De bekendste Zalm die de VVD heeft voortgebracht heet niet Gerrit,
maar Geert: een politiek dier dat bij voorkeur tegen de stroom in zwemt.
Sinds 2004, het jaar van zijn uittreding bij de VVD, heeft Nederland een nieuw A-merk in de
politiek: Geert Wilders. Love him or hate him, deze kwalificatie moet de man
worden gegund; hij heeft te veel losgemaakt, overhoop getrokken en ook bewerkstelligd,
al zullen zijn vijanden hem dat laatste niet gunnen.
Afgezien van zijn standpunten, neologismen en een neusje
voor praktische politieke successen valt bij Wilders nog iets op: he is his
own man. Hij vaart zijn eigen koers, met als belangrijk kenmerk een hoge dosis
eigengereidheid, zelfs rigiditeit, tot aan het onhandelbare toe.
Wilders lijkt qua persoonlijkheid weinig op Pim Fortuyn. De
Limburger houdt niet van relativeren en ook humor is niet zijn sterkste kant.
Tenzij deze ten koste gaat van anderen, zoals in geval van één van zijn
lievelingsmikpunten van spot: Job Cohen. Overigens wel leerzaam; de ook
internationaal gewaardeerde burgemeester van Amsterdam werd na afleggen van
zijn ambtsketen na een paar verbale schermutselingen in de Tweede Kamer door de
PVV-voorman ontmaskerd als keizer zonder kleren.
In polderend Nederland kleurt Wilders met zijn scherpe toon
en gehamer op steeds terugkerende (taboe-)themas buiten de lijntjes. Met
afkeer, frustratie en verbijstering in politiek Den Haag als gevolg, dit soort
lef en fratsen was men niet gewend.
Maar afgezien van zijn misschien wat rigide karakter gelden
voor de zelfbenoemde onheilsprofeet voldoende redenen op deze manier de
stormbal te hijsen; een aantal veranderingen in Nederland zijn voor hem dermate
fundamenteel, voortschrijdend en onacceptabel dat hij er tegen móet ageren. De
onderwerpen zijn bekend: de toenemende invloed van de EU en de islam in
Nederland.
Wilders weigert zich met deze ontwikkelingen te verzoenen.
Hij beschouwt de islam als een gevaarlijke politieke ideologie en de EU als een
inefficiënte, geldverslindenden bezettingsmacht die zich steeds meer ontpopt
als een soort EUSSR.
Op deze issues weigert Wilders elk compromis. De Koran is
een fascistisch boek dat oproept tot geweld en moet worden verboden. Via de
PVV-site Mosknee! poogt Wilders nieuwe moskeeën in Nederland tegen te gaan; elke moskee die we kunnen
tegenhouden is pure winst.
De boodschap is duidelijk: als het aan de PVV ligt moet de aanwezigheid van
de islam in Nederland niet geaccepteerd, maar teruggedrongen worden.
Hetzelfde geldt voor de EU. Tijdens de campagne voor de
laatste Tweede Kamerverkiezingen kondigde de PVV-leider zelfs aan de EU te
willen verlaten. Het met handen en voeten gebonden zijn aan door de gevestigde politieke partijen ingevoerde (falende) creaties als euro en
allerlei vormen van gemeenschappelijk EU-beleid is de Limburger een gruwel.
Het lijkt erop dat Wilders in het Nederland zoals zich dat
nu ontwikkelt een parallelle samenleving nastreeft; een wereld zonder islam,
zonder moskeeën, zonder EU, zonder euro en niet te vergeten zonder Clairy Polak
en zonder Pauw en Witteman.
Wilders heeft meermaals aangegeven de late night talkshow
van de VARA eenzijdig te vinden en er niet in te willen verschijnen.
Oud-Kamerlid Richard de Mos, die op eigen gezag wel eens in het programma
aanschoof, zag zichzelf mede hierdoor niet meer terug op de PVV-kandidatenlijst
voor de laatste Kamerverkiezingen.
Wilders woord is wet in de PVV. In fractie en partij lijkt zijn credo: It is
my way or the highway. Dat blijft niet zonder gevolgen.
Het vertrek van Hero Brinkman die, tegen de wens van Wilders
en partij-ideoloog en PVV-er van het eerste uur Martin Bosma in, maar bleef
doorgaan over een jongerenafdeling en meer interne democratie.
Gespannen verhoudingen tussen Wilders en voormalig partij-darling
Laurence Stassen toen zij in juni 2012 tijdens de Limburgse politieke crisis
een andere koers voorstond dan de grote baas uit Den Haag. Resultaat: Stassen
legde het voorzitterschap van de Statenfractie neer en ging zich als
Europarlementariër nadrukkelijker bemoeien met Brusselse aangelegenheden.
