De vrijheidshaat van Opstelten

Geen categorie10 sep 2014, 12:45

Minister Opstelten is helemaal vóór de gedachtepolitie.

Afgelopen donderdag berichtte Nieuwsuur naar aanleiding van het jihaddebat in de Tweede Kamer dat minister Opstelten van Privacyhaat en Politiestaat Veiligheid en Justitie het voorstel van CDA-leider Sybrand Buma om de vrijheid van meningsuiting af te schaffen het verheerlijken van geweld en terreur strafbaar te stellen wel wilde overnemen, maar hij terecht werd teruggefloten door het PvdA-smaldeel in het kabinet onder leiding van Asscher. Tegen deze achtergrond is het obligate bewieroken van de vrijheid van meningsuiting door Opstelten in reactie op het voorstel van Buma niet alleen ongeloofwaardig maar ook potsierlijk. Met dit voorstel, waar Opstelten dus voor is maar niet voor durft uit te komen vanwege het staatsrechtelijke leerstuk der ministeriële verantwoordelijkheid, wordt de vrijheid van meningsuiting nog verder ingeperkt. Critici, zowel in de Kamer als daarbuiten, hebben geen ongelijk dat daarmee de vrees voor een gedachtenpolitie wel erg groot wordt. Maar is die gedachtenpolitie er nu ook niet al met haatzaaiende, beledigende, smadelijke en discriminerende meningsuitingen? Het Kamerdebat over de jihadaanpak voor de bühne, de kliklijn en de gedachtepolitie, was vooral een herhaling van het debat over het apologieverbod uit 2005.

Opstelten is helemaal vóór de gedachtepolitie. Ook over de huidige beperkingen van de vrijheid van meningsuiting is tot op de dag van vandaag nog geen kritisch woord gehoord van Opstelten. Opstelten is een typische afgezant van de neoconservatieve stroming die dominant is in de VVD. Voor deze stroming is de vrijheid van het individu zoals de vrijheid van meningsuiting, vrijheid van betoging en het recht op privacy ondergeschikt aan orde, gezag en de (schijn)veiligheid van het collectief. Reden voor Hans Goslinga in Trouw de liberale VVD-minister van Justitie Carel Polak uit de vorige eeuw aan te halen:

Wij mogen niet de orde en rust bij voorbaat stellen boven de vrijheid van het woord en de vrijheid van meningsuiting.

Op het gebied van orde en gezag is de VVD ook geen voorstander meer van een kleine overheid met beperkte bevoegdheden. Niks is de VVD te dol voor de vervolmaking van de neoconservatieve veiligheids- en controlestaat. Zo stelde VVD-kamerlid Dijkhoff doodleuk voor om ISIS-demonstranten te behandelen als terroristen. Dijkhoff is warm voorstander van alle bestaande beperkingen van de vrijheid van meningsuiting, want dan kunnen walgelijke uitingen van onwelgevallige demonstranten tenminste worden aangepakt, maar de VVD is niet voor een gedachtenpolitie. Nee, echt niet!

De dagen van het liberale pleidooi van Mark Rutte als opposititieleider om de vrijheid van meningsuiting te maximeren en de wettelijke beperkingen terug te brengen tot het noodzakelijke - oproepen tot geweld was de enige denkbare beperking van de vrijheid van meningsuiting - en de oprichting van de vrijdenkersruimte in 2008 liggen ver achter ons. Nu kunnen er volgens Rutte niet genoeg beperkingen worden gesteld aan de vrijheid van meningsuiting. Jeroen Lamers hekelde onlangs op Sargasso terecht het selectieve beroep op de vrijheid van meningsuiting:

Niet de vrijheid van meningsuiting is heilig, maar de inhoud van de ene boodschap wel en die van de andere niet.

Zihni Özdil is één van de weinige publicisten die consistent voor de vrijheid van meningsuiting heeft gepleit en niet de vrijheid van de eigen mening bepleit zoals veel zelfbenoemde helden van het vrije woord.

