Gisteren werd bekend dat China voor ruim zes miljard dollar een kopermijn in Peru heeft gekocht. Het is al langer bekend dat de Chinezen bezig zijn met omvangrijke strategische investeringen. Zo kopen Chinese bedrijven aan de lopende band middelgrote Europese bedrijven op, vaak met een degelijk technologisch of innovatief concept, zeker nu de prijzen van die bedrijven aan de lage kant zijn door de eurocrisis. Ook kopen de Chinezen al jarenlang fysiek goud en goudmijnen op en gaat het (onjuiste) verhaal dat China enorme landbouwgebieden in Afrika opkoopt (de waarheid is dat China vooral grote boerderijen koopt, die op eigen wijze voor voedselproductie zorgdragen). En nu dus een kopermijn in Peru, want er is wereldwijd schaarste aan koper, net als silicium een belangrijke grondstof voor diverse electronica producten. Is er sprake van een Chinese coup?
Absoluut niet, want ook andere landen proberen een graantje mee te pikken in de wereldwijde strijd om schaarse grondstoffen. Kobalt en goud uit Congo, diamanten uit Sierra Leone, hout uit Liberia, overal duiken westerse firma's op om zich te verzekeren van de aanvoer van noodzakelijke grondstoffen. Of dacht u soms dat de Fransen in Mali zitten om een einde te maken aan het islamitisch geweld? Welnee, het zijn de goud- en uranium voorraden van dat land, die maken dat Frankrijk zich in die burgeroorlog heeft gemengd. Die strijd om Afrikaanse grondstoffen is trouwens één van de redenen waarom er zoveel stammentwisten zijn in die Afrikaanse landen. Alleen al om die reden is ontwikkelingshulp een lachertje. Het geld komt overal terecht, behalve op plaatsen waarvoor het bedoeld is.
Maar de Chinezen pakken het wel wat slimmer aan dan de meeste westerse landen. Het is een hardnekkig misverstand om te denken dat de Chinezen Afrika 'leegroven' en lak hebben aan mensenrechten. Dat kan men nog eerder zeggen van sommige Franse, Britse en Duitse bedrijven. De Chinezen doen dat anders. Zij investeren bijvoorbeeld in de infra structuur van het land. Nog geen vier maanden geleden breiden Chinese bedrijven het vliegveld van Nairobi (Kenia) uit, à raison van 477 miljoen; het Chinese bedrijf Fenxi Mining Group gaat twee grote kolenmijnen in het oosten van Kenia uitbaten; weer een ander Chinees bedrijf investeert 5,3 miljard in een olieraffinaderij in Nigeria; China ging bovendien een partnerschap aan met Nigeria om drie elektriciteitscentrales te bouwen. En dit is dan slechts de optelsom van één maandje 'Afrika'.
De Europese Commissie zou zich beter kunnen bezighouden met een degelijk beleid, namens de EU, om hetzelfde te doen in plaats van zich onledig te houden met olijfoliekannetjes of vermeende geschonden Oekraïnse mensenrechten of het destructieve immigratiebeleid van Cecilia Malmström of de kletsverhaaltjes van Viviane Reding. En daarvoor hebben we dus géén federale unie nodig, zo zeg ik tegen de Verhofstadt's, maar ook de Wientjes van deze wereld, maar goede intergouvernmentele afspraken met betrekking tot het functioneren van de Interne Markt. Wèl een kleine en slagvaardige Commissie, maar zónder eigen politiek mandaat. De Commissie als verlengstuk van de Raad en het europarlement kan naar huis, want volstrekt overbodig. Hebben we meteen het verhuiscircusprobleem tussen Brussel en Straatsburg opgelost.
Terug naar de Chinezen. Ik zei al, dat ze het veel slimmer aanpakken dan de Europeanen. Ze zijn er ook al eeuwen bezig en niet, zoals zovelen denken, pas de laatste paar jaar. China verleent geen 'ontwikkelingshulp', gratis geld corrumpeert immers, maar wel goedkoop krediet aan locale bedrijven in Afrika. Die kredieten kunnen ook goedkoop blijven omdat ze gebruikt worden voor de productie van grondstoffen, die China dan weer goedkoop inkoopt. Zo snijdt het mes aan twee kanten: localen hebben werk en inkomen; China komt relatief goedkoop aan zijn grondstoffen. Zo eenvoudig kan het zijn. Overigens zijn de Chinese investeringen niet louter gericht op grondstoffenwinning. Sterker, het grootste deel van de investeringen bestaat uit infra structurele, de maakindustrie en de ... handel.
Naast de economische motieven heeft China nog een ander motief: het verbreiden van haar cultuur. Dan doen ze niet door dwang uit te oefenen, maar door cultuurcentra te openen, waar de taal wordt geleerd. Want China begrijpt als geen ander dat taal belangrijk is voor de acceptatie van een cultuur.
De VS proberen China in een kwaad daglicht te stellen door te suggereren, laatst nog bij monde van de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Hillary Clinton, dat China de mensenrechten schendt in Afrika en de bevolking wil uitbuiten. Maar dat dit onzin is bewijst de creatie van locale werkgelegenheid en bovendien gaan lang niet alle Chinese plannen door. Met grote regelmaat van de klok kiezen Afrikaanse staten voor niet-Chinese investeerders. Kortom, het geschetste beeld van Clinton klopt niet.
Natuurlijk is het ook waar, dat China met de massale import van goedkope producten Afrikaanse banen wegconcureert, vooral de Afrikaanse kledingindustrie heeft het zwaar. Maar daar staat tegenover dat zij ook nieuwe werkgelegenheid creëert.
In de mondiale strijd om grondstoffen zou het westen, en zéker de EU, er verstandig aan doen om een aantal aspecten van 'de Chinese methode' eens heel grondig te bestuderen. En, zoals gezegd, hebben we daar geen federale unie voor nodig, maar slimme onderhandelaars. Al het geld dat de gezamenlijke EU landen besteden aan de volkomen nutteloze 'ontwikkelingssamenwerking' zou alvast op een veel slimmere manier geïnvesteerd kunnen worden. Maar ja, die Europese belangentegenstellingen hè? Zucht.
Klik hier voor een overzicht van mijn columns en volg mij hier op Twitter.