Ik ben dol op technologie, zegt regisseur Henry-Alex Rubin, naar aanleiding van zijn thriller Disconnect over het menselijk (on)vermogen tot communicatie en de invloed van digitale technologie daarop.
Aan het begin van het gesprek kijkt Rubin bijna verliefd naar de Iphone op tafel, waarmee het interview wordt opgenomen. Ik ben dol op dit programmaatje, dweept hij. Het is zo goed. Mobiele telefoons spelen een grote rol in het speelfilmdebuut van de filmmaker, die in 2005 de Oscargenomineerde documentaire Murderball (over een rolstoelrugby-team) maakte. In Disconnect volgen we drie verhalen, die op een of andere manier ook met elkaar zijn verbonden: een stel dat hun kind is verloren, communiceert niet meer met elkaar en vindt troost op het internet; een televisieverslaggeefster vindt in een jonge interviewkandidaat die zichzelf online verkoopt eindelijk een echte connectie; en twee vaders merken hoe weinig ze verbonden zijn met hun zonen, waarvan de een de ander online pest.
Digitiale technologie kan een probleem zijn, zoals elk gereedschap dat is. Je kunt het gebruiken of misbruiken. Ik ben dol op technologie en heb altijd de laaste gadgets. Maar ik worstel ook met de tijd die ik besteed aan mijn telefoon, terwijl ik mensen eigenlijk zou moeten aankijken. De film gaat daarover, maar hij gaat vooral over hoe mensen met elkaar communiceren.
Het grote thema is dus eigenlijk eenzaamheid. Wanneer de personages in de film technologieën gebruiken, als ze sms-en, facebooken of telefoneren, dan doen ze dat, al dan niet succesvol, om contact te krijgen met anderen. Ik kan wel begrijpen dat een deel van het publiek denkt dat de boodschap is: internet is slecht. Maar we kunnen daar niet meer van loskomen. Dat station is allang gepasseerd. Mensen zijn in hun eenzaamheid wel kwetsbaar voor de gevaren van internet. De eenzame jongen is blij dat een meisje online zijn muziek mooi vindt, de van haar man vervreemde vrouw vindt verbondenheid in een chatroom, en de reporter voelt zich minder alleen bij de jonge jongen dan bij haar leeftijdgenoot waarmee ze af en toe het bed deelt.
Ik denk dat contacten door sociale media net zo legitiem en bevredigend kunnen zijn als direct contact met iemand tijdens een lunch bijvoorbeeld. Het wordt pas gevaarlijk wanneer dat digitale contact ten koste gaat van de band met degene die naast je zit. Dat gebeurt veel. Maar we moeten niet vergeten dat deze technologie nieuw is we zijn live getuige van de ontwikkeling van de etiquette en regels rondom het gebruik. Over tien jaar is dat allemaal duidelijk, dan weet je wat kan of niet kan. Hoelang je een kind online moet laten zijn, en of het beleefd is je telefoon tijdens een diner op tafel te laten liggen, of af en toe te checken. Ik hoor steeds vaker van mensen die van hun slaapkamer een technologievrije zone maken.
Ik heb me lang verzet tegen het idee een speelfilm te maken. Ik vond documentaires altijd interessanter. Toen ik dit scenario las, vond ik elk onderwerp dat erin voorkwam geweldig voor een documentaire. Dat is ook de reden dat ik veel research gedaan heb, en interviews met mensen die wat in de film gebeurt ook echt hebben meegemaakt. Ik heb gesproken met FBI-agenten, online-pestkoppen, webcam-sekswerkers en slachtoffers van cyber-criminaliteit. Als ze iets zeiden dat heel urgent was, heb ik dat in het script opgenomen. Zoals de jongen die al heel lang in de online porno-industrie zat. Hij zei dat het hem niet kon schelen dat mensen hem veroordeelden. Die mensen hebben problemen met seks. Ik niet, ik ben vrij en er trots op dat ik mensen kan opwinden. Dat kwam zo in de film. En de vader wiens zoon een zelfmoordpoging had gedaan, vertelde hoe de tocht door de ziekenhuisgang op zoek naar zijn zoon de langste en pijnlijkste van zijn leven was. Die scène in de gang zit ook in de film. Door zulke dingen toe te voegen, hebben de schrijver en ik de film zo authentiek mogelijk gemaakt.
De film heeft een documentaireachtige uitstraling. Dat komt ook omdat de technieken waarmee je documentaires filmt voor mij vertrouwd zijn. Het werkt goed, vooral met kinderen. Die zijn zich heel erg bewust van zichzelf en hun omgeving en vinden het moeilijk natuurlijk te acteren wanneer er zeventien crew-leden om hen heen staan en er een enorme microfoon boven ze hangt. Ik filmde vaak van ver weg en heb ook de camera weleens verstopt. Daardoor werd hun performance meer naturel. Ze hebben ook zelf dingen in de film gebracht, zoals de teksten voor de whatsap- en facebookberichten. Dat zijn hun woorden, net als de dialogen. De film is ook geen fantasie, het is allemaal echt gebeurd, en het gebeurt nog steeds. Daarom luisterde ik ook naar iedereen die erbij betrokken was. Iedereen heeft wel iets meegemaakt, dat verband houdt met communicatie en technologie. Disconnect is daarmee eigenlijk de overpeinzing van alle mensen die eraan hebben meegewerkt.
Disconnect draait vanaf 20 juni in de bioscopen.