Vorige week drukte de Amerikaanse krant USA Today een opiniestuk af van de radicale imam Anjem Choudary. De openingszinnen luidden: ’In tegenstelling tot wat velen denken, betekent islam niet vrede maar onderwerping aan de wetten van alleen Allah. Moslims geloven niet in het idee van vrijheid van meningsuiting aangezien hun taalgebruik en daden bepaald worden door goddelijke openbaring en niet door de verlangens van mensen.’ Is hij een valse moslim? Of zijn de moslims vals die verwijzen naar Koranvers 5:32? Wie dat vers citeert, doet dat meestal als volgt: ’Wie een persoon doodt, dan is het alsof hij de hele mensheid doodt; en als hij een leven redt, is dat alsof hij de hele mensheid heeft gered.’
Het is een citaat uit de Joodse Talmoed (Mishnah Sanhedrin 4:5) en onthult dus een van de bronnen van de Koran. Maar daar gaat het nu niet om.
Koranvers 5:32 is langer dan dit citaat. Dit is 5:32 in de oorspronkelijke vorm: ’Deswegen schreven Wij de kinderen Israëls voor, dat wie ook een mens doodt, behalve wegens het doden van anderen of het scheppen van wanorde in het land, het ware alsof hij het gehele mensdom had gedood, en voor hem, die iemand het leven schenkt, alsof hij aan het gehele mensdom het leven heeft geschonken.’
Vers 5:32 staat in de Koran in de context van het verhaal over Kaïn en Abel. Het is geen algemene oproep aan de mensheid om humaan te zijn, integendeel, het is een dreigement aan de Joden naar Allah te luisteren.
Met de volgende zin, die altijd wordt weggelaten, sluit 5:32 af: ’En voorzeker Onze boodschappers kwamen met duidelijke tekenen tot hen (Joden) en toch – werden daarna – velen hunner op aarde tot overtreders.’
Waarom waren de Joden overtreders? Omdat ze zich niet aan Mohammed wilden onderwerpen. Wat was hun lot?
Dat lot staat in het vers dat volgt op 32, namelijk 33. Let op de term ’wanorde in het land’: ’De vergelding van diegenen die oorlog tegen Allah en Zijn boodschappers voeren en ernaar streven wanorde in het land te scheppen, is slechts dat zij gedood of gekruisigd worden, of dat hun handen en hun voeten de ene rechts en de andere links, worden afgesneden, of dat zij het land worden uitgezet. Dat zal voor hen een schande in deze wereld zijn en in het Hiernamaals zullen zij een grote straf ontvangen.’
Kennen gematigde moslims het verhaal van de Joodse dichter Ka’b bin al-Ashraf? Zoon van een Arabische vader en Joodse moeder. Ka’b had gedichten tegen de Profeet geschreven en werd vermoord.
En kennen gematigde moslims Abu Afak, een andere dichter die in Mohammeds naam werd gedood? En Al Nadr ibn al-Harith, ook een vermoorde dichter die zich niet wilde onderwerpen? En Abu Rafi’ ibn Abi Al-Huqaiq, en het slavenmeisje Fartana, dat gedichten citeerde die Mohammed ridiculiseerden, en Al-Harith bin al-Talatil, een andere dichter die Mohammed bekritiseerde en dus dood moest? Ik kan zo nog een tijdje doorgaan want de lijst is lang, heel lang.
Mohammed was geen zachtzinnige dienaar Gods. Hij was een keiharde heerser die zuchtte naar aardse macht en aards genot. Wie zich niet aan hem onderwierp, werd gedood. En altijd hoorde hij ’s nachts de stem van een engel die hem in Allahs naam toevallig precies beloofde wat hij nodig had. In onze tijd heet dat ’self fulfilling prophecies’.
De Profeet is volgens moslims de meest perfecte mens ooit. Dat is een akelig concept, ’de meest volmaakte mens’. Moslims moeten de Profeet navolgen zoals de christenen Jezus moeten navolgen. Maar noem één dichter die ten tijde van Jezus’ leven op zijn directe of indirecte verzoek werd vermoord.
Het doden van dichters en satirici door moslims in onze tijd komt dus niet uit de lucht vallen. Het komt voor in de allereerste verhalen over de Profeet. Apologeten zeggen dat hij er redenen toe had omdat hij anders zelf vermoord werd, maar het laat zien dat geweldsuitoefening geen probleem was voor deze Profeet. Hij deed alles om zijn positie en zijn leer, die hem totale macht gaf over zijn volgelingen, te verspreiden. Het zwaard was daarbij een geliefd middel.
Met het zwaard werd de islam verspreid. Sommige onderzoekers stellen dat tussen de twaalfde en zestiende eeuw de islamitische onderwerping van het Indiase subcontinent met zijn hindoes, boeddhisten en polytheïsten de grootste bloedbaden in de menselijke geschiedenis waren. Er zijn onderzoekers die spreken van tachtig tot honderd miljoen mensen.
