Minister Donner stelt dat Nederlandse waarden 'niet inwisselbaar zijn voor welke samenleving dan ook'. Deze stelling zorgt op meerdere punten voor verwarring. Dit wordt uitgebuit door progressieven; zij laten immers zelden een kans onbenut om enige blijk van patriottisme met morele verontwaardiging te onthalen. Dit zegt echter niet dat de verwarring onterecht is. Immers, om welke waarden gaat het nu eigenlijk? En voor welke samenleving is dit niet inwisselbaar?
Wijlen professor Pim Fortuyn had hier in 1995 al een antwoord op. Westerse normen en waarden bracht hij samen onder de term 'moderniteit'. Zijn werk De Verweesde Samenleving bevat een uitgebreide, deels historische uiteenzetting over het ontstaan en inhoud van de moderniteit. In zijn werk 50 jaar Israel, hoe lang nog? (1998), stelt hij: 'De moderniteit is een opmerkelijk en historisch gevormd amalgaam van kernnormen en kernwaarden uit deze drie grote culturele bronnen, een amalgaam dat zijn eigen leven leidt en een eigen dynamiek kent.' Met deze drie grote bronnen verwijst Fortuyn naar het jodendom, het christendom en de Verlichting annex humanisme. Fortuyn schets een negental basiskenmerken van de moderniteit:
1- Op politiek, staatkundig en maatschappelijk niveau is een volledige scheiding aangebracht tussen Kerk en Staat.
2- Er is vrijheid van meningsuiting, die slechts wordt beperkt door uitdrukkelijk bij de wet gestelde grenzen.
3- Er is een markteconomie gebaseerd op eigen initiatief en vrij ondernemerschap. De staat reguleert deze vrijheid met het doel haar te behouden en zwakkere partijen de noodzakelijk bescherming te bieden tegen het 'natuurgeweld' van de vrije markt.
4- Er is een parlementaire democratie.
5- Er is scheiding van de uitvoerende macht, de wetgevende en controlerende macht en van de rechtsprekende macht.
6- Mannen en vrouwen zijn gelijkwaardig.
7- Individuele verantwoordelijkheid staat in de moderniteit centraal. Ieder mens is uiteindelijk aan te spreken op de verantwoordelijkheid van zijn eigen daden.
8- Een samenleving bestaat bij de gratie van samenwerkende en samenlevende individuen. Dat betekent dat het individualisme en de individuele vrijheid hun begrenzingen hebben daar waar zij de samenleving in haar voortbestaan bedreigen, dan wel dreigen te desintegreren.
9- De universele rechten van de mens en de internationale verdragen worden door de moderniteit gerespecteerd en nageleefd naar de letter en de geest. Daarenboven tracht de moderniteit de universele rechten van de mens in zoveel mogelijk landen gerespecteerd en nageleefd te krijgen.
Deze beknopte uiteenzetting biedt meer houvast dan de ietwat vage formulering in de nieuwe integratienota. Het zijn eigenlijk deze punten die volgens Donner als het fundament van de Nederlandse samenleving dienen en moeten blijven dienen. Het zijn dus de normen en waarden van een moderne Westerse maatschappij, die volgens de nota nationaal gekleurd worden door 'historisch of cultureel bepaalde herkenningspunten, zoals de Nederlandse taal, monumenten of bouwkundige kenmerken of de ongeschreven manieren en gedragscodes die zich in de loop van de geschiedenis hebben ontwikkeld en die naar gelang van de situatie op de voorgrond treden.'
Wat het inwisselen betreft is dit wellicht een meer toereikende formulering: de moderniteit is niet in te wisselen voor culturen die zich niet laten verenigen met de moderniteit.