Gun to my head? Dan maar Assad

Geen categorie14 jan 2014, 11:29
Eerlijk is eerlijk: de hopeloos verdeelde oppositie is geen alternatief voor de Syrische dictator.
Het zijn van die keuzes die je niet wilt maken omdat beide alternatieven even verschrikkelijk zijn. D66 of GroenLinks, Feyenoord of PSV, Geer of Goor. In de internationale politiek heb je dit dilemma ook en nergens is op dit moment de Vork van Morton zo scherp als in wat snel bezig is de grootste politieke, militaire en humanitaire crisis van de 21e eeuw te worden: de burgeroorlog in Syrië.
Lange tijd had ook ik een houding van “ze zoeken het maar uit daar” en weigerde ik een keuze te maken tussen de Syrische Scylla en Charibdis. Aan de ene kant een bloeddorstige dictator, de leider van een corrupte minderheid die de rest van zijn volk onderdrukte en er niet voor terugdeinsde massaal gifgas tegen onschuldige burgers in te zetten (ondanks het selectieve gebruik door de regering Obama van informatie uit inlichtingenkringen – een oude traditie in Washington – twijfelen serieuze analisten er niet aan dat het regeringsleger achter de aanval van 21 augustus zat).
Aan de andere kant de oppositie, de rebellen die aanvankelijk weliswaar op de nodige sympathie konden rekenen, maar voor wie je na de ervaringen in Tunesië, Libië en Egypte eigenlijk al snel je hart vasthield. Vooral het afgelopen jaar hebben we gezien hoe de oorspronkelijke oppositie steeds meer uit beeld is gemanoeuvreerd door radicale, soennitische islamisten. Haar gewapende vleugel, het Vrije Syrische Leger (FSA) is op het slagveld volledig overvleugeld door ultraconservatieve (Islamitisch Front), extremistische (Jabhat al-Nusra) en ultra-extremistische (ISIS) jihadisten.
Geweldsorgie
Dat de oppositie nauwelijks een alternatief vormt voor de Assadkliek blijkt niet alleen uit de kleur van deze bloedgroepen (zwart, donkerzwart en pikzwart), maar ook uit hun hopeloze verdeeldheid die vorige week explodeerde in een nieuwe geweldsorgie. Het FSA, zelf al een losse coalitie, en het Islamitisch Front hebben het aan Al-Qaida gelieerde ISIS (Islamitische Staat in Irak en Syrië) de oorlog verklaard, omdat het gedrag van deze voornamelijk uit buitenlandse vrijwilligers bestaande militie werkelijk de spuigaten uitliep. Ontvoeringen en executies zonder proces van alawieten, sjiieten en in toenemende mate oppositieactivisten en zelfs –strijders, gekoppeld aan de wens liever islamitische revolutionair te spelen dan echt tegen Assad te vechten, zijn FSA en IF in het verkeerde keelgat geschoten. Het gevolg: bijna duizend doden and counting in een burgeroorlog binnen de burgeroorlog.
Mogelijk zijn de Syrische rebellen hun strijd tegen ISIS ook begonnen om aan het Westen een signaal af te geven. Met name de VS zien met angst en beven hoe aan het FSA geleverde wapens steeds vaker in de handen vallen van ISIS en hebben de leveranties stopgezet. Met hun strijd tegen de buitenlandse jihadisten proberen de opstandelingen van het eerste uur te laten zien dat zij een alternatief voor zowel de regering in Damascus als voor de takfiri vormen. Het probleem is dat het Islamitische Front zelf een uiterst conservatief islamistisch programma heeft en haar eigen bondgenoten van het FSA niet eens erkent. Het ook al aan al Al-Qaida gelieerde Nusra-front houdt zich vooralsnog neutraal in de broederstrijd.