Dat Opstelten weinig op heeft met de vrijheid van meningsuiting, is ook gebleken uit het ongrondwettige vlaggencensuur bij de anti-Israëldemonstraties, waartoe Opstelten het Openbaar Ministerie opdracht heeft gegeven. Het strafbaar stellen van ISIS- en Hamas-vlaggen staat gelijk aan het strafbaar stellen van het verheerlijken van terreur. Hiermee heeft Opstelten uitvoering gegeven aan het voorstel van Buma. Aanvankelijk had het OM grote aarzelingen bij een strafrechtelijke aanpak van 'foute' vlaggen vanwege de vrijheid van meningsuiting, maar na de interventie van Opstelten was de vrijheid van meningsuiting geen beletsel voor het censuurdecreet. Vlaggen van ISIS en Hamas zijn opeens strafbaar omdat dit vlaggen zijn van terroristische organisaties, waardoor er per definities sprake zou zijn van haatzaaien en groepsbelediging.

Dit is grote kul, omdat de PKK ook op de lijst van terroristische organisaties staat, maar vlaggen van de PKK en Öcalan werden op 13 augustus tijdens een demonstratie gewoon toegestaan. Niks aanzetten tot haat en geweld. Opmerkelijk dat geen enkele Kamerfractie hier kritische vragen over heeft gesteld terwijl over het voorstel van Buma zoveel retorische krachttermen werden gebruikt om de inbreuk op de vrijheid van meningsuiting mee uit te drukken. Maar over werkelijke beperkingen van de vrijheid van meningsuiting, de vlaggencensuur bij demonstraties, hoor je geen enkele fractie. Zo principieel is men dus niet, ook niet de zelfbenoemde kampioenen van het vrije woord.

Terug naar de gedachtepolitie van Opstelten. Opstelten verdedigde het strafrechtelijk onderzoek tegen de vermeende bedreiging van burgemeester Van Aartsen van Den Haag door de feauteaufuck van GeenStijl met een keiharde veroordeling. Opstelten vond de cartoon over zijn partijgenoot 'walgelijk'. Wat is dat toch met gezagsdragers van de staat dat ze een moreel oordeel menen te moeten vellen over een provocerende fototrucage? De staat als recensent? Als de vrijheid van meningsuiting meer was geweest dan een holle kretologie, maar ook echt enige betekenis had gehad, dan had Opstelten geen commentaar gegeven op het onderzoek tegen Geenstijl. Nee, in plaats daarvan moest hij weer de fatsoensrakker uithangen en een moreel oordeel geven. Het past een vertegenwoordiger van de staat, die beschikt over dwangmiddelen om strafbare uitingen te vervolgen, niet om cartoonrecensies te geven. Het is hier geen kalifaat!

De privacyhaat van Opstelten, geen nieuw verschijnsel, bleek uit zijn voorstel om de reisgegevens van iedereen, ook indien je nergens van verdacht wordt, vast te leggen als wondermiddel tegen jihadisme en radicalisering. We hebben immers toch niks te verbergen. Daaruit spreekt een chronisch wantrouwen van de overheid jegens het individu, wel een dingetje voor liberalen. Gelukkig gaat deze aanslag op de privacy zelfs een Kamermeerderheid te ver. Maar Opstelten komt vast met een andere privacyhatend voorstel. Geen wonder dat Opstelten vorig jaar de Big Brother Award won voor zijn toewijding aan de surveillancestaat vanwege zijn “harde inzet voor het afbreken van digitale rechten”. Lang leve de veiligheids- en controlestaat en de rechtse maakbaarheid van de veilige samenleving!

Dan is er nog dat andere neoconservatieve kroonjuweel van Opstelten, de rechtsstaathaat. Opstelten wil het Nederlanderschap van mogelijke jihadstrijders op basis van vermoedens en aannames kunnen afnemen zonder tussenkomst van een rechter. Volgens Opstelten is de rechtsgang maar een tijdrovende bezigheid en ook bewijsrechtelijk is het lastig, maar toch "gaat het om terroristen waarvan is vastgesteld dat ze terroristen zijn en dat ze die daad hebben gepleegd", zodat een rechtsgang niet nodig is. Je gelooft je oren niet als je deze autoritaire waanzin hoort van een minister van Justitie. Verbijsterend dat deze man met zulke opvattingen - rechtsstaat duurt te lang en bewijsrechtelijk te moeilijk - over de rechtsstaat nog minister is. Wat moet je nog doen als minister om een motie van wantrouwen aan je broek te krijgen?

Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten