"Wacht voor me, ik kom eraan."
Jeanette and Alexander Toczko werden op 8-jarige (!) leeftijd dolverliefd op elkaar. Ze wilden nooit gescheiden zijn. Ze kregen verkering en werden tegelijkertijd elkaars beste vrienden.
Vaak lopen die soort jonge relaties op een gegeven moment stuk, maar dat was bij hen niet het geval. Jeanette en Alexander hielden namelijk echt van elkaar. Toen ze eenmaal volwassen waren stapten ze dan ook in het huwelijksbootje. Dat was in 1940. Jawel, op het moment dat de nazi's Nederland bezetten.
Nadien maakten ze van alles mee. Alexander vocht voor zijn land én voor de rest van vrij Europa in de Tweede Wereldoorlog, ze kregen kinderen, en ze verloren vrienden.
Gelukkig hadden ze
elkaar altijd. Zoals hun dochter, Aimee Toczko-Cushman, uitlegt
aan een Amerikaanse krant:
"Ze waren echt twee handen op één buik."
De twee waren werkelijk onafscheidelijk.
Ongelooflijk genoeg bleef dat zo tot hun
dood. Ze werden samen oud, werden tegelijk opgenomen in een verzorgingstehuis, en omarmden elkaar letterlijk tot ze voor de laatste keer ademhaalden.
Alexander ging als eerste. Zijn vrouw omhelsde hem, hield hem tegen haar borst gedrukt, en zei:
"Kijk, dit is wat je altijd wilde. Je sterft in mijn armen. Ik houd van je, wacht op me, ik kom eraan."
Dat was op 17 juni. Minder dan 24 uur later stierf Jeanette ook vredig, omringd door haar gezin.
Schitterend, ik kan niet anders zeggen.