(Pseudo-)historici hebben al eerder gewezen op overeenkomsten met de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939) en sommigen zijn zelfs zo ver gegaan de nederjihadi’s in Syrië te vergelijken met de vrijwilligers van de Internationale Brigades (hoewel een vergelijking met de Germaansche SS evenzeer of net zo weinig op zijn plaats is). Een verschil is natuurlijk dat de Brigadisten in Spanje voor de regering in Madrid vochten terwijl de Schilderswijkbrigade de kant van de opstandelingen heeft gekozen. Maar er is een parallel die wel degelijk klopt: een van de redenen dat de antifascisten in Spanje het onderspit dolven, was dat zij meer bezig waren met elkaar bestrijden (communisten, Trotskisten, anarchosyndicalisten) en revolutie maken dan dat zij een gecoördineerde oorlog tegen Franco en zijn troepen voerden.
Het is ironisch dat de oppositie is verworden tot precies dat waar het regime van Assad haar van begin af aan van beschuldigde: een bende terroristen en criminelen te zijn. Assad heeft door zijn keiharde aanpak van de gematigde oppositie uitgelokt dat de revolutie gekaapt zou worden door die ene vijand die het Westen niet in Damascus kan accepteren: Al-Qaida getrouwe kalifaatdromers. Boze tongen binnen de oppositie spreken zelfs van een overeenkomst tussen Assad en ISIS. Dat gaat erg ver, maar feit is wel dat Assads luchtmacht zelden haar vuurkracht op de takfiri en veel meer op het FSA richt. 
Uit de kast
Toch kom ik nu uit de kast als supporter van Bashar al-Assad. Niet van harte, maar knarsetandend en tegen wil en dank. De vijanden van mijn vijanden zijn mijn vrienden, luidt een oud gezegde. En laten we heel duidelijk zijn: de door Al-Qaida, Saoedi-Arabië en de overige Golfstaten gesteunde islamisten (voor welke militie zij ook mogen vechten) zijn onze vijanden. Ten eerste omdat zij niets heel zullen laten van het eeuwenoude multisektarisme van Assads Syrië. Voor alawieten, sjiieten, Koerden, Druzen en christenen zal in hun ultrasoennitische kalifaat geen ruimte zijn. Ten tweede zal hun overwinning de regio nog veel instabieler maken als zij overslaat naar Libanon en Irak, iets dat wij nu al - in al-hamdulillah nog beperkte mate - zien gebeuren.
Ten derde, en nu wordt het echt belangrijk, heeft het Westen van Assad niets te vrezen, maar van jihadi’s in zegeroes wel degelijk. Akkoord, het regime in Damascus wordt gesteund door bijna net zo onfrisse partners: Iran, Hezbollah en Irakese sjiitische milities (er zijn schattingen dat er inmiddels meer buitenlanders aan Assads zijde vechten dan voor de oppositie). Maar als ik moet kiezen tussen Iran en Saoedi-Arabië, de twee regionale grootmachten die via hun proxyoorlog in Syrië om dominantie in het Midden-Oosten strijden, kies ik voor Iran. In Teheran zetelt een verschrikkelijke, theocratische dictatuur, maar net even een minder verschrikkelijke, theocratische dictatuur dan in Riyad. Niet eens de meest optimistische sjiiet gelooft dat zijn variant van de islam ooit de wereld zal beheersen, de dromen van extremistische soennieten zijn net even iets ambitieuzer.
En vrijheid, democratie voor het Syrische volk? Ach kom, daar gelooft toch sinds de gebeurtenissen in Egypte niemand meer in. De Arabische, soennitisch gedomineerde islam gaat nu eenmaal niet samen met deze begrippen. In ieder geval nog niet en dagdromen over de tijd waarin dat wel gebeurt laat ik graag over aan Monique Samuel en Petra Stienen. Ik kies met pijn in het hart  voor een klootzak als Assad. Zonder hem, zonder Moebarak of Al-Sisi, zonder Mohammed VI en - Allah vergeve me – zonder Ghadaffi glijdt de Arabische wereld af naar een inferno van burgeroorlog, massamoord, vrouwenhaat en etnische zuiveringen. Want een ding zal zelfs de ergste Assadhater niet kunnen ontkennen: onder zijn regime was het land weliswaar niet vrij, maar wel veilig en relatief welvarend. Niemand, zeker niet het Syrische volk is beter geworden van deze opstand. Dat is de bittere conclusie waaraan ik na 130.000 doden en 2,5 miljoen vluchtelingen niet meer ontkom.
Volg Bart Schut hier op Twitter.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten