Koen Greven is correspondent te Spanje, Portugal en Marokko voor het NRC. Dit artikel schreef hij voor die krant, die het vervolgens weigerde te publiceren, want te kritisch. Een zorgwekkend staaltje censuur dat wij graag tegenwerken door het hier alsnog openbaar te maken.
Ripoll. De verbazing is enorm in Ripoll. Serveerster Elizabeth praat spontaan honderd uit over haar plaatsgenoten, die het vredige Catalaanse dorpje met hun terreurdaden op de kaart hebben gezet. „Iedereen kent elkaar hier. Ik kwam deze jongeren ook vaak tegen. Ze spraken Catalaans zoals alle mensen in Ripoll. Ze gingen naar dezelfde school”, zegt Elizabeth met een dienblad in haar hand. „Het waren Marokkanen, maar ze gedroegen zich normaal.”
Hoe kan een groep jongeren, die op het oog normaal functioneert in het provinciale leven van Catalonië, veranderen in een moorddadige terreurbende? En is het toeval dat de daders Marokkaanse wortels hadden? „Nee, dat is geen toeval”, zegt David Pinto (Midelt), emeritus-hoogleraar interculturele communicatie resoluut. „We willen zo graag geloven dat Marokkanen zich aanpassen aan onze cultuur. Maar ze zullen mede door hun geloof in de islam altijd verschillend blijven. Zolang we dat niet erkennen en niet benoemen zal dit soort geweld alleen maar toenemen.”
Pinto ziet de recente terreurdaden in Barcelona en Cambrils dan ook niet als een afzonderlijk incident. Ze passen in een reeks van eerdere aanslagen in verschillende Europese steden, die bijna voor de helft werden gepleegd door jihadisten met Marokkaanse roots. Als Marokkaanse jood uit de Atlas woonachtig in Nederland weet Pinto als geen ander wat het betekent tussen verschillende culturen in te zitten. „Ik ben opgegroeid in Midelt. Een Berberdorpje van niets. Mijn beide ouders waren zoals vrijwel iedereen analfabeet. Toen ik naar Rabat ging om voor rabbijn te studeren hoorden ze altijd aan mijn accent dat ik Berbers was. Berbers werden gezien als minderwaardig. Dat werd er altijd ingepeperd. Soms zei je dat ergens anders vandaan kwam om gezeur te voorkomen. Een Turk is daarentegen bijvoorbeeld juist heel trots op waar hij vandaan komt. Daardoor staat hij wezenlijk anders in het leven dan een Marokkaan.”
In de jaren zestig vertrok Pinto net als honderdduizenden andere Berbers vanuit Marokko naar West-Europa. Ze vormden de eerste generatie van gastarbeiders in landen als Nederland, België, Duitsland en Frankrijk. Spanje kende destijds onder de dictatuur van Francisco Franco nauwelijks tot geen immigratie. De eerste grote groepen Marokkanen kwamen pas in de jaren tachtig naar het Zuid-Europese land. Zoals de ouders van de daders uit Ripoll, die veelal aan de slag gingen in de textielindustrie.
Vele Marokkaanse emigranten lieten alles in hun geboorteland achter en moesten in een totaal andere omgeving een nieuw bestaan op te bouwen. Ze probeerden bij de opvoeding van hun kinderen vast te houden aan oude normen en waarden. „Ik denk dat hier één van de belangrijkste problemen zit”, stelt de Marokkaanse Nederlander El-Yass Iamrachen, die tien jaar geleden van Al Hoceima naar Den Haag verhuisde. „Veel Marokkanen zijn grootgebracht met het idee dat ze Europa nooit als hun tuis moeten zien, maar dat ze ooit terug moeten naar Marokko. Dan wortel je nooit echt goed.”
