De koploper van de Republikeinse presidentsverkiezingsrace haalde in een radio-interview over het Midden-Oosten het nodige door de war.
Gisteren heeft Donald Trump er een rommelig interview bij een radiozender opzetten. De man die al twee maanden de peilingen aanvoert bleek niet geheel op de hoogte te zijn van het wel en wee in het Midden-Oosten. Zo kon Trump Hamas en Hezbollah niet uit elkaar halen:
Trump also avoided saying who exactly Hezbollah leader Hassan Nasrallah, al-Qaeda leader Ayman al-Zawahiri, Jabhat al-Nusra leader Abu Mohammad al-Julani, and ISIS leader Abu Bakr al-Baghdadi were when asked about them by Hewitt.
“I think by the time we get to office, they’ll all be changed,” Trump said. “They’ll be all gone.” Nasrallah has led Hezbollah since 1992.
Met die laatste opmerking gaf Trump ook onbedoeld president Obama een compliment, aangezien Trump er vertrouwen in lijkt te hebben dat de Democratische politicus al deze terroristische leiders binnen anderhalf jaar uit de weg kan ruimen.
Maar Trump snapte ook niet wat het verschil was tussen de Koerden, en de Iraanse Quds-strijdkrachten, die rechtstreeks rapporteren aan ayatollah Khamenei:
Hewitt told Trump he was going to “turn to some of the commander-in-chief questions” and asked him about Qasem Soleimani, the the commander of the Quds Force, a special operations force of the IRGC.
“He runs the Quds Forces,” Hewitt said.
“Yes, okay, right,” Trump responded. “The Kurds, by the way, have been horribly mistreated by …”
“No, not the Kurds, the Quds Forces, the Iranian Revolutionary Guards Quds Forces,” Hewitt interjected.
Of de uitglijer van Trump gevolgen voor zijn campagne zal hebben, valt nog te bezien. De opmars van Trump tot dusverre wordt gekenmerkt door een opmerkelijke vergevingsgezindheid van zijn achterban voor foutjes en ander gedrag dat andere kandidaten wellicht geveld zou hebben. Aan de andere kant wijst de vorige presidentiële verkiezingscyclys uit dat Republikeinen hun stem veranderen als blijkt dat hun kandidaat rommelig omgaat met de feiten. In 2012 gebeurde dat bij Rick Perry, die niet meer wist welk bezuinigingsbeleid hij wilde voeren. Hij stond toen bovenaan de peilingen, maar zakte meteen gigantisch weg. Ook overkwam het Herman Cain, die niet op de hoogte was van Obama's Libiëbeleid.