Diverse EU-landen pleiten voor een uitbreiding van de macht van opsporingsdiensten. Zij zouden 'digitaal bewijs' rechtstreeks op moeten kunnen vragen zonder tussenkomst van justitie. Dat meldt De Telegraaf.
Dit soort onderwerpen bevatten altijd een soort nevel van geheimzinnigheid. In eerste instantie klinkt het logisch dat opsporingsdiensten elkaar bewijsmateriaal moeten kunnen doorspelen bij gevallen als terrorisme-verdenkingen en verdachten die nogal eens de grens over gaan tussen EU-landen. Toch lonkt er hier een gevaar.
Minister Grapperhaus, waar je natuurlijk zat op kunt aanmerken, deed toch een aardige poging om de machtsuitbreiding enigszins te beteugelen. Hij kreeg bijval van een meerderheid in het parlement, zijn Duitse collega en nog vijf ministers wat betreft zijn kritiek op dit voorstel. Hij meent namelijk dat de rechten van verdachten onvoldoende zouden worden gewaarborgd. Voorstanders van de machtsuitbreiding vinden echter dat EU-landen elkaar maar gewoon moeten vertrouwen.
Dat is allemaal leuk en aardig als het over een of andere terrorist in Frankrijk gaat die morgen in Nederland vertoeft, maar de machtsuitbreiding gaat om veel meer dan dat. Er zijn behoorlijk wat situaties te bedenken waar het onwenselijk is dat het ene land zomaar gegevens van een verdachte op kan vragen zonder tussenkomst van justitie.
Wat had Spanje bijvoorbeeld gedaan als het zomaar gegevens van de op de vlucht geslagen Catalaanse premier Puigdemont op had kunnen vragen? Wat als een land 'hate speech' wil aanpakken en de verdachte zich in Nederland bevindt? De gegevens kunnen dan zo in handen komen van een overheid die weliswaar kan zeggen dat het puur ter informatie is, maar of ze dat ook daadwerkelijk alleen voor dat doel gebruiken is nog maar de vraag.
Wanneer zo'n aanvraag (zoals nu nog het geval is) eerst langs justitie moet, kan er in ieder geval nog worden gekeken of zo'n aanvraag terecht is. Om over de veiligheid van die gegevens nog maar te zwijgen. Nederland is al zo lek als een mandje en ik kan mij niet voorstellen dat andere landen (Estland uitgezonderd) die zaken wél goed op orde hebben.
Het Europees Parlement zal nog een standpunt in moeten nemen en daarna gaan onderhandelen met de lidstaten. Het belooft in ieder geval niet veel goeds.