Op geen moment in de historie van de EU zijn de politici uit de lidstaten in staat of bereid geweest een keuze te maken tussen een losse unie van lidstaten en een federale structuur.
Toch is er een muntunie (met de euro als munt) opgericht en worden er verdragen gesloten, zoals het pact over de EU-begrotingsnormen die alleen maar te handhaven zijn met een gezaghebbende federale institutie. Europese begrotingsnormen en ook de euro kunnen op de duur alleen overleven als de lidstaten zich in hun beleid naar een centrale EU-regering wensen te schikken. In Nederland is er geen enkele politicus die dit zegt (zelfs supereurofiel Pechtold niet), maar in België is er wel één: hij zit in het Europese parlement en zijn naam is Guy Verhofstadt. Afgelopen week hield hij de Van der Leeuw lezing waar hij zijn mening nog eens kon ventileren. Zijn mening is in een paar punten samen te vatten.
Ten eerste leidt vrij verkeer van mensen en goederen in de EU tot een hogere welvaart dan protectionisme. Dat weten we al sinds David Ricardo daar in 1817 over schreef, roept hij (het lijkt wel in wanhoop) uit. Ten tweede is er versnipperde besluitvorming. Ieder land vindt opnieuw het wiel uit, waardoor alle landen te zamen meer uitgeven op een bepaald onderwerp, bijvoorbeeld defensie, dan als een federale regering de besluiten had genomen, terwijl de totale effectiviteit lager is. Als er dan besluitvorming op centraal niveau plaats vindt, dan is er sprake van een hoge mate van ineffectiviteit door de afwezigheid van een eenduidig centraal gezag waar tegenover staat dat er sprake is van een schrijnend gebrek aan zeggenschap van de Europese burger. Naast meer centralisatie moet er dus ook meer democratie komen. Verhofstadt verwijt momenteel de regeringsleiders dat ze aan de burger niet durven te vertellen dat een federale oplossing van de problemen in de EU het enige is wat mogelijk is. Zonder federale structuur is het einde van de eurozone onafwendbaar.
Met dat laatste kunnen we het eens zijn. Het is ook waar dat vrijhandel tot hogere welvaart zal leiden (onder bepaalde voorwaarden), maar in de rozige wereld van Verhofstadt is er geen ruimte voor verdelingsvraagstukken. Onbeperkte mobiliteit maakt niet iedereen welvarender. Werkgevers en hoog opgeleide werknemers met mooie goed betaalde banen ondervinden geen last van integratie. Zij zijn in staat de beloften van vrij verkeer in de EU te verzilveren. De Nederlandse arbeiders in achterstandswijken echter, die hun Nederlandse buurten de laatste decennia overspoeld zagen worden door concurrenten van allerlei slag, gaan er op achteruit. Zij moeten moeite doen in wat eens hun buurt was hun eigen leefpatroon in stand te houden en zij moeten op de arbeidsmarkt concurreren met de nieuwe immigranten. Zij moeten ook de geneugten van de welvaartsstaat in de vorm van sociale verzekeringen en voorzieningen delen met hun nieuwe concurrenten. De spoeling wordt daardoor dunner en het gevolg kan niet uitblijven: de afbraak van de verzorgingsstaat is al in volle gang.
Over een andere vorm van herverdeling, namelijk die van de sterke lidstaten naar de zwakke lidstaten zwijgt hij ook. Deze herverdeling is ook in volle gang en zal onvermijdelijk blijven doorgaan bij een structureel ongelijke ontwikkeling tussen de sterke (noordelijke) en zwakke (zuidelijke) lidstaten. Het is niet erg aannemelijk dat in een democratische EU de burgers uit de betalende lidstaten de omvorming van de EU tot een permanente transferunie zullen toejuichen. Verhofstadt denkt ook dat een one-size-fits-all structuur die onvermijdelijk samenhangt met centralisatie verenigbaar is met nationale eigenheid'. Dat kan alleen als alle naties gelijke beleidsvoorkeuren hebben (en dat hebben ze niet), of als de bevoegdheden van het federaal gezag beperkt zijn (en dat wil Verhofstadt niet).
Kortom, Verhofstadt heeft gelijk dat een EU zonder federale structuur, maar met instituties die zich alleen maar met een federaal gezag verdragen (euro, begrotingspact, bankenunie, transferunie) ten onder moet gaan. Bij zijn beschrijving van een federaal Europa past hij wel erg veel wishful thinking toe op de steun die burgers de EU zullen geven als er sprake zou zijn van een democratisch federaal Europa. Niemand wil nu trouwens zon federaal Europa. Het wachten is dus gewoon op de eindknal van de EU, de Verhofstadtknal.