Een ongeschreven filmwet zegt dat het regisseren van kinderen bijkans onmogelijk is. Maar dan toch niet voor Vlaamse regisseur Fien Troch, blijkt uit haar nieuwe film Kid.
Kid is het verhaal van twee jonge broers, die met hun moeder op een haveloze boerderij in de Belgische streek De Kempen wonen. Onheil hangt in de lucht, zo blijkt uit post, besmuikte telefoongesprekken en beladen bezoekjes. Na het onverklaarde vertrek van vader lukt het moeder niet de eindjes aan elkaar te knopen, zoveel is duidelijk. Toch zijn de broertjes Kid en Billy niet ongelukkig met hun dagelijkse leven en hun zorgelijke, maar tegelijk liefdevolle moeder. Tot het noodlot toeslaat.
De film is een van de vele wonderschone producties van onze zuiderburen, waar vorig jaar producties uitkwamen als De rouille et dos, The Broken Circle Breakdown, Little Black Spiders en Offline. Films die opvallen door vakkundigheid, ijzersterke scenarios, esthetiek en goed acteren. Wellicht het gevolg van de grote aandacht die er in België is voor culturele educatie, en het gunstiger economisch filmklimaat.
Anders dan in veel Nederlandse films wordt in Kid nauwelijks iets uitgelegd. Of gezegd. Dat heeft alles te maken met het perspectief van de kinderen, waar FienTroch (Unspoken, Een ander zijn geluk) voor kiest. Niet letterlijk, in de zin dat de camera zich op hun ooghoogte bevindt, maar wel in de manier waarop de gebeurtenissen en situaties worden waargenomen. Troch toont scènes waarin niet alles wat op dat moment (goed) zichtbaar is, en gesprekken waarin niet alles hoorbaar is zodat veel wordt overgelaten aan de eindeloze fantasie van de kinderen (en de kijkers) zelf. Dramatische gebeurtenissen vinden terloops plaats als je net op het verkeerde moment met je ogen knippert, heb je het gemist.
Veel speelt zich af in strak vormgegeven kaders gefilmd vanuit een vast standpunt, veelal in de kilte van kale, onpersoonlijke woonkamers. Dat creëert afstand en veel ruimte voor interpretatie. Als kijker heb je tijd en gelegenheid om rond te kijken in de simpele, maar soms ook bijna poëtische beelden die Troch ons voorzet. Behalve op de rommelige boerderij en de standaard ingerichte woning van de tante van de twee kinderen, is de film opgenomen in de bossen van De Kempen. In de natuur vindt Kid troost en harmonie en kan hij zijn opgekropte, door hemzelf nauwelijks begrepen woede kwijt.
Trochs grootste troef wordt gevormd door de twee jonge hoofdrolspelers, die onwaarschijnlijk naturel en geloofwaardig handelen. Veel tekst hebben ze niet, maar hun nonverbale communicatie is heel precies uit hun mimiek en lichaamstaal zijn onderdrukte boosheid, angst, verwarring en verdriet gemakkelijk te destilleren. Bijzonder is ook de chemie tussen de twee jongens; het is bijna niet te geloven dat ze geen broers van elkaar zijn.
In de film vloeien inhoud en vorm op een mooie manier samen. Emoties voeren de boventoon, maar nergens is er sprake van sentimentaliteit of opgelegd drama. De beelden voeren je mee in de gevoelens van vervreemding, verwarring en verlatenheid en de muziek ondersteunt die tocht subtiel. Troch behandelt het zware onderwerp van verlies met respect, liefde en vanzelfsprekende humor en levert andermaal een pareltje af aan haar gestaag groeiende snoer van geslaagde films.