De Dag van de Arbeid werd in heel Europa door boze burgers aangegrepen om niet te werken. De roep om vooral een einde te maken aan het bezuinigingsbeleid klinkt steeds luider.
In Frankrijk staat de socialist Francois Hollande te trappelen om president te worden en het Europese begrotingsakkoord te heronderhandelen zodat er meer nadruk komt op "groei" (lees: stimuleringsbeleid). In Griekenland weten de potverteerders van de gekke niet meer waarop ze moeten stemmen. Communisten? Fascisten? Wie er tegen de strenge Angela Merkel ageert, maakt de meeste kans. De Grieken willen zo snel mogelijk weer meer geld uitgeven dan er binnenkomt.
De Amerikanen kijken het allemaal met een hoge mate van schadenfreude aan. Zij pompten wel miljarden in hun economie en zie daar! De Amerikaanse economie groeit en gans Europa verkeert in recessie. De crisis werd allicht door een te hoge schuldopbouw veroorzaakt, dat weerhoudt vele economen er niet van te beweren dat juist nog meer geld lenen de oplossing is. Het "bezuinigingsbeleid" heeft volgens hen gefaald. Ik plaats dat tussen aanhalingstekens want van werkelijke bezuinigingen is in maar weinig landen sprake geweest. Wanneer economen en politici over "bezuinigen" spreken, bedoelen ze: beperkingen in de verwachte stijging van de uitgaven. In werkelijk nemen de overheidsuitgaven nog ieder jaar toe.
Er zijn uitzonderingen. De Baltische staten Estland (lid van de eurozone) en Letland (hoopt in 2014 lid te worden) bezuinigden wel. In die landen kromp de economie in de jaren 2008 en 2009 drastisch. Op de lonen werd ongeveer een kwart gekort. De bevolking ging niet de straat op. Rechtse regeringen bleven er aan de macht. De groei is inmiddels teruggekeerd. Estland en Letland staan er uitstekend voor.
Hetzelfde lijkt zich in IJsland te voltrekken. Het eiland was bij uitstek een voorbeeld van wat er in de jaren voorafgaande aan de crisis verkeerd ging. Banken en consumenten namen veel teveel schuld op zich, maar in plaats van de banken te redden en de koopkracht en het consumentenvertrouwen overeind te houden met enorme overheidsuitgaven, liet de regering banken failliet gaan en werden burgers nauwelijks geholpen.
Verwacht wordt dat de IJslandse economie dit jaar met 2,6 procent groeit. De huizenprijzen stijgen weer. Consumenten hebben vertrouwen in de toekomst. IJsland is binnen korte tijd een schoolvoorbeeld geworden van hoe het wel moet.
In continentaal Europa is de angst voor de markt te groot. Hier proberen centrale bankiers en overheden krampachtig het bestaande bankensysteem in stand te houden. Van faillisement mag geen sprake zijn! Dat geldt ook voor landen. Griekenland heeft miljardenleningen gekregen, ondanks het beschamende gebrek aan politieke en publieke wil om te hervormen zodat de Griekse economie gezonder wordt.
Zolang banken en overheden enorme schulden op de boeken hebben staan, kan er geen sprake zijn van een herstel. We zitten niet alleen nog met hetzelfde probleem dat de crisis veroorzaakte (de schuldenberg), we hebben het probleem groter gemaakt door nog meer geld te lenen -- of bij te drukken.
Nog voordat er werkelijk "bezuinigd" werd, gingen burgers de straat op om tegen de "wrede" en "asociale" zo niet "onmenselijke" crisismaatregelen te demonstreren. Dat de enorme Europese overheidsapparaten, die vaak meer dan de helft van het bruto binnenlands product opslokken, zullen inkrimpen, is inmiddels onvoorstelbaar. Maar weinig landen hebben de afgelopen jaren een gedegen, rechts begrotingsbeleid kunnen laten zien.
De linkse partijen gedijen er wel bij. Zij draaien graag de Frankfurtse geldkraan aan om stemmen te winnen. Op die manier gaat de crisis nog wel een tijdje duren. Zij hopen dat we uit de schulden kunnen groeien, maar van groei kan nauwelijks sprake zijn als verkeerde investeringen niet mogen worden afgestraft door de markt.
Het is tijd dat Europa (en dat geldt net zo goed voor de Verenigde Staten) door de zure appel bijt. We kunnen niet eeuwig op de pof leven. Willen we economisch herstel, dan zullen schulden moeten worden afgeschreven, zullen wellicht enkele banken over de kop moeten gaan, en boven alles: moeten overheden afslanken zodat er meer ruimte komt voor de private sector. Alleen op die manier kan Europa ook op de lange termijn groei laten zien.
Foto: Wikicommons
1 (Piccolo Namek),
2