Maar liefst 48% van alle werknemers in de zorg krijgt te maken met agressie op het werk. Vooral intimidatie komt vaak voor.
Dat
bericht Elsevier, in een artikel waarin ook gesteld wordt dat 20% van de werknemers in deze sector zelfs te maken krijgt met lichamelijk geweld: dat is dus één op de vijf, een schrikbarend cijfer.
Van de medewerkers in de zorg zegt ook 14 procent te maken te hebben met seksuele intimidatie.
Minister Edith Schippers (VVD) zei eerder dat zorgverleners agressieve patiënten niet hoeven te helpen. In niet-levensbedreigende gevallen mogen zij best afwijken van de zorgplicht.
De vraag is natuurlijk: hoe kan dit? Waarom worden deze werknemers zo schofterig behandeld? Waarom zijn intimidatie en zelfs geweld tegenwoordig normaal?
Het antwoord bestaat, denk ik, uit drie delen:
1. De samenleving wordt steeds asocialer. Waar tokkies zich ooit schaamden voor hun gebrek aan manieren denken ze nu dat hun normen en waarden volstrekt normaal, en vooral acceptabel zijn.
2. Dat gezegd hebbende komt het maar al te vaak voor dat werknemers in de zorgsector zich onvriendelijk opstellen. Een ieder met een bejaarde vader of grootvader in een verzorgingstehuis weet ongetwijfeld wat ik bedoel: de 'verpleegkundigen' gedragen zich maar al te vaak alsof ze God zelve zijn. Ik kan me er iets bij voorstellen dat zowel patiënten als hun familieleden daar niet bepaald op zitten te wachten en hun geduld verliezen.
3. Ten slotte hebben we deze wansituatie ongetwijfeld ook deels te danken aan ons zorgsysteem: Vadertje Staat regelt alles, de vrije markt krijgt geen enkele ruimte. Er is (vrijwel) geen sprake van een concurrentiestrijd, en dus is er geen enkele noodzaak voor werkgevers én werknemers in de zorg om de kwaliteit van hun diensten te verbeteren.
Om dit soort problemen werkelijk tegen te gaan moet de hele sector op de schop worden genomen. De vraag is of de politiek dat durft: het ligt namelijk nogal gevoelig.