Imam Choudary zegt dat islam ’onderwerping’ betekent. Onderwerping aan een figuur die handelsposten liet overvallen, hele stammen liet uitroeien, vrouwen en kinderen als buit in bezit nam, tegenstanders en critici liet liquideren. De islam is geen religie van vrede, tenzij je bedoelt: de vrede zoals de islam die zich voorstelt volgens de wetten van de sharia.
Gelukkig zijn niet alle moslims strikte volgelingen van de Profeet. De meesten lezen selectief hun Koran, of ze lezen de Koran in het geheel niet. Ze geloven echt dat het ingekorte vers 5:32 de islam samenvat. Gelukkig maar.
De gebroeders Kouachi en Amedy Coulibaly volgden trouw de gewelddadige richtlijnen van hun Profeet en zijn exegeten en doodden de redactie van Charlie Hebdo en vier willekeurige Joden. Zij kennen hun islamitische klassieken.
Volgens gematigde moslims zijn de moslimterroristen, die in hun eigen werelden zovelen het leven kosten, geen echte moslims. Hoe noem je dan de profeet Mohammed? Is dan ook de Profeet, voor wie geweld een geoorloofd middel was om zijn leer te verspreiden, in de ogen van gematigde moslims geen echte moslim? Dat klinkt behoorlijk bespottelijk; toch is dit in een notendop het dilemma van de gematigde, humane moslims: hoe ga je om met het geweld dat vervat is in de diepste fundamenten van hun religie? Hoe kom je af van de moorden, de slavinnen, de verdeling van oorlogsbuit, de doodstraf voor afvalligen en lasteraars?
De Joden zijn erin geslaagd na de vernietiging van de Tweede Tempel een zachte variant van hun tempelcultus te ontwikkelen. Geen stenigingen meer van homo’s, overspeligen, godslasteraars, geen dierenoffers. De heilige teksten werden geabstraheerd en het brutale geweld, dat voor hedendaagse ogen het lezen van de eerste boeken van Mozes zo moeilijk maakt, werd gelimiteerd door het op unieke, Bijbelse incidenten te betrekken, en niet daarbuiten.
De crises van armoede, achterlijkheid en agressie bij moslims werden door de huidige Egyptische machthebber Abd Al-Fattah Al-Sisi in een opmerkelijke speech ter discussie gesteld. Dat deed hij op 28 december jl. op de Al Azhar Universiteit in Caïro, het hart van de soennitische Koranuitleg. Hij riep op tot hervorming van de islam. Hij zei: ’We moeten onze religie revolutioneren.’ Hij riep op tot religieuze discussies die pasten bij de moderne tijd. Hij zei dat door extremisme ’de islamitische gemeenschap wordt verscheurd en vernietigd’. Hij wil een moderne islam laten ontstaan. De wereld holt verder en de islamitische gemeenschappen, ondanks grote regionale verschillen, staan stil.
De Egyptische president ziet wat elke buitenstaander ziet: in de strook van ellende van Marokko tot Pakistan en Bangladesh heerst één gemeenschappelijk fenomeen, de islam. Op Israël na nergens vrije, open, moderne samenlevingen, nergens vrijheid van meningsuiting, nergens Charlie Hebdo’s, nergens Gay Parades (nou ja, één: Tel Aviv), nergens belangrijk wetenschappelijk onderzoek (behalve naar atoomwapens), nergens volle boekwinkels met Arabische vertalingen van de boeken van Houellebecq, Salman Rushdie, Ayaan Hirsi Ali, enzovoorts.
Er zijn grote culturele verschillen tussen een Berbermoslim en een Pakistaanse moslim. Wat hen verbindt, is de islam. Maar beiden kennen geen burgerlijke samenleving naar westers recept. Is dat westerse recept nodig? Ja. Vooruitgang qua kennis, welvaart en vrijheid is alleen mogelijk wanneer de straten seculier zijn en het hoofd vrij is van taboes en dwang. Al-Sisi roept om een religieuze revolutie. Laten we daaraan toevoegen: en een burgerlijke.
In USA Today schreef imam Choudary: ’Moslims beschouwen de eer van de profeet Mohammed belangrijker dan die van hun ouders of zichzelf. Die te verdedigen is voor hen een plicht. De strikte straf als je hieraan (de belediging van de eer van de Profeet) schuldig bent, is volgens de sharia de doodstraf uitgevoerd door een islamitische staat. Dit is zo aangezien de boodschapper Mohammed zei: ’Wie de Profeet beledigt, doodt hem’.’
Dat is dus wat de Profeet zei. Moderne moslims moeten daarvan maken: ’Als je hoort dat iemand de Profeet beledigt, haal je schouders op en loop door.’ Die stap moet de islam maken om een moderne religie te worden met individuen wier lot en eergevoel niet meer verbonden zijn met een gewelddadige leer. Buitenstaanders kunnen daarbij niet helpen. Het is de zware taak van mensen als Al-Sisi.