Hij gaat nog lang niet met pensioen.
Als je
Sven Kramer in 2014 gevraagd had of de
Olympische Spelen van 2018, in
Zuid-Korea, zijn laatste kunstje zouden zijn, had hij je met een volmondig 'ja' geantwoord. Hij zou dan immers 31 jaar zijn en alles gewonnen hebben wat er te winnen valt -- tenminste,
aangenomen dat hij dan eindelijk de 10 kilometer op zijn naam schrijft, wat dat is hem in 2014 en 2010 niet gelukt.
Nu dat toernooi voor de deur staat heeft Kramer echter besloten om tóch nog een tijdje door te gaan met
schaatsen. De reden laat zich raden: hij heeft er gewoon nog altijd "heel veel lol in."
De grote man zelf legt uit:"Dus ik ga nog een paar jaar door, zoals het er nu uitziet zeker nog twee jaar. En dat ga ik doen bij mijn huidige ploeg, bij Lotto-Jumbo."
Hij heeft zijn contract dan ook met (minmaal) twee jaar verlengd. Coach Jac Orie is daar natuurlijk hartstikke blij mee:
"Sven is niet alleen een uitzonderlijke goede schaatser, maar hij heeft ook een voorbeeldfunctie binnen en buiten de ploeg. Hij stelt zich altijd zeer professioneel op en heeft oog voor het teambelang. Daarnaast profiteren jongens als Patrick Roest en Chris Huizinga in hun ontwikkeling natuurlijk van zijn kwaliteiten."
Over het algemeen schrijven we niet zoveel over
sport hier op
De Dagelijkse Standaard -- niet buiten de grote toernooien én de Formule 1 om, tenminste -- maar Kramer verdient natuurlijk extra aandacht. Deze man is werkelijk een grootheid. Hij is zonder twijfel de beste schaatser
ooit. En zijn werkhouding is ongelooflijk. Hij wordt altijd "heel getalenteerd" genoemd, maar als je naar zijn levensverhaal kijkt zie je dat hij zich écht altijd onderscheiden heeft van de rest door zijn bereidheid om
keihard te willen werken, elke dag weer.
Alleen daarom al is het schitterend dat hij wat langer doorgaat. En misschien, heel misschien, houdt hij het zelfs vol tot de Olympische Spelen van 2022. Dat zou echt geweldig zijn.