Soms zou je ons land betere republikeinen toewensen. Het meest gebruikte argument tegen de monarchie is dat zij niet van deze tijd is. Helaas is dat het beste argument vóór de monarchie, want er is al zoveel zin en onzin 'van deze tijd', dat je blij bent dat er nog iets is dat ons met vorige generaties verbindt. Niemand, of je nu monarchist bent of republikein, kan ontkennen dat de Oranjes met de vaderlandse geschiedenis verbonden zijn. En als eigentijdsheid iets is om je op voor te staan, kan het Republikeins Genootschap - een deftig gezelschap oudere heren - wel inpakken. Van oudsher vindt je de republikeinen eerder onder regenten, die de macht van de koning wilden inperken, dan onder het volk.
Het is een misverstand te denken dat de bestuurselite altijd voor het Koningshuis is. Anders valt niet te verklaren hoe Nederland ooit bij de
grondwetsherziening van 1848 een constitutionele monarchie heeft kunnen worden. En de meeste irritatie bestaat altijd bij parlementariërs, die tijdens hun Kamerlidmaatschap voor het eerst geconfronteerd worden met koninklijke kwesties die ze voorheen absurd voorkwamen. Het Oranjehuis heeft daarbij de laatste honderd jaar drie heikele kwesties overleefd. De eerste was de
(mislukte) revolutiepoging van de socialist Pieter Jelles Troelstra in 1918, die door het toegestroomde Oranjevolk op het Haagse Malieveld werd verijdeld. De tweede was de bezetting door Nazi-Duitsland, waaraan de westerse geallieerden een einde maakten met Radio Oranje en Koningin Wilhelmina in Londen als nationale vrijheidssymbolen. Sindsdien hebben we ook een moeder des vaderlands. De misschien wel meest heikele kwestie - tussen de oorlogen door - was de mogelijkheid dat het Oranjehuis bij gebrek aan troonopvolgers zou uitsterven. Dat gevaar is afgewend dankzij prins Bernhard, die zich zelfs in het verre Canada - waar prinses Juliana tijdens de Tweede Wereldoorlog verbleef - van zijn prinselijke taken kweet.
Waarmee we op de geboorterechten komen, de voornaamste doorn in het oog van hedendaagse republikeinen. Dat het koningsschap erfelijk is, spoort niet met de democratische ideologie. Dat geboorterecht is wel heel achterlijk. Zelfs pausen worden gekozen. Weliswaar door een college van kardinalen, maar toch: gekozen. En de tijd dat koningshuizen door bij elkaar in te trouwen de Europese vrede konden versterken, is ook allang voorbij. Tegenwoordig vinden we dat geboorterecht waarop de konklijke aanspraken berusten heel archaïsch. We zien dat als een democratisch bezwaar, maar eigenlijk is het een meritocratische klacht. Dat geboorterecht maakte het mogelijk dat er een hansworst op de troon komt te zitten (waar ook vele voorbeelden van zijn). Lange tijd was dat ook een argument tegen de democratie, want het volk kon een hansworst tot leider kiezen (ook daar zijn voorbeelden van). Maar tegenwoordig vertrouwen we erop dat het volk altijd gelijk heeft (de wisdom of crowds) en nooit een hansworst aan de regering zal dulden. Wat politieke dynastieën niet uitsluit. In Zuid-Europa bijvoorbeeld, waar families nog zeer belangrijk zijn. Zelfs Amerika - hét voorbeeld van een democratische republiek - is daar niet vrij van.
Waar eeuwenoude Koningshuizen zich beroepen op geboorterechten, danken moderne republieken hun bestaan aan geboortefouten. Zij zijn het product van oorlogen en revoluties waarin korte metten is gemaakt met de koninkrijken van weleer. Daarmee zijn ze niet noodzakelijk democratischer: de meest gelukzalige en best bestuurde landen zijn monarchieën die een geleidelijke overgang naar de democratie hebben gekend (de Scandinavische landen en ook Nederland scoren hoog op de VN-ranglijsten van tevreden naties). Moderne republieken zijn geforceerd ter wereld gekomen, met de geboortetang of de
keizersnede, waar constitutionele monarchieën van een vredige thuisbevalling mochten genieten. Die continuïteit heeft er wel voor gezorgd dat wij in Nederland met brave lintenknippers zijn blijven zitten, terwijl in landen waar het bloederiger toegaat de navelstreng met voorgaande generaties allang is doorgeknipt. Anders dan België hebben wij niet eens koningskwesties gehad. Willem-Alexander wordt nu onomstreden koning, op basis van geboorterecht, puur en alleen omdat hij de eerste zoon van Koningin Beatrix en prins Claus is. Progressieven hadden het daar vroeger moeilijk mee. Nu is het vooral PVV'ers een doorn in het oog.
Links lijkt zich met de monarchie te hebben verzoend, meer op meritocratische dan op democratische gronden. Links kon zich met Koningin Beatrix geen beter staatshoofd wensen. Willem-Alexander krijgt het voordeel van de twijfel, wat door de superieure prestatie van zijn moeder straks ook een nadeel kan zijn. Progressief Nederland zal zich nooit helemaal kunnen overgeven aan het Oranjehuis, dat spoort niet met de eigen linkse traditie (die op het punt van de monarchie overigens weinig flink is). Wonderlijker is de houding van veel PVV'ers, die zich zeggen in te zetten voor het behoud van nationale identiteit, maar het Oranjehuis wel kunnen schieten. Op internet lees je schuimbekkende teksten over de socialistische Oranjes en de 'familie van Amsbergen met haar landverraderlijke multikul'. Het kan niet ontkend worden dat Máxima Zorreguieta, dochter van een voormalige Argentijnse staatssecretaris in de landbouwsector tijdens de Videla-dictatuur, een geprivilegieerde stoomcursus Nederlanderschap heeft gehad waarbij ze ook meteen de Nederlandse nationaliteit heeft verworven. Zij heeft daarbij (een beetje dom) de Nederlandse identiteit niet kunnen vinden, maar dat kun je haar niet kwalijk nemen, want ze kreeg haar teksten door wetenschappelijke adviseurs ingefluisterd. Máxima, van burgerlijke afkomst, is niet van vaderlandse bodem en dankt haar koninklijke status aan haar echtgenoot.
Maar wat PVV'ers moet aanspreken is het geboorterecht. Dat ligt in koninklijke gevallen niet zo heel erg anders als bij de gewone burger. Sterker, wat de gewone Nederlander tot Nederlander maakt, wordt bepaald door waar zijn wieg heeft gestaan en de nationaliteit van zijn ouders. In de kern berust de Nederlandse nationaliteit op een geboorterecht waaraan de modale burger al zijn verdere (democratische) rechten ontleent. Zonder die nationaliteit was hij er even beroerd aan toe als al die verschoppelingen op aarde die we hier het liefst buiten de deur houden. Dankzij dat Nederlanderschap zijn wij allemaal gepriveligieerd.
Dat Nederlanderschap is geen verdienste, maar een geboorterecht. Zoals ook de troonopvolger zijn recht op de troon dankt aan een geboorterecht. Niks meer, niks minder. Het Oranjevolk, dat ook hansworsten kent, heeft dat altijd - veel beter dan de elites - goed begrepen. Wees er zuinig op, want zonder dat geboorterecht snijden we de banden naar onze voorvaderen door en krijgen we een verweesde natie die gekke dingen kan gaan doen. Ook in een democratie kruipt het koninklijke bloed waar het niet kan gaan.