De vlag kan uit bij 'progressief' Nederland: vanaf dit jaar hoeven transgenders niet meer op te draaien voor kosten die ze als gevolg van hun ommedraai maken. Minister Schippers en haar ministerie van Volksgezondheid hadden het al eerder laten doorschemeren, maar nu 2017 toch echt goed en wel begonnen is, hebben sommige omgebouwde zielepoten ongetwijfeld al gebruik gemaakt van hun nieuwe 'recht' op borsten.
Jawel, je zou denken dat die aanhangsels het exclusieve recht zouden zijn van vrouwen - je weet wel, individuen van de menselijke soort die met een bepaald geslacht geboren worden - en van enkele mannen die iets teveel van fastfood en dergelijke houden, net als dat andere aanhangsels weer van nature eigen zijn aan de man. Maar wie dacht dat het idee van de maakbare samenleving in de jaren '80 gesneuveld is, zit er helaas stevig naast: vooral de maakbare natuur beleeft haar hoogtijdagen in onze Lage Landen. Tot de grootste slachtoffers behoren onze artsen, die niet alleen steeds vaker hun eed van Hippocrates moeten schenden door mensen van het leven te beroven in plaats van het te redden, maar ook tijd moeten verspillen aan het uitvoeren van uitermate overbodige en zeker niet levensreddende operaties als geslachtsveranderingen, voor zover zoiets überhaupt al mogelijk is.
De Nederlandse overheid leeft in ieder geval wel in die waan, wat zich inmiddels uit in steeds krankzinnigere proporties. En daar is het
toevoegen van borstprotheses aan het basispakket van de zorgverzekering een uitstekend voorbeeld van. Twee groepen worden hier expliciet genoemd als baathebbenden: vrouwen die geen of nauwelijks borstgroei hebben - vooruit - en man-vrouw transgenders die 'vrouw' zijn geworden maar op miraculeuze wijze niet opeens ook borsten hebben gekregen. Beide groepen roepen meteen een heel belangrijke vraag op: waarom is het tegenwoordig zo lastig om tevreden te zijn met het lichaam waarmee we geboren zijn? Waarom hebben generaties en generaties voor ons wel kunnen leven met wie ze waren, maar lijken wij daar tegenwoordig niet meer toe in staat? En misschien net zo belangrijk: waarom moet de samenleving als geheel daarvoor financieel opdraaien?
Toch is het vooral de vraag of dit soort ongein ooit zal ophouden. Hebben we hier te maken met een liberale trend waarin we enkele tientallen jaren even de extremen opzoeken om te kijken hoe ernstig we de sociale component van onze maatschappij kunnen verzieken, of zijn dit dingen die zullen blijven? Ik zou graag zeggen dat het het eerste is, maar ik vrees dat het tweede dichterbij de waarheid zit. Juist doordat de maatschappij zo gebombardeerd wordt met dit soort liberale experimentjes wordt zij te vermoeid om zich er nog tegen te verweren, en viert 'laat ze lekker doen wat ze willen' hoogtij. We denken misschien dat dit soort dingen over zullen waaien, maar dat is alleen omdat ze geaccepteerd worden en het publieke debat erover stopt. Maar vrees niet: voor je het weet staat het volgende krankzinnige idee alweer voor de poort.