En het plotselinge vertrek 3 juli 2012 van de gefrustreerde Kamerleden
Wim Kortenoeven en Marcial Hernandez uit de PVV-fractie: Wilders zou als
leider onbenaderbaar zijn, als hij zou moeten ingrijpen zou hij het juist nalaten
en hij zou inhoudelijke beloften niet nakomen.
Voor Wilders is dit collateral damage. Hij was Brinkman liever
kwijt dan rijk, voor Kortenoeven en Hernandez tien anderen en Stassen werkt aan nog minder Europese Unie ver
weg in Brussel.
Het pijnlijke zetelverlies bij de daaropvolgende Kamerverkiezingen
nam hij voor lief. Hij had aan politieke invloed verloren, maar voor zijn
achterban zijn geloofwaardigheid behouden en er was weer rust in de tent.
Wilders standpunten gelden voor velen in Nederland als
extreem. Veel van zijn sympathisanten zijn tot compromissen bereid met politieke
tegenstanders, lees: zij zijn bereid een vergelijk te treffen met de gevestigde
partijen in Nederland. Zo niet Wilders. Hij beseft maar al te goed dat in deze
politieke constellatie er maar weinig van zijn ideeën overblijft. Zoals het
voor hem ook geen zin heeft bij Pauw en Witteman te gaan zitten, hij krijgt er
voor zijn gevoel geen eerlijke kans en kan daar dus niet goed uit de verf komen.
Daarom zoekt hij als medestanders mensen die ideologisch
gezien uit hetzelfde hout gesneden zijn en die daar ook voor uit durven te
komen. Loyaliteit staat hoog in het vaandel en ze moeten ook nog iets kunnen.
Daar zijn er niet al te veel van in Nederland.
Zie daar eind maart Wilders aankondiging dat de PVV
niet zal deelnemen aan de gemeenteraadsverkiezingen van 2014, behalve daar waar
de partij reeds actief is; Den Haag en Almere.
Dit besluit kwam hem op veel kritiek te staan, maar
vanuit Wilders bezien is het een logische stap.
Om te beginnen liggen bij die verkiezingen zijn belangen
niet. De macht in Nederland wordt niet verdeeld op gemeentelijk, maar op
landelijk (Tweede Kamerverkiezingen) en provinciaal niveau (verkiezingen voor Provinciale
Staten, met als uitvloeisel de Eerste Kamer).
En verkiezingen voor het Europees Parlement kunnen
fungeren als geschikte uitsmijter voor de PVV want daar zouden ze wel eens
grootste partij kunnen worden.
Verder zijn raadsverkiezingen riskant voor politieke
nieuwkomers. Bij gevestigde partijen worden kandidaten jarenland gescreend en
getest op kennis, omgangsvormen en loyaliteit door een al bestaand partijkader.
Die luxe kennen nieuwe partijen niet, zeker niet een besmette partij als de
PVV.
Ook 50Plus gaf bij monde van Jan Nagel (ex-Leefbaar
Nederland) aan niet aan de gemeenteraadsverkiezingen deel te nemen. Met de
toestanden van de LPF nog in het geheugen gegrift vreest de partij baantjesjagers,
onderlinge ruzies en scheuringen.
Niet te verwaarlozen is ook het gevaar van nodeloze
concurrentie met lokale bondgenoten.
Voor Wilders geldt dit ook. Zo zit hij niet te wachten
op bijvoorbeeld bekende sympathisant Peter Frans Koops uit Bunschoten. De verschillen
tussen Koops en hem zijn te groot. Wilders schiet weinig op met Koops
Spakenburgse Vrijheidspartij (SVP) als PVV afdeling Bunschoten. Hij zal Koops
met zijn SVP het beste gunnen in
Bunschoten, alleen niet onder PVV-vlag. Koops beschikt al over een raadszetel
in Bunschoten en kan best op eigen kracht verder.
Hetzelfde geldt voor bekendere voorbeelden als de
LPF-fractie in de Eindhovense gemeenteraad en natuurlijk Leefbaar Rotterdam.
Ook is nog niet bekend wat er van de 60 raadszetels van
Trots op Nederland gaat worden. Daar is nog maar de helft van over, maar het
geeft aan dat er voor PVV-sympathisanten her en der best nog wel electorale
opties nationaler van aard zijn dan de VVD.
Maar voor nationaal denkend, anti-EU en anti-multicultureel
Nederland zal het behelpen worden. In de huidige maatschappelijke en politieke
verhoudingen zijn bij de gemeenteraadsverkiezingen de genoemde opties voor deze
groep kiezers wellicht het hoogst haalbare.
Aan Wilders ligt het niet. De PVV onder zijn leiding is nog
altijd de beweging die, met de beschikbare middelen, voor die groep kiezers het
meeste binnenhaalt. Ook al is het tegen de stroom in.