Er moet ook het één en ander gebeuren in Bagdad, de hoofdstad van Irak. Generaal David Petraeus, de architect achter de zogenaamde surge die plaatsvond toen George W. Bush nog president was en waardoor Al Qaeda in Irak bijna werd vernietigd, heeft laten weten in een interview met
de BBC dat
ISIS weliswaar bestreden moet worden met wapens, maar dat wapengekletter alleen niet voldoende is.
Hij noemt IS een 'geduchte vijand' en 'enorm professioneel'. Daar win je niet van 'met alleen maar wapens.' 'Natuurlijk moeten we het momentum op het slagveld weer terugkrijgen, maar er moet ook een grote inspanning worden geleverd in Bagdad. Daar ligt het zwaartepunt.'
Het succes van de surge - helaas was het tijdelijk wat volgens experts eerst en vooral kwam doordat president Obama, de opvolger van Bush, Amerikaanse troepen te snel terugtrok - kwam voor een groot deel, aldus Petreaus, doordat soennitische stammen actief betrokken werden bij de politiek en de veiligheid van Irak. Soennitische mannen kregen een baan aangeboden in het leger en een salaris, waardoor ze zich erbij betrokken voelden.
In de afgelopen jaren is dat behoorlijk veranderd. Na 2009 heeft de Iraakse overheid
soennieten systematisch buitengesloten, waardoor zij alleen maar gefrustreerder werden en openstonden voor radicale soennitische groeperingen die een machtsgreep wilden doen. ISIS is daar één van - en natuurlijk de belangrijkste.
Toch is er volgens de generaal (en oud-chef van de inlichtingendienst de CIA) goed nieuws:
Volgens Petraeus had Al Qaida 'veel diepere wortels' in Irak dan dat IS heeft. Al Qaida beschikte bovendien 'over veel meer strijders'.
Toch betekent dit niet dat het een gemakkelijk karwei wordt. Voorwaarde nummer één om ISIS uit te schakelen is: meer militaire operaties. Maar voorwaarde nummer twee is minstens net zo belangrijk:
Maar ook nu, zegt hij, kan er alleen gewonnen worden als de strijd ook een politieke component omvat. 'Die verandering begint bij de top: bij de premier en andere toppolitici. Soennitische arabieren moeten een reden krijgen om voor het nieuwe Irak te vechten in plaats van zich er tegen te keren.'
Het is nog maar de vraag of de Iraakse overheid bereid is om soennieten op die wijze bij de landelijke politiek te betrekken. In de afgelopen jaren is Irak volgens kenners namelijk weinig meer geworden dan een vazal van Iran; dat wil soennieten er absoluut niet bij betrekken en heeft aangegeven, indien nodig, om zelf wel troepen naar Irak te sturen. Het probleem daarmee is dat Iran feitelijk ook radicaal-islamitisch is, alleen dan sjiitisch in plaats van soennitisch.