselmatig geschonden met het waanidee dat grote groei eeuwig zou zijn. Tot 60% schuld opbouwen door 3% meer uitgeven dan binnenkomt is tekenen voor ondergang. De ECB heeft daaroe bijgedragen door de rente kunstmatig laag te houden zodat meer schuld tegen minder rente kon worden aangegaan en lenen tegen lage kosten dus heel aantrekkelijk werd.
De eurozone heeft ertoe bijgedragen door de gevolgen van zo'n structureel tekort en structurele opbouw van schuld niet in toom te houden en door toen het uit de hand liep niet de uitgaven te laten beperken maar leningen te verstrekken (bailouts) die de staatschulden nog hoger deden oplopen tegenover de belofte te bezuinigen en te hervormen. Grondig hervormen is door de sociale wetgeving waarin de vakbonden geen fundamentele verandering willen toestaan vrijwel onmogelijk waardoor bezuinigen wordt uitgelegd als lastenverzwaring om de inkomsten van de overheid, belasting, accijnzen, heffingen, te verrgroten om zo het begrotingstekort binnen die toch al fatale 3% te wringen, waardoor het overheids uitgave aandeel in het BBP stijgt en dus het besteedbare gedeelte ervan voor bedrijfsleven en particulieren evenredig daalt waardoor de binenlandse markt onder druk komt te staan en het BBP inzakt.
Door die operatie te herhalen en bovendien de salarissen en lonen te verlagen om beter op de expormarkt (veelal binnen de eurozone waardoor de winst voor de ene lidstaat verlies voor de andere wordt) onderling te kunnen concurreren, komen de landen in een hopeloze vicieuze cirkel terecht en kan alleen op een externe groei van de economise worden gehoopt om de export te vergroten en zo de gekrompen binnenlandse markt te compenseren.Geen eigen kracht dus maar vertrouwen op de buitenwereld. Goedkoop geld aan banken geven geoormerkt voor het bedrijfsleven en voor duizend miljard euro-obliigaties opkopen van banken en zo meer geld in de circulatie te brengen helpt niet omdat dat niets structureel wijzigt.
Banken werken bovendien globaal en zijn op winst aangewezen ondernemingen zodat het geld niet in riskante binnnenlandse weinig opbrengende lengen zal worden ingezet maar liever in opkomende markten waar betere marges zijn. Bedrijven zullen alleen maar lenen als dat toekomstieg winst vergroot en door de gekrompen koopkracht zit dat er niet in. Hooguit consolideren ze.Als er dus geen fundamentele wijziging in het beleid komt is er geen oplossing. Een oplossing, ook met TMS, zal een financieel heel pijnlijke zijn. De uitgaven zowel voor overheid als particulieren zullen drastisch vermlinderd moeten worden om de schuld van 95%, steeds verder oplopend, in te tomen en te veminderen. Dat betekent harder werken voor minder geld, een fors lagere welvaart en enorme ingrepen in de rechtspositie en sociale voorzieningen. Dat zal de eurozone nooit aandurven.