Uit een onderzoeksrapport voor Justitie komt naar voren dat extreemlinkse (protest)acties vrijwel nooit vervolgd worden. Het lijkt, volgens het rapport, alsof de daders vaak heel goed weten wat ze wel of niet moeten doen. Daarnaast gebruiken ze ook vaak middelen waardoor ze moeilijk te traceren zijn (brieven, zwarte kledij, indirecte communicatie) of komen ze zo intimiderend over dat er geen aangifte wordt gedaan.
De daders komen er bijna altijd mee weg, schrijven de onderzoekers, omdat ze zeer "veligheidsbewust" zijn. "Door hun identieke kleding -vaak van een donkere kleur- en het dragen van gezichtsbedekking kunnen individuen niet zonder meer worden geïdentificeerd, ook niet als camerabeelden aanwezig zijn."
Opsporing loopt ook vaak spaak, omdat informatie die bij de AIVD aanwezig is, niet gedeeld kan worden met de politie. De daders zouden dan te weten komen dat de inlichtingendienst ze op de korrel heeft.
Vooral zogeheten "home visits" van links-extremisten worden door slachtoffers als zeer intimiderend ervaren. Toch worden dergelijke incidenten niet altijd bekend. Er wordt vaak over gezwegen, omdat de slachtoffers geen baat hebben bij publiciteit.
Met name die 'home visits' zijn uitermate schokkend, want wie weet hoe veel dat er zijn. Het is een vorm van sociale- en politiek controle waar je vrij weinig aan kan doen als overheid, want als er geen melding van wordt gemaakt, dan valt er niets te doen. De links-extremistische acties zijn ook gebaseerd op angst en sociale controle, zodat intimidatie zorgt voor een soort gedachtecontrole.
Rechts-extremisme wordt terecht vervolgd en hard tegen opgetreden, maar links-extremisme lijkt ook in deze tijd nog vaak de dans te ontspringen. Er wordt op een totaal andere manier naar gekeken dan haar extreme tegenhanger, terwijl het even gevaarlijk en autoritair is. Het is alleen bekleed met 'goede intenties'. Het doel heiligt niet de middelen, zeker niet als het gaat om geweld, intimidatie, of dwang.