Een gastbijdrage van Dolf van Wijk.
Duurzaamheid is onterecht gekaapt door de ecologie. Dit heeft rampzalige gevolgen waardoor duurzaamheid nu aan zijn einde dreigt te komen. Een tegenstrijdigheid van jewelste, want een simpele en bruikbare definitie van duurzaamheid is lang meegaan. Het duurzaamheidsconcept is oorspronkelijk bedoeld als een samenhang tussen ecologie, economie en sociaal. Maar de laatste decennia is de ecologie zó invloedrijk geworden dat voor velen duurzaam tegenwoordig gelijk staat met groen of ecologie. De ecologische dominantie heeft desastreuze gevolgen voor de houdbaarheid van het concept en is dus niet duurzaam.
Deze ecologische dominantie is vooral bereikt door het misbruiken van wetenschap, door cherry-picking of erger en vaak met het voorzorgsprincipe als argumentatie. Voorbeelden zijn er te over en bekend bij volgers van climategate.nl. Biodiversiteit, planetary boundaries, tipping-points'en klimaatverandering worden allemaal opgeklopt, ongeacht de feiten, om meer politieke macht te krijgen. Inmiddels zijn we zo ver dat het woord duurzaam koude rillingen veroorzaakt bij velen, dollartekens in de ogen van anderen en dromerige blikken bij weer anderen. Die verschillende reacties geven precies aan wat er mis is gegaan met duurzaamheid: de éénzijdige invulling.
Ook zogenaamde oplossingen worden éénzijdig ecologisch bekeken, zoals bijvoorbeeld bij windenergie. Wind is gratis en daarom lijkt windenergie gratis. Ten onrechte. De economie is ook een essentieel onderdeel van duurzaam en als die wordt meegenomen bij windenergie wordt het beeld al snel anders: onbetaalbaar, niet lang vol te houden en dus niet duurzaam.
Er is niets tegen ecologische ideeën, maar de economie als essentiële realiteitscheck blijft vaak achterwege. De balans is verstoord doordat de ecologie een te grote machtsfactor is geworden. Maar Gro Harlem Brundtland en haar Commissie kunnen we dat niet kwalijk nemen. Zij begrepen de politieke machtsdynamiek heel goed en pleitten voor een goed evenwicht tussen de machtsfactoren.
Our common future gaat over machtsbalans
Het duurzaamheidsprincipe zoals het door de Brundtland Commissie in 1987 is beschreven in Our Common Future is hierover heel duidelijk. Duurzaamheid vereist dat de drie pilaren onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Het rapport legt weliswaar veel nadruk op de ecologie, maar dat moet ook gezien worden in de context van de tijd. In de jaren tachtig had milieu nog een veel minderwaardiger plaats in de politieke machtsverhoudingen en begon pas meer politieke invloed te krijgen. Maar Brundtland wilde zich beslist niet uitsluitend op ecologie richten, zo blijkt duidelijk uit haar voorwoord in het rapport:
When the terms of reference of our commission were originally being discussed in 1982, there were those who wanted its considerations to be limited to environmental issues only. This would have been a grave mistake. The environment does not exist as a sphere separate from human actions, ambitions and needs
Het werd dus gezien als een grave mistake om enkel naar het milieu te kijken. Dat is geen afgescheiden onderdeel en komt niet in de plaats van menselijke ambities, zoals tegenwoordige groene politiek ons graag wil doen geloven. Er kan geen twijfel bestaan over de bedoelingen die toen werden vastgelegd over onze toekomst:
These links between poverty, inequality and environmental degradation formed a major theme in our recommendations. What is needed now is a new era of economic growth growth that is forceful and at the same time socially and environmentally sustainable.
Merk op dat het woord links het onderwerp is van de eerste zin, de samenhang vormde het belangrijkste thema van de aanbevelingen. De economische groei moest krachtig zijn en tegelijk ecologisch en sociaal lang houdbaar. De Brundtland Commissie zag in dat alle drie aspecten een evenwichtige rol moesten spelen in belangrijke maatschappelijke besluitvorming om langdurige welvaart te verkrijgen.
