Wanneer de meerderheid van een volk onze waarden niet deelt, waarom steunen we dan toch hun democratie?
De recente ontwikkelingen in Egypte en Turkije en de aanhoudende onrust in Oekraïne en Thailand hebben laten zien dat democratie niet voldoende is om landen 'Westers' te maken. Sterker, democratie betekent in deze landen in de praktijk een tirannie van de meerderheid. Westerse waarden, zoals geloofsvrijheid, rechtsbescherming van minderheden en het proberen te vinden van een consensus, delven het onderspit. Een democratie is nog niet per definitie een liberale democratie.
Toch zijn er veel Egyptenaren, Turken, Thai en Oekraïners die Westerse waarden delen, tenminste ten dele. Juist zij hebben echter het nakijken wanneer de Europese Unie en de Verenigde Staten vooral aandringen op het houden van verkiezingen.
In Egypte waren het de Moslimbroeders die dankzij vrije verkiezingen aan de macht kwamen; niet bepaald een pro-Westerse club. Christenen hadden het onder hun bewind zwaar te verduren. De rechten van vrouwen waren in het geding.
Sinds de militairen vorig jaar de macht overnamen, is een nieuwe grondwet aangenomen die minder de sharia ademt en de rechten van vrouwen en religieuze minderheden beschermt. Ook probeert het Egyptische leger Hamas in de Gazastrook te verdringen, een extremistische groep die aan de Moslimbroederschap is gelieerd. Israël hoeft zich geen zorgen meer te maken over de toekomst van het vredesverdrag dat het in 1979 met Egypte sloot. Amerikaanse steun voor het Egyptische leger is immers deels afhankelijk van dit verdrag. De generaals zullen we niet snel antisemitische leuzen horen uitslaan, iets waar menig Moslimbroeder op werd betrapt.
Vanuit het Westerse belang gezien hoeft er dus geen twijfel over te bestaan wie we in Egypte liever aan de macht hebben. Ook vanuit het oogpunt van de Westerse waarden moet de huidige regering echter de voorkeur genieten ten opzichte van de Moslimbroederschap. Die wilde dan wel democratie, maar daarmee was ook alles gezegd.
Het is onwaarschijnlijk dat het leger in Turkije nog eens de macht grijpt, hoewel ook daar een islamistische regering door de meerderheid van het volk wordt gesteund. De steeds dictatorialere premier Recep Tayyip Erdo?an trekt zich steeds minder aan van wat seculiere Turken van zijn bewind vinden. Dat hoeft ook niet, want de meerderheid heeft hem toch, tot driemaal toe, gekozen? Turkije is in ieder ander opzicht echter minder Westers geworden.
Tegenstanders van de Thaise premier Yingluck Shinawatra roepen bijna openlijk op tot een legercoup. Of het zover komt, is zeer de vraag. Shinawatra, de zus van de in 2006 verjaagde premier Thaksin, zal naar alle waarschijnlijkheid de verkiezingen later dit jaar winnen. Ze kan rekenen op de steun van het armere deel van de bevolking dat vooral in het noorden van Thailand leeft. De middeninkomens en stedelijke elite boycotten de verkiezingen. Ze maken geen kans, de meerderheid beslist.
Hetzelfde geldt voor de demonstranten in Oekraïne die toenadering tot Europa zoeken. Zij komen vooral uit de steden in het westelijk deel van het land dat ooit tot het Habsburgse Rijk behoorde. De meerderheid van de bevolking, die vooral in het oosten en in armoede leeft, steunt echter de president, Viktor Yanukovich, die protesten soms met harde hand laat neerslaan en sinds eind vorig jaar nauwer samenwerkt met het Rusland van Vladimir Poetin.
De tweestrijd in Oekraïne zal niet met nog een verkiezing worden beslecht. Als volgende keer de pro-Westerse oppositie wint, komt de conservatieve en pro-Russische aanhang van Yanukovich in opstand. De democratie heeft, net als in Egypte, Thailand en Turkije, eerder problemen veroorzaakt dan opgelost.
Waarom blijven Amerikanen en Europeanen dan toch hameren op het houden van verkiezingen? We zien toch zelf dat het niet altijd werkt? In de Verenigde Staten vechten de Democraten en Republikeinen elkaar de tent uit, ongeacht de verkiezingsuitslag. In Nederland is bijna niemand tevreden met wat de verkiezingen hebben opgeleverd.
Toch gaan we hier niet rellen wanneer de verkiezingsuitslag ons niet bevalt, omdat we weten dat, wie er ook aan de macht komt, bepaalde rechten en vrijheden zijn gewaarborgd. Geen regering die aan onze vrijheid van meningsuiting toont of het onmogelijk maakt op zondag naar de kerk te gaan. Die mentaliteit moet door andere volkeren worden overgenomen, willen ze vredig samen kunnen leven. Dat betekent niet dat iedereen altijd zijn of haar zin krijgt, maar het betekent dat we klagen, en geen Molotovcocktails over straat gooien, als dat het geval is.