Donderdag kan er gestemd worden voor een nieuwe samenstelling van het Europees parlement. Vanaf het allereerste begin heeft de SGP een herkenbare, kritische visie op het proces van Europese integratie gehad.
Verschillende decennia terug besloten zes landen van strijdige belangen gedeelde belangen te maken. Grenzen werden geslecht en van stap tot stap kwam een gemeenschappelijke markt tot stand, die voor economische groei zorgde. De vervlechting van nationale belangen leidde ook tot pacificatie. Niet dat nationale belangen er niet langer toe deden. Wie geen vreemdeling is in de Brusselse politiek weet maar al te goed dat daar keiharde belangenconflicten uitgevochten worden. Maar al heel lang doen de lidstaten dat niet meer op gewapende wijze. Welvaart en vrede, wie denkt aan het oorlogsleed van 1940-1945 kan daar slechts dankbaar voor zijn. De EU heeft daar, náást de NAVO, aan bijgedragen.
Toch heeft de SGP, niet vanuit een vooropgezette houding maar vanuit verantwoordelijkheidsbesef, zich steeds kritisch opgesteld tegenover het Europese eenwordingsproces. Niet zonder reden. Was het eenwordingsproces niet louter gefundeerd op menselijk optimisme? Zou Nederland niet overvleugeld worden door grote landen?
De Europese integratie heeft een hoge vlucht genomen en er is nauwelijks een onderwerp te noemen of Brussel houdt zich ermee bezig. Aan de ene kant bood de EU oplossingen voor problemen die grensoverschrijdend zijn. De SGP erkende de waarde daarvan en dacht constructief mee. Aan de andere kant streefden veel politici een alsmaar voortgaande Europeanisering na. Daartegen hebben we ons blijvend verzet. De EU is geen doel op zich. Al in 2005 bleek dat de burgers van Nederland dat ook zo zien, toen bij referendum de EU-Grondwet verworpen werd. Eurofiel Den Haag schrok wakker uit zijn droom, in ieder geval voor even. Het SGP-geluid, dat vroeger als tegendraads of zelfs achterhaald werd gezien, kreeg bredere weerklank, zowel bij burgers als bij politici.
In de afgelopen decennia heeft de SGP vaak nee gezegd tegen nieuwe Europees verdragen. Meestal omdat de EU te hard van stapel liep en om te voorkomen dat de Nederlandse regering op allerlei zaken de controle uit handen zou geven. Betekende dit een antihouding? Nee, het ging én gaat ons om een Europa dat zijn grenzen kent en zich tot kerntaken beperkt. Op veel terreinen is de Brusselse bemoeienis veel te ver doorgeschoten.
Maar grensoverschrijdende problemen zoals de achteruitgang van het milieu, internationale criminaliteit, terrorisme en de toestroom van asielzoekers en illegale migranten vragen wél om Europese oplossingen. Nationale oplossingen zijn daarvoor niet toereikend. Een probleemgerichte benadering van Europese integratie is dus gewenst. Een nuchtere insteek. De EU blijft wat ons betreft een samenwerkingsverband van soevereine staten. In die lijn willen we meedenken: nationaal beleid waar mogelijk, Europees beleid waar dat geboden is. Burgers zullen zich immers het beste in Europa herkennen als het bijdraagt aan de oplossing van concrete problemen?
Bovenaan ons wensenlijstje voor de EU staat een beleid dat strookt met Gods heilzame geboden. Niet alleen in Nederland, maar ook in Europa waait momenteel een gure seculiere wind. Wil de EU zich ontwikkelen tot een duurzaam samenwerkingsverband, dan dient zij niet alleen een economische maar ook een geestelijke samenhang te hebben: een gedeeld waardenbesef. Het is te wensen dat de uitslag van de verkiezingen de betekenis van christelijke waarden voor het Europa van de toekomst zal onderstrepen.
Elbert Dijkgraaf is SGP-Kamerlid en Diederik van Dijk is beleidsmedewerker van de SGP.