Discussieprogramma's op de radio zijn een schitterend podium voor idioten. Maar wat als de idioot ineens volzinnen spreekt en de vragensteller blijkt te begrijpen?
In de verkiezingsnacht schijnt er op Radio 1 een discussieprogramma te zijn uitgezonden met Harm Edens. Het ging - uiteraard - over de verkiezingen. Gerard komt de ether binnen. Gerard is 62, woont in Rotterdam en heeft op de PVV gestemd.
"Bent u ook van de zaadcellen en 'ééntje werkt er maar', of bent u wat genuanceerder?", vraagt Edens (haha, gekkie). Gerard ontkent dat hij genuanceerder is. "Ik werk in de beveiliging en kom enkel criminele Marokkanen tegen. En het is misschien erg, maar het is gewoon zo. De keer dat ik een Hollander zie, is misschien één op de duizend. Van mij hoeven ze allemaal het land niet uit, maar ze moeten wel allemaal gaan werken en niet de hele dag in theehuizen zitten."
Helder verhaal. Inleiding over zijn achtergrond, argument neerleggen, argument uitleggen, argument nuanceren en dan weer vol op het orgel. Je zou denken dat hij volleerd retoricus is. Dat moet ook Harm Edens zijn opgevallen. Nadat Gerard nog wat eigen ervaringen deelt (jazeker, ook positieve), sluit de presentator af. "Ik ga naar de volgende beller, maar ik merk wel weer dat er in jou ook een mooi mens zit", paait Edens de beller. Dan moet je net Gerard uit Rotterdam hebben.
"Noem je mij een mooi mens? Maar ik heb een hekel aan buitenlanders!", verweert de Rotterdammer zich. "En ik heb liever dat ze morgen gaan dan overmorgen. Desnoods met geweld. Zo ben ik ook, ik zeg het eerlijk. En zo zijn er meer mensen in mijn omgeving. We zijn die mensen gewoon zat." Vervolgens volgen er gewelddadige verwensingen aan het adres van Jan Marijnissen (SP) en Job Cohen (PvdA).
In de maakbare samenleving van de Partij van de Arbeid en de SP geef je iemand een fatsoenlijke opleiding en een baan, en komt het helemaal goed. Gerard heeft een baan, spreekt volzinnen, begrijpt de presentator, reageert op de presentator en weet wat sociaal geaccepteerd is ("het is erg, maar het is gewoon zo"). Precies wat een rooie ingenieur voor ogen heeft. Toch loopt hij zonder gêne zijn gewelddadige ideeën te verkondigen.
Als ik Elsbeth Etty zou zijn, dan was ik na het beluisteren van dit fragment (
hiereffe doorklikken) vermoedelijk met een molensteen aan mijn been van een brug af gesprongen.