Als één van de drie een te sterke overmacht heeft is het resultaat inderdaad niet duurzaam, zo leert de geschiedenis:
? Als de economie domineert lijden sociaal en ecologie daar onder. Arbeiders worden uitgebuit en er is vervuiling, zoals in de jaren 60 en 70 het geval was. Toen dumpten we nog kernafval in de Noordzee en had Greenpeace een nuttige maatschappelijke rol.
? Sociaal: als vakbonden te machtig worden loopt het spaak met de economische vooruitgang en welvaart. Aan Thatcher vragen kan niet meer, maar er zijn genoeg hedendaagse voorbeelden in de vorm van ontregelende stakingen.
? Ecologie: de (over-)macht van groen speelt nu. De laatste 20 jaar heeft de ecologie teveel macht gekregen en zitten we nu met de korenwolf-gekte.
De ecologische overmacht maakt meer kapot dan je lief is
Wie eraan twijfelt dat in de huidige tijd de ecologie meer macht heeft dan gezond is voor de welvaart, en dus niet duurzaam, hoeft maar naar de Duitse energiepolitiek te kijken. Merkel paste de Energiewende destijds succesvol toe als machtspolitiek middel om de sterk opkomende Groenen de loef af te steken. Groene machtspolitiek met als verregaande consequentie dat nog waardevolle kernenergie centrales gesloten werden. En dat Duitsland nu een onbetaalbaar hernieuwbaar energiebeleid voert dat ten onrechte duurzaam genoemd wordt.
Inmiddels worden vele pijnlijke voorbeelden van de ecologische overmacht duidelijk. De bangmakerij is angstwekkend effectief gebleken. Nederland heeft een energieakkoord waarbij vele miljarden nutteloos in zee gestort worden. Discussie over noodzaak en economische consequenties hiervan breekt nauwelijks door dit ecologisch gedreven machtsblok heen. De voorbeelden maken duidelijk hoe de machtsbalans ligt.
Hoe nuttig zijn consultants die denken dat duurzaam enkel ecologie is?
Het zijn gouden tijden voor duurzaamheidsgoeroes, waarvan velen zich in feite uitsluitend op de ecologie richten. Zonder kritisch nadenken worden ze bevoorraad door sommige academici, gesteund door veel politici en nagepraat door heel veel media. Zo vormen ze een sterk machtsblok, de iron triangle van Lindzen. Een goede economische toetsing van groene plannen zou veel kaf van het koren scheiden.
Adviseurs die de wereld door een groenfilter bekijken kunnen hun nut hebben bij het oplossen van puur ecologische vraagstukken, maar niet bij duurzaamheidsvraagstukken. Dan zijn ze net zo nuttig als een binnenhuisarchitect die blind is voor het bouwtechnische aspect. Die adviseert een muur uit te breken voor een mooi ruim uitzicht, maar dan blijkt het een dragende muur te zijn waarna het huis instort.
Moedige opinieleiders gezocht die ware duurzaamheid in ere durven herstellen
Het lijkt me duidelijk, we moeten het oorspronkelijk goed bedoelde duurzaamheids idee herstellen. CEOs en politici die onder maatschappelijke druk in hun retoriek meegingen met de groene hype kunnen nu weer realistisch zijn en tegelijk duurzaam èn politiek correct. Ze moeten alleen (durven) uitleggen dat duurzaam niet hetzelfde is als ecologie.
De eerste kritische vraag bij elk duurzaamheidsverhaal moet wat mij betreft voortaan zijn: is het éénzijdig duurzaam of ècht duurzaam? En daarna: kritisch rekenen maar!
Aldus Dolf van Wijk.
Deze 'posting' verscheen eerder
hier.
Voor mijn eerdere DDSbijdragen zie
hier.