Antisemitisme is nooit weggeweest, maar steekt z’nwalgelijke kop nu nog sterker op. In zijn voortreffelijke boek “Wat is fascisme” beschrijft Robin te Slaa hoe antisemitisme zich heeft voorgedaan in Nazi-Duitsland. Het was geen nieuw verschijnsel. Zoals bekend was de katholieke kerk door de eeuwen heen antisemitisch als Joden moordenaars van Christus. Maarten Luhter (Merkel’s godsdienst) was een rabiaat antisemiet in woord en geschrift. In de laat 19e eeuw en eerste helft 20ste eeuw waren er legio antisemitische auteurs in Duitsland (waaronder Nietzsche, 1844-1900), Frankrijk en Engeland. Het zijn de meeste weerzinwekkende teksten en ze kwamen er rustig mee weg. Hitler paste perfect in dat rijtje, zoals in Mein Kampf, 18 juli 1925. Adolf Hitler’s vroegst bekende tekst over de “Joodse kwestie” dateert van 16 september 1919 waarin hij zegt dat een ‘planmatige en wettelijke bestrijding en afschaffing van de voorrechten van Joden tot het uiteindelijke en onwrikbare doel is om Joden totaal te verwijderen.’ En daarna gaat hij van kwaad tot nog veel erger. In een interview in 1922 verklaart Hitler dat zijn belangrijkste missie de vernietiging van alle Duitse Joden is. Daarna spreekt en schrijft hij geregeld over de Vernichtung van de Joden. Op 22 juni 1941 openden de Duitse troepen de aanval op de Sovjet Unie. Deze operatie ging gepaard met massale moord op Joden. Nederlandse vrijwilligers bij de Waffen SS waren betrokken bij deze moordpartij en ze schrijven er heel vrolijk over. In oktober 1941 neemt Hitler de beslissing alle Joden in Europa te vermoorden en hij voegt de daad bij het woord zoals we weten. Onder de titel “De Joden zijn schuldig” schrijft Goebbels op 16 november 1941 in het weekblad Das Reich, met 1,5 miljoen lezers, dat Hitler zijn profetie uit 1939 nu bewaarheid: “we maken nu de uitkomst van deze voorspelling mee, waarmee het Jodendom wordt bezegeld. Elke vorm van medelijden is misplaatst.”
Natuurlijk hebben wij hierover in de loop van de jaren van alles over gelezen en gehoord, hoe vreselijk het was. Maar toch ben je er telkens verbijsterd over. Hoe kunnen mensen zo persistent slecht zijn, zo consequent niet deugen? Wat ik nog niet wist is dat Hitler al vanaf 1919 er heel open over de Jodenvernietiging was. In vele voordrachten heeft hij zijn voornemens kenbaar gemaakt. Het heeft in tijdschriften gestaan. En het Duitse volk vindt het prima, nee, men juichte het toe. “Wir haben es nicht gewusst”, de schandelijke leugen.
Maar wat mij dan ook verbaast is dat het boek “De meeste mensen deugen” van Rutger Bregman al maandenlang in de top 10 van de best gelezen boek van ons land staat. Hoe durft iemand zijn boek deze titel mee te geven? Ik heb het boek gelezen. Het is naar mijn mening vreselijke bijeengeraapte bullshit. Hoe kan het zijn dat dit boek zo populair is vraag ik me verschrikt af. Kan iemand me dit eens uitleggen? Ik snap het echt niet. De mensheid wil bedrogen worden en daar is dit boek naar mijn mening een heel sterk voorbeeld van. Beatrice de Graaf zegt over het boek “cynici en zwartkijkers kunnen inpakken. Een heerlijk boek voor iedereen die echt realistisch wil zijn.” Ja, ja, een heerlijk boek. Deze tekst van De Graaf zegt meer over haar dan over het boekdunkt me. Beatrice de Graaf is zoals bekend zeer gereformeerd (Christen Unie) en gelooft in de erfzonde. Maar nu blijkbaar even niet. De mens is soms ondoorgrondelijk en lijkt inconsequent.
Vrijwel alle Christelijke kerken kennen de leer van de erfzonde. Interessante leer, het bestuderen waard. Ook conservatieve atheisten als Dalrymple waarderen deze leer. Ik neem waar dat Bregman hier niet in gelooft en juist de inverse gebruikt van deze leer. Hij gelooft juist niet dat mensen zondig worden geboren, maar dat mensen met deugd worden geboren. Misschien valt hieruit ook (deels) de afkeer te verklaren die momenteel zichtbaar is voor onze cultuur, voor het Christelijke geloof en wat het heeft voortgebracht.
We komen er niet mee weg door te zeggen “dat waren Duitsers, beesten!” Nee, de mens is goed én kwaad. Je kunt dus ook niet zeggen dat de meesten mensen deugen en evenmin dat de meesten niet deugen. En wat is ‘deugen’? Met dit soort macro statements stuurt Bregman lezers het bos in en ze denken “het valt dus toch wel mee met ons! Kunnen we rustig slapen.” Laat je niet beduvelen door zijn vooringenomenheid.
Ik raad De Graaf aan eens kennis te nemen van het boek van Robin te Slaa. Het is niet ‘een heerlijk boek’, maar wel geschikt voor iedereen die echt realistisch wil zijn...