Het stilistische voordeel van een klassenmaatschappij

Geen categorie04 jul 2014, 15:00
Kom op, jongens, rood vlees: happen!
Positieve dingen zeggen over een maatschappij die niet strikt egalitair is, valt in Nederland tamelijk slecht. Je kunt beter iemands terminale moeder aanranden. Want zowel de rechtse als de linkse meerderheid denkt dat ongelijkheid ongelijkwaardigheid impliceert, koppel dat aan een mild narcisme en hoppa je hebt that strange sense of entitlement waardoor elk individu zich beter voelt dan de meeste anderen, maar daar geen moment voor uit durft te komen. We noemen die houding ook wel lafheid. Als je het toch vindt, moet je er ook voor uitkomen en jezelf niet verstoppen achter politiekcorrect egalitarisme.
En laten we elkaar geen mietje noemen: u doet het net zo goed als ik. Iedereen weet in zijn stad of dorp waar de aso's en/of allochtonen wonen. En iedereen heeft daar een mening over. Maar daar mag je kennelijk alleen na drie bier en naast een rokende barbecue over fulmineren. Alleen dan mag je over die mensen spreken met de nauwelijks ingehouden suggestie dat ze minder zijn dan degene die het woord heeft. En dat is prima, iedereen zijn hypocrisie. Maar niets teveel.
Want als we de samenleving toch indelen naar mensen die onder ons staan, dan moeten we ook consequent zijn en de mogelijkheid openhouden dat er mensen boven ons staan. Of op zijn minst op ons neerkijken. Nee, ik heb het eens niet over de eeuwige policor-elite, de elitefascisten, de elite-elite of hoe die aandoenlijke mensen ook mogen heten. We moeten vanuit het perspectief van stijl bekijken. Misschien dat we dan een argument voor een klassenmaatschappij kunnen vinden.
Kleding, spraak, gebaren zijn uitingen van een bepaalde stijl. Maar het kennelijk onvolprezen aspect van de postmoderniteit is dat cultuur of het cultiveren van vorm door de revolutie achterhaalde machtsmiddelen zijn, die de elite (daar zijn ze weer; onze beste vrienden want onze meest betrouwbare generieke vijanden) al eeuwen gebruikt om ons eronder te houden. Stijlloosheid is zo een teken van vermeende bevrijding geworden. 
Persoonlijk vind ik vaagbevrijde onderbenen in gekortwiekte broeken niet het toppunt van bevrijding. Vrijheid vinden we alleen in de vorm. De perfecte beheersing van vorm, maakt vrij. Zoals taalbeheersing vrijheid van meningsuiting en precieze uitdrukking geeft. Daarom moeten we de vorm weer vinden. En daar komt dat klassengebeuren weer om de hoek kijken. We voelen ons beter door ons te meten met mensen die minder vinden, maar waarom kijken we niet omhoog en proberen we ons te meten aan mensen met klasse? Als dat een bloederige revolutie tegen het windjack betekent, moet dat maar zo zijn.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten