In de media kwam het nauwelijks aan bod, maar deze week stemde het Europees Parlement voor een verhoging van de lonen van de EU-ambtenaren voor 2012 met 0,8%. Om precies te zijn gaat het om een aanpassing met terugwerkende kracht van hun lonen en pensioenen vanaf 1 juli 2012.
Dit stoot tegen de borst. Niet zozeer omwille van het absolute bedrag. Een 3000 euro voor Europese Commissarissen is werkelijk peanuts vergeleken met het minimumloon van makkelijk 180.000 euro per jaar waar ze recht op hebben gedurende drie jaar na het verlaten van de dienst (de Commissie
garandeert immers dat elke ex-EU Commissaris gedurende drie jaar 40 tot 65% van zijn of haar vroegere loon moet verdienen om de transitie naar de wereld van de gewone stervelingen niet al te pijnlijk te maken, en stort in het geval ze niet zoveel verdienen het verschil). Ook een 1000 euro extra is voor Europarlementsleden niet meer dan een aalmoes, als je weet dat ze
maandelijks een 4000 euro op hun rekening gestort krijgen voor onkosten allerhande die ze niet hoeven te bewijzen, bovenop hun
loon van 6000 euro netto per maand en een intekenvergoeding van 300 euro per dag. Een gewone eurocraat, waarvan het loon gemiddeld 91.064 euro bruto per jaar
bedraagt, ten minste als ze (zoals 70% doet) 16% extra als expatvergoeding ontvangen, moet het zelfs met nog minder extra loon stellen. Het mag dan ook geen verwondering wekken dat dit de reactie van de vakbond van de EU-werknemers was: We starten dus met het voorbereiden van juridische actie! . Hier is hun email:
From: FFPE [mailto:[email protected]] Sent: 07 March 2014 12:42 To: Parlement Européen Subject: Adaptation 2012 de 0.8% et action en justice/ 2012 0.8% ajustement and legal action Dear colleagues,
As predicted, the Presidency managed to find a qualified majority within Coreper I this morning. The EP can therefore now vote through the agreed deal (0% for 2011 and 0.8% for 2012) next week.
We can therefore now start preparing legal action!
The FFPE Committee
(Voor de liefhebbers van berichtgeving door de EU-vakbonden,
klik hier)
Eigenlijk is het echte probleem ook niet dat de lonen
al zo hoog zijn. In een ideale EU zouden de vele overbodige
EU-agentschappen en ambtenaren natuurlijk aan de deur worden gezet, maar de weinige ambtenaren die in de Commissie zouden overblijven om de lidstaten te wijzen op het naleven van het vrijhandelsverdrag (en dus niet dat zelfde verdrag misbruiken om allerlei regelneverij op de Europeanen los te laten) zouden wat mij betreft althans goed mogen worden betaald.
Een eerste stap zou het aanpakken zijn van de excessieve voordelen van de generatie EU-ambtenaren die al van voor 2004 aan de slag waren. Zij waren immers helemaal niet bereid om te delen met de ambtenaren uit de nieuwe EU-landen na de grote uitbreiding. Een hervorming van het EU-ambtenarenstatuut geldend vanaf 2004 voorzag dan ook zowel een vermindering van de excessieve voordelen als het behoud van de bestaande voordelen en verworven rechten voor zij die reeds aan de slag waren. De Commissie beweert dat er hierdoor tegen 2020
zelfs 8 miljard euro bespaard zal worden. Nagenoeg één op vier van de 46.000 Commissie-ambtenaren zou volgens CDU-verkozene Inge Graessle een
10.000 euro bruto per maand verdienen. Het hoeft geen betoog dat dit vaak gaat om oudere eurocraten, die uiteraard ook van een bijzonder hoog pensioen zullen genieten, omdat dit deels van hun loon afhangt.
Toen ik verleden jaar hierover in debat ging in het Europees Parlement, op een hoorzitting georganiseerd door SP-europarlementslid
Dennis de Jong, die op dit vlak excellent werk levert in Brussel, kreeg ik vreemd genoeg steun voor mijn kritische kijk vanwege een groep EU-ambtenaren die zich hadden verenigd onder het banier
Generation 2004. Naast het aanpakken van de verworven rechten van de oudere, extreem overbetaalde groep EU-ambtenaren zou een bescheiden hervorming er bovendien in kunnen bestaan dat men enkel nog 16% extra loon als expatvergoeding opstrijkt gedurende een beperkte periode en niet levenslang, zoals nu het geval is.
Het echte probleem dan met de loonsverhoging voor 2012 is dat voor de zoveelste maal bewezen is dat de Europese Unie een bestuurlijke kaste op zich vormt, waar de échte eigenaars van dit bestuursniveau, namelijk de lidstaten, de controle over kwijt zijn. De lidstaten, die in de voorbije jaren
bijna allemaal kosten-besparingen hebben doorgevoerd in de publieke sector, hadden voor deze al bij al triviale beslissing voorgesteld om net zoals in 2011 een bevriezing van de lonen te eisen. Voor 2011 was de Europese Commissie naar het Europese Hof van Justitie gestapt. Na een hele procedure, waarbij de Advocaat-Generaal
eerst adviseerde om de Commissie in het gelijk te stellen, besloot het Hof
uiteindelijk toch de lidstaten gelijk te geven. Ondanks deze overwinning slaagden de lidstaten er niet in om voor 2012 hun wens voor een bevriezing van de lonen van de ambtenaren door te drukken, maar krijgen de EU-ambtenaren, met dank aan een samenspannen van de Commissie en het Europees Parlement alsnog loonsopslag.
Het Europees Parlement mag dan wel rechtstreeks verkozen zijn, dat
volstaat alvast niet om ook een legitieme vertegenwoordiger van de burger te zijn, want die heeft nog maar weinig vertrouwen in de EU. In zowat elke peiling in zowat elke lidstaat is dat vertrouwen voorbije jaren
gezakt naar een dieptepunt. In Italië
heeft bijvoorbeeld nog maar 29% van de bevolking vertrouwen in de EU. In 2000 was dat 57%. Dat de euro daar veel mee te maken heeft en het falen van de euro alle goede aspecten van de EU ondertussen ondermijnt, mag trouwens duidelijk zijn.
Het Griekse Raadsvoorzitterschap, dat in theorie alle lidstaten vertegenwoordigt, besloot om toe te geven aan de Commissie en een terugwerkende loonsverhoging van 0,8% toe te staan voor 2012. De vraag is in welke mate het Griekse voorzitterschap effectief een mandaat genoot om de eis om de lonen te bevriezen op te geven. Wanneer kleine landen het roer van de Raad overnemen heeft de Commissie nogal de neiging om mee aan het roer te zitten als adviseur. Het lijkt hier om een symbolisch dossier te gaan, maar de eurocraten en euro-parlementsleden over wiens loon het hier gaat worden door deze beslissing directer getroffen dan door vele van hun beleidsbeslissingen, die een enorme impact hebben op de Europeanen. Daarom moeten de lidstaten de kans om alsnog orde op zaken te stellen niet laten liggen.
Op 14 april dienen zij nog hun finale zegen te geven en kunnen zij de Commissie-ambtenaren en Europarlementsleden een signaal geven dat ze de controle over de EU terug willen.
Pieter Cleppe vertegenwoordigt de onafhankelijke denktank Open Europe in Brussel.