De conclusies van de Europese Rekenkamer liegen er niet om: er zijn 'fundamentele tekortkomingen' in de EU-begroting.
Dat de Europese Unie een grotendeels zinloos project is, dat hoef ik de meeste van mijn lezers waarschijnlijk niet uit te leggen. Als u net als ik zo'n verstokte euroscepticus bent, dan weet u dat al jaren.
Maar eerlijk is eerlijk: het is toch altijd fijn om organisaties die niet inherent anti-EU zijn te horen toegeven dat Brussel inderdaad een inefficiente machine is, en geldverspilling nogal in de hand werkt. Ik vind het fijn dat te horen, want dat bevestigt mijn vermoedens dat het allemaal écht zo rampzalig is, en dat ik dus niet leid aan een vorm van paranoia en tunnelvisie.
Enter de Europese Rekenkamer. Die brachten vandaag een rapport uit over de besteding van subsidies die aan lidstaten verstrekt worden. De worden namelijk altijd helemaal opgemaakt. In plaats van dat het restant teruggeboekt wordt, wordt het hele budget vaak tot de laatste euro opgemaakt. Desnoods over de balk gesmeten. Waarom? Het moet op! De conclusies van het Rekenkamerrapport liegen er niet om:
Volgens de Rekenkamer is 'het gebrek aan prestatiegerichtheid een fundamentele tekortkoming in de opzet van een groot deel van de EU-begroting'.
Tot 2020, de looptijd van de nieuwe Europese meerjarenbegroting (1000 miljard euro) voorziet de Rekenkamer weinig verbetering. Er is geld, dus moeten er projecten komen ('gebruiken of verliezen'), is volgens de Rekenkamer de leidende gedachte bij de lidstaten als ze de hen toebedeelde EU-subsidies uitgeven.
In de periode waarover de Rekenkamer dit oordeel velt (2007-2013), gaf de EU ruim 900 miljard euro uit. Circa tweederde daarvan was bestemd voor de landbouw en de steun voor regio's die in welvaart achterlopen bij de rest van Europa. De projecten waar het geld naartoe gaat - variërend van de aanleg van wegen tot de omscholing van werklozen - passen vaak niet in een vooropgezet doel. Evenmin bestaan er tevoren vastgestelde streefcijfers waaraan het resultaat kan worden afgemeten.
Lees het hele stuk even door, zou ik zeggen. De oordelen van de Rekenkamer spreken voor zich en laten een hopeloos beeld zien van de uitgavenkant van Europese politiek: met groot gemak vliegen er hele grote bedragen over de toonbank, maar niemand ziet toe op een efficiënte besteding.
Het gevolg is een onnodig grote verdamping van ons belastinggeld, wat natuurlijk voornamelijk door nettobetalende landen als Nederland wordt opgehoest.
Volgens mij wordt het tijd dat we EU-onderdelen als de Europese Rekenkamer wat meer institutionele bevoegdheden gaan geven binnen de gehele Brusselse moloch, ten koste van de Commissie en het Parlement (dus niet van lidstaten!). Het zou de enorme geldverspilling waarschijnlijk drastisch kunnen verminderen.