Ineens bevindt Nederland zich in de veenbrand tegen de EU niet meer in de Europese frontlinie. In 2005 werd samen met de Fransen overweldigend tegen de Europese Grondwet gestemd. Maar waar in 2014 in Frankrijk en Groot-Brittannië het gebulder van de kanonnen Marine Le Pen en Nigel Farage triomfeerde, zagen we uit ons land plaatjes van juichende twintigers en dertigers van D66 en een voorzichtige glimlach van Sybrand van Haersma Buma.
Voor Geert Wilders viel de definitieve uitslag uiteindelijk nog een zeteltje mee (in het voordeel van de eigenzinnige Arabist Hans Jansen), waardoor de teruggang beperkt bleef. Daardoor won Geert toch weer van de opiniepeilers, die hem na de eerste exit polls op zwaarder verlies hadden gezet. De vrijheidsleider doet nog mee, nadat hij bij de Tweede Kamerverkiezingen in september 2012 op de valreep nog een derde plaats had behaald (net vóór de gedoodverfde winnaar SP). Het is mogelijk dat hij in eigen land de komende maanden weer koning in de peilingen is en een virtuele schaduwmacht blijft. Maar in Europees verband moet hij buigen.
Nederland trok de afgelopen tien jaar internationaal de aandacht doordat de opstand tegen de elites hier het sterkst was. De Fortuynrevolte was een uniek fenomeen in een land dat als progressief en liberaal bekend stond. Bij ons werd het felst over de islam gedebatteerd, wij hadden Ayaan Hirsi Ali, Theo van Gogh, Rita Verdonk, en de PVV werd zelfs een halve regeringspartij. In 2005 was het anti-Europese sentiment hier nog sterker dan in Frankrijk, al was het 'nee' tegen de Europese Grondwet vooral een overwinning voor de SP. Dat Wilders zo anti-EU is geworden, kwam door de eurocrisis, die in 2009 bij de laatste Europese verkiezingen, toen Geert 17 procent van de stemmen haalde, nog niet aan de oppervlakte was getreden. De PVV piekte in 2010, toen Wouter Bos uit de regering was weggelopen en de eerste miljardenpaketten naar Griekenland vloeiden. Twee jaar later won Mark Rutte de parlementsverkiezingen, als eerste zittende regeringsleider tijdens de eurocrisis.
Nederland was avantgarde in de opstand tegen de elites, de opstand tegen de politieke correctheid, en de opstand tegen de EU. Maar die opstand heeft niet doorgezet. In september 2012 klonk na de onverwacht goede uitslagen voor VVD en PvdA (dankzij een ommekeer op het laatste moment) al een schreeuw van een tot dan toe zwijgende meerderheid van mainstream kiezers dat ze genoeg hadden van het gedonder. Dat vertrouwen zijn Mark Rutte en Diederik Samsom allang weer kwijt. Maar belangrijker is dat de ontevreden kiezers niet massaal naar de SP (winnaar van het referendum van 2005) en de PVV zijn gegaan, maar in grote lijnen bij hun keuzen van 2009 zijn gebleven. Met een duidelijke min voor Wilders, die vooraf een grote verkiezingsoverwinning was voorspeld met zijn roep om 'minder Marokkanen' en 'minder EU'. Een boodschap die veel minder is aangeslagen dan gedacht.
Dat zal vooral in Duitsland, waar het rechtspopulisme nog steeds geen kans krijgt en de CSU het na een eurosceptische campagne slecht deed, zijn opgemerkt. In heel Europa is een krachtige onderstroom tegen de euro en tegen de EU (en in veel landen ook tegen Duitsland), maar die onderstroom is niet sterk genoeg om werkelijk voor onregeerbare toestanden te zorgen. Laat staan Europa tot staan te brengen. Kijk maar naar Nederland, waar de opstand tegen de EU is begonnen, maar op het hoogtepunt van de eurocrisis is gaan liggen. De overwinning van Mark Rutte in september 2012 werd in Brussel met groot gejuich begroet en was voor de stabilisering van de euro (die tot juli in zwaar weer verkeerde) een zet in de goede richting. De euro is in Nederland nog steeds niet geliefd, maar de meeste Nederlanders willen er ook niet meer vanaf. De geldmarkten vertrouwen er inmiddels op dat de euro een blijvertje is; zij reageerden hoegenaamd niet op de grote overwinning van het Front National in Frankrijk. Nergens in Zuid-Europa lijken de anti-EU partijen werkelijk aan de macht te kunnen komen, en Nigel Farage is van die Britse folklore waar het Verenigd Koninkrijk het zelf nog moeilijk mee gaat krijgen. Die storm gaat aan de euro voorbij.
Nederland laat vooral zien hoe het rechtspopulisme zich aan het opbranden is en hoe stupide het zich gedraagt. Het Europese monsterverbond tussen de PVV en het Front National is een case in point. Wilders was altijd sterk pro-Israël, maar allieerde nu met Marine Le Pen, de 'patriottische' dochter van een vader die als oprichter nog steeds het antisemitische gezicht van zijn partij is. Daarmee kwam een lelijke aap uit de mouw. Volgens opinieonderzoek zou de keus van Wilders voor Le Pen zijn kiezers koud laten. Dat zou best kunnen, beide partijen zijn anti-islam. Maar de meeste kiezers schrikken ervoor terug om met zo'n omstreden gezelschap te worden geassocieerd, waarbij komt dat eurosceptisch Nederland extra wantrouwend staat tegenover de Fransen. Dan helpt zo'n verbond tussen Wilders en Le Pen uiteraard niet en loopt de steun voor het rechtspopulisme in Europa vanzelf op natuurlijke grenzen stuk.
Daar komt nog iets bij. Nu Wilders in Nederland niet zo goed heeft gescoord als verwacht en het FN in Frankrijk alle records doorbrak, is Marine Le Pen met afstand de grote leider van het Europese rechtspopulisme geworden. Een rechtspopulisme dat (zie Dominique Moïsi in Die Welt) weer fascisme gaat heten, want fascistisch - een term die lange tijd taboe was of als 'godwin' werd afgedaan - is het Front National. Het beestje kan gewoon weer bij de naam worden genoemd. Voor leidende Europese politici, met de krachtige Duitse minister van Financiën Wolfgang Schäuble voorop, zijn de handschoenen uit. Het anti-EU-monster heeft een naam, en heet Marine Le Pen, die zich zelfs als opvolger van de socialistische president François Hollande ziet. Vanaf deze week zijn alle ogen gericht op Frankrijk, dat nu echt bij de Europese les moet worden gebracht.
Het ligt toch al niet in de Franse aard om in grote politieke vragen naar junior partners uit kleine landen te luisteren. Nu madame Le Pen met haar eigen afgevaardigden in het Europees parlement het meest giftige blok van EU-bashers tegen Brussel is geworden (in de nationale assemblée is de 'soevereine' Marine afwezig), zal ze helemaal alleen nog zichzelf horen. Daarmee raakt de PVV als anti-Europese frontpartij uit beeld. Het wordt nu veel minder Wilders en veel meer Le Pen. Ook in dat grotere pan-Europese perspectief is Geert, die in de kalme kamerbankjes van het provinciale Den Haag eenzaam z'n tijd uitzit, passé.