1. Home
  2. De heer Ayhan Tonca

De heer Ayhan Tonca

Geen categorie28 jun 2013, 12:44
Naar aanleiding van het gedoe op de IBN Ghaldounschool voor islamitisch voortgezet onderwijs in Rotterdam, ging de heer Ayhan Tonca, bestuursvoorzitter van deze school, een week geleden bij Knevel & Van den Brink in debat met PVV-Kamerlid Harm Beertema. Beertema lijkt mij een van de beste en meest deskundige leden van de PVV-fractie, met een rijke ervaring in het onderwijs, zijn portefeuille. Beertema maakte slechts één fout: hij knikte instemmend toen Tonca zei dat hij als PVV’er sowieso tegen moslims was. Nee, meneer Beertema, hoe vaak moeten Geert en Martin het nu nog zeggen: de PVV is niet tegen moslims maar tegen de islam.
Maar ik wil het hebben over de heer Tonca. Zijn optreden heeft mij tegelijk vertederd en geërgerd. Tegen het einde van zijn gedachtewisseling met Beertema zei Tonca dat er in een democratie verschillen mogen bestaan. Zelfs over een onderwerp als homoseksualiteit. Zolang die verschillen maar binnen de grenzen van de Grondwet en de Nederlandse wetten blijven. En meneer Beertema en zijn PVV moesten nu eindelijk eens accepteren dat ‘moslims en de islamitische identiteit een onderdeel van Nederland’ zijn.
Enerzijds begrijp ik dat een woordvoerder van een religieuze minderheid zoiets zegt in een politiek en maatschappelijk klimaat waarin steeds minder ruimte is voor levensbeschouwelijke diversiteit. Moderne tolerantie blijkt steeds vaker een bron van dwang. Dat was het vertederende. Maar anderzijds heeft het optreden van de heer Tonca zijn zaak weinig goed gedaan, denk ik.
Ergerniswekkend waren zijn pogingen om alle malversaties, en alle eerdere gevallen van wanbeleid en wangedrag op zijn school, tot aan de uiterste grenzen te relativeren of goed te praten. Eerst moest wat hem betreft de verwijtbaarheid maar eens worden vastgesteld.
Op zich is dat natuurlijk juist, maar het is een wel heel formele benadering van de problemen. Zoals ook zijn beroep op de Grondwet, en de ruimte die deze biedt aan diversiteit, strikt formeel was. De heer Tonca weet dat de rechten die daar staan opgesomd, niet onvoorwaardelijk zijn. Zij dienen binnen de kaders van de wet te worden uitgeoefend. En er bestaat zoiets als wederkerigheid: een dankbaar gebruik maken van de formele kaders die de Nederlandse rechtsstaat biedt, vraagt ook om een acceptatie van die rechtsstaat als zodanig, van het soort democratie dat de Nederlandse is.
De heer Tonca had er beter aan gedaan wanneer hij ruiterlijker was geweest, en zich niet had teruggetrokken in een Calimero-houding van: ‘ach, wij zijn moslims, en als zodanig altijd de zondebok, of we nu met examens frauderen of niet’. Is het overdreven te vermoeden dat de fraude op de Ibn Ghaldoun ook te maken heeft met vervreemding en frustratie, en met de gedachte: laten we de boel oplichten, ze zijn toch tegen ons, en zo komen we in ieder geval vooruit? Had het daarom niet beter geweest wanneer Tonca dat helder onder woorden had gebracht en vervolgens had gezegd hoe zijn school er alles aan doet – ondanks het isolement van een eigen school – om de acceptatie van de Nederlandse samenleving en wetten te bevorderen?
Waarom heeft de heer Tonca de kans niet aangegrepen om de liberale tegenstem te laten horen, en de eigen groep te durven kritiseren?
Een formeel recht blijft omstreden en daarmee een onrustig bezit zolang ‘de anderen’ reden hebben niet al te welwillend tegenover een minderheid te staan. Het nieuws over het salafisme in de Schilderswijk, over de aanslagen in Londen en Parijs, over Nederlandse jihadisten in Syrië (goedgekeurd door 75 procent van de Nederlandse moslims) doet die welwillendheid niet toenemen – zoals ook een verdediging tegen beter weten in van Ibn Ghaldoun aan die welwillendheid geen positieve bijdrage levert.
Van de heer Tonca mag iets meer mannelijkheid worden verwacht, en veel minder onvoorwaardelijke loyaliteit aan de eigen kudde gecombineerd met Calimero-gekerm.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten