Connie Hedegaard, boegbeeld van het Europese klimaatbeleid
Onlangs kreeg ik een uitnodiging voor een studiebijeenkomst, getiteld: 'The European economy in search of growth.' Aan de inleiding ontleen ik het volgende:
For several years the European Union has been focusing on solving the crisis, but now the European economy has to get back on track. The European leaders will discuss this at the Spring European Council of 1-2 March. This meeting will evolve around the European Semester, the monitoring of the economic policies of the member states. The European leaders are facing a major challenge. The Lisbon process has failed and the European Commission describes the progress on the Europe 2020 strategy as disappointing. [Daar komt men nu pas achter? Ik schreef daar al over in 2003. Zie
hier.]The question is whether the member states will follow the recommendation, by the European Commission to modernise the pension systems, reforming employment protection legislation and make tax systems more effective, efficient and fairer.
De zogenoemde Lissabon-agenda, waarmee de EU in 2000 met veel fanfare verklaarde zich in tien jaar tijd tot de sterkste economie ter wereld te willen ontwikkelen, bleek een farce en raakte in vergetelheid (wie van mijn lezers heeft er ooit van gehoord?). Afhankelijk van wat de nieuwe voorstellen allemaal precies inhouden, zouden zij best wel eens een gunstig effect kunnen sorteren. Maar de mogelijke positieve gevolgen daarvan zullen m.i. in het niet vallen bij de puinhopen die de EU op andere terreinen veroorzaakt. Ten einde de verschrikkelijke opwarming van de aarde (die maar niet wil komen) te beperken, heeft Europa een aantal jaren geleden 'decarbonisering' als overkoepelende beleidsambitie gekozen, met Eurocommissaris Connie Hedegaard als boegbeeld. Dat wil zeggen dat het verbruik van fossiele brandstoffen dient te worden ontmoedigd. Daartoe is een uiterst kostbaar en totaal zinloos systeem van handel in CO2-emissierechten opgetuigd. Daartoe is voorts de overschakeling op zogenaamde duurzame energie (wind, zon en biofuels) bevorderd. Zoals ik al vele malen eerder heb geschreven, is op dit moment reeds duidelijk dat ook dit beleid op een smadelijk fiasco is uitgelopen.
De ezel stoot zich in het gemeen niet twee maal aan dezelfde steen. Maar voor de EU ligt dat een tikkeltje anders. De ambities van de EU reiken verder dan het veroorzaken van puinhopen in Europa. Ook de rest van de wereld zal er aan moeten geloven. Maar de groene agenda van Europa roept de laatste tijd grote weerstand op bij onze handelspartners.
Onder de titel, 'Europe's Green Agenda Faces Global Opposition', schreef James Kanter in 'The New York Times':
During the past decade, the European Union blazed a green trail with a series of laws mandating a low-carbon economy and promises to set an example for other parts of the world. That now seems like another era. A succession of economic crises has pushed European governments to pare subsidies to clean-energy sectors like solar power and has undermined initiatives in other areas like energy efficiency, where member states balked at binding targets.
The E.U. Emissions Trading System the Unions flagship climate policy, which requires industries to acquire emissions permits has been battered by extreme volatility, tax fraud, recycling of used credits, suspicions of profiteering and online attacks. Many factories and utilities also received more free permits than they needed under the system, helping ensure that the price of the permits has never been high enough, for long enough, to push polluters to invest in cleaner alternatives.
The latest complication for Europes green agenda is the prospect of trade wars with important partners like the United States and China at a time when the Union can least afford threats to jobs and growth. The most high-profile dispute focuses on a law requiring all airlines using airports within the Union to join the Emissions Trading System.
About 30 governments met in Moscow this week to discuss barring their carriers from participating and other forms of retaliation.
Maar er dreigt nog meer ellende. Een Europese boycot van olie uit teerzand, omdat die meer vervuilend zou zijn dan die uit andere bronnen. Hierdoor zou Shell onder meer worden getroffen. Voorts overweegt de EU het gebruik van palmolie als biofuel aan banden te leggen, omdat bij de daarvoor benodigde ontbossing meer CO2 vrijkomt dan deze brandstof zou uitsparen. Hierdoor zouden Maleisië en Indonesië worden getroffen. En dan dreigt nog een dispuut over de invoer van (gesubsidieerde) bioethanol uit de VS. Ten slotte overweegt de EU de invoer van zonnepanelen uit China te beperken om de eigen industrie te beschermen.
Allemaal vormen van protectionisme die voortvloeien uit het klimaatbeleid, als 'oplossing' voor een niet-bestaand probleem!
Ik heb het al vele malen eerder geschreven: klimaat maakt meer kapot dan je lief is.
Normaal worden politici weggestemd als ze er een puinhoop van hebben gemaakt. Maar bij de EU gaat dat anders. Daar worden zij in de gelegenheid gesteld om er een nóg grotere puinhoop van te maken. Als zij dan uiteindelijk met vele lintjes overladen van hun onverdiende rust gaan genieten, mogen anderen het achtergelaten puin weer opruimen.
In het licht van het voorgaande zou eens een grondige herijking van ons EU-beleid dienen plaats te vinden, waarbij Nederland niet meer slaafs achter alle mooie plannetjes van de Europese Commissie aanloopt. Om dat in Brussel uit te dragen heb je politici nodig die de 'art to say no' beheersen. Kamp en Bleker lijken mij daarvoor goede kandidaten.