De Chinese economie heeft in augustus klappen opgelopen. De export van Chinese producten naar het buitenland is in augustus in één maand tijd ruim 3% gedaald tegenover een maand eerder. Deze significante daling heeft voornamelijk van doen met de nieuwe handelstarieven die de Amerikaanse president Donald Trump heeft ingevoerd, waardoor Chinese producten minder interessant zijn op de markt, aldus NOS. De NOS stelt dat de vrije val in de export van de Chinezen te maken heeft met de nieuwe handelstarieven die Donald Trump, die op één september werden ingevoerd. Maar eigenlijk is er al langer een trend gaande naar minder export en verminderde economische groei in
China. De nieuwe heffingen vanaf 1 september doen daar eigenlijk vrij weinig mee.
Onder meer doordat de wereldeconomie sowieso al minder vraagt om Chinese producten omdat alle economieën gewoon prima draaien en niet iedereen elke twee weken een nieuwe televisie koopt. Dit verklaart ook de wereldwijde afname in productie, terwijl de dienstensector nog keurig draait. De consument houdt de hand op de knip en de exportgedreven economieën van o.m. China zien het terug in de cijfers.
In China gaat het economisch dus wel iets minder, maar men groeit nog steeds. De overheid in Beijing heeft besloten om de juridische realiteit rondom bankieren te wijzigen zodat banken meer nieuwe financiële instrumenten kunnen uitproberen. De hoop is middels een verhoogd risico de economische groei weer verder aan te jagen. In Europa hebben ze n.a.v. de bankencrisis van 2008 vast enige ervaring met hoe je kunt experimenteren met finance.
Maar ondanks alle 'negatieve cijfers' groeit de Aziatische reus als kool en trekt de economie zich niet veel aan van de handelstarieven van de Amerikanen. Zo bedraagt de economische groei dit jaar zo'n 6%! Met andere woorden: als de Amerikanen de producten niet kopen dan doen anderen dat wel.