Als jongeren uit de tweede generatie op zoek gaan naar hun achtergrond komen ze vaak bedrogen uit. Dan ontdekken ze dat Berbers in Marokko door velen als tweederangsburgers worden gezien. Geloof in de islam wordt dan niet zelden een nieuw houvast. „Eén van de problemen is dat Marokkanen in Europa de leer van islam vaak uit onwetendheid importeerden uit Saoedi-Arabië, dat met hun oliedollars heel graag het wahabisme verspreidt. Een veel minder tolerante stroming van de islam waarbij de rol van de vrouw bijvoorbeeld totaal ondergeschikt is”, legt socioloog Benaissa Hallich, die onderzoek doet aan de Universiteit van Amsterdam naar deradicaliseren van jongeren, via de telefoon uit.
Volgens Hallich is het volkomen logisch dat Marokkaanse jongeren op zoek gaan naar hun identiteit. Psychologische hulp ontbreekt echter doorgaans bij die zoektocht. „Daar rust nog altijd een taboe op binnen de Marokkaanse gemeenschap”, vertelt Hallich, die in het verleden onderzoek deed naar schizofrenie onder de tweede generatie Marokkanen. Die ziekte zou bij jonge mannen zeven keer vaker voorkomen dan bij autochtone leeftijdgenoten in Nederland. „Als ze zich afgewezen voelen levert dat soms stress op waardoor die aanleg aanwezige schizofrenie naar boven komt. Vooral Marokkanen zijn hier gevoelig voor omdat de collectieve identiteit ontbreekt. Als ze daarmee naar buiten treden worden ze voor gek versleten.”
Ook al zijn ze als Spanjaard in Europa geboren, ze zullen zich altijd Marokkaan blijven voelen. Al is het maar omdat anderen hen daarop wijzen. In Ripoll worden ze door de autochtone bevolking nogal eens aangeduid als moros. Het islamitische geloof maakt een wezenlijk onderdeel van hun bestaan uit. Binnen de islam bestaan tal van stromingen en ideologieën. Ook radicale. De Islamitische Staat biedt met een kalifaat een alternatief aan dat eerder nog niet bestond. Een eigen moslimstaat voor jongeren vanuit de hele wereld. Dat wordt voorgesteld als een droom. Maar omdat te verwezenlijken moet de vijand uit het westen worden verslagen. Boven alles moet het kwaad worden bestreden om de islam te laten zegevieren, zo luidt de boodschap.”
Als Marokkaanse jongeren eenmaal in de handen vallen van iemand die ze probeert te radicaliseren is het heel erg lastig om dat proces te doorbreken. Ze zijn van huis uit al gevoelig voor een oudere autoriteit zoals de 42-jarige Imam uit Ripoll en omdat ze onderdeel uitmaken van een nieuwe, hechte groep wordt hun geloof versterkt. Ze horen ergens bij én hebben opeens een nieuw doel voor ogen. „Sinds de aanslagen van 11 september 2001 in de Verenigde Staten is het gebruik van zelfmoordcommando’s onder de aandacht gekomen. In dat opzicht is het een keerpunt geweest. Het martelaarschap is een wezenlijk onderdeel van de islam. Je offert jezelf op voor een groter doel. Het overleven van de islam. Dat kun je natuurlijk godsdienstwaanzin noemen.”
Emeritus-hoogleraar Pinto is van mening dat de islam een cruciaal onderdeel speelt bij de terreurdaden. „Ja, en dat moeten we nu echt gaan benoemen. Geert Wilders heeft geen gelijk met zijn stelling dat de islam louter en alleen een ideologie is. Maar zijn tegenstanders die beweren dat het net als het christendom een religie is zitten er ook naast. Probleem is dat binnen de islam het geloof vermengd raakt met een bepaalde ideologie. Niet iedere moslim is een geletterde theoloog. Daarom kan het levensgevaarlijk zijn. Socrates stelde niet voor niets dat onwetendheid de bron van alle kwaad is. De islam moet zichzelf moderniseren en in gaan zien dat de wereld van 2017 een totaal andere is dan toen de koran werd geschreven. Zolang niet het leven, maar de dood heilig is zullen er aanslagen gepleegd blijven worden.”