Het beste dat je van de Dagelijkse Standaard kunt zeggen is dat er vuur in zit. Dat is tegelijk ook het slechtste. Ik ben een gematigd man en bovendien een scepticus. Dan weet je dat je op een zelfverklaard hard rechts blog een hoop dagelijkse onzin moet verdragen. Part of the game. Moeilijker wordt dat bij stelselmatige verdraaiingen en geschiedvervalsing. Wat hier geregeld over de EU (de 'EUSSR') wordt beweerd, tart elke beschrijving. Daar kun je je schouders over ophalen, in de zin van gekken heb je altijd. Dit is in Nederland de gebruikelijke (pragmatische) houding. Maar dat is ook een vorm van wegkijken. En wegkijken, daar houden we op de Dagelijkse Standaard niet van. Misschien dat ik me daarom liet verleiden tot een stuk over
de crisis in Portugal, waarin trias politica het bewijs meent te zien dat de (zoals hij dat noemt)
one-size-fits-all-euro niet werkt en niet kán werken. Dat had ik beter niet kunnen doen, want zulke discussies werken alleen tussen partijen die het over een aantal uitgangspunten eens zijn. Helaas nooit tussen partijen die het fundamenteel met elkaar oneens zijn. Het antwoord van trias, het stuk
Monetaire Economie voor beginners, getuigt daar weer van. Het staat vol sneren, waar ik verder best tegen kan, al geloof ik niet dat trias zijn overtuigingsarbeid daarmee dient. Hij wil mij en andere 'opiniemakers' van de MSM wel eens even duidelijk maken waar de denkfouten zitten. Het minste dat je dan moet doen is een behoorlijke weergave geven van de standpunten van de andere partij en dat doet trias niet.
Erger, hij dicht mij allerlei ('eurofiele') standpunten toe die ik niet heb en nooit heb gehad. Daarmee geeft hij te kennen niets begrepen te hebben van (de ontwikkeling van) mijn standpunt. Dat zou niet zo erg zijn als trias op deze site niet zo'n prominente rol zou spelen met zo'n klapgraag publiek. In welke hoedanigheid hij dat doet, weet ik niet. Hij schrijft zoals veel bloggers onder pseudoniem, presenteert zich als kenner van de monetaire economie, en meent vanuit dat denkraam iedereen de les te kunnen lezen. Vooral vanuit het perspectief dat ze ons daar in Brussel zitten te bedriegen met hun 'natte federale dromen' die slechts dwaalwegen zijn.
Over de Europese eenwording schrijf ik al een kleine vijfentwintig jaar en ik kan van trias - die graag op de 'onwetendheid' van historici (allemaal alpha's die niet rekenen kunnen) mag afgeven - niet verlangen dat hij daarvan op de hoogte is. Maar ik heb geregeld duidelijk gemaakt nooit een federalist te zijn geweest. Ik was eerder een euroscepticus van het eerste uur. Wie wil weten hoe dat zat, verwijs ik naar een artikel in
de Volkskrant waarin ik uitleg waarom ik euroscepticus was en waarom ik dat stadium voorbij ben. Dat is geen bekering (sceptisch ben ik nog steeds en sceptici kunnen moeilijk vol overgave een nieuw geloof gaan aanhangen), maar de uitkomst van de feitelijke ontwikkeling van Europa zoals ik die nu zie. In de jaren negentig was ik juist sceptisch over de euro en de bereidheid van Nederland om haast kritiekloos de gulden op te geven. Zie bijvoorbeeld dit artikel uit
de Volkskrant uit 1996. Ik kan mij niet herinneren dat er toen veel economen waren die zo dachten.
Eduard Bomhoff, kenner van de monetaire economie en later kortstondig minister voor de LPF (en daarna naar Azië vertrokken), behoorde als columnist in
NRC Handelsblad tot de grote voorstanders van de euro. De meeste eurosceptische argumenten die toen tegen de euro werden ingebracht (zij kwamen vooral uit de Engelstalige wereld, van auteurs als Martin Feldstein en Bernard Connolly), had ik ook, maar in Nederland moest je daarvoor niet bij economen zijn.
Wel ben ik de Europese eenwording altijd als een eerbiedwaardig ideaal blijven zien. Als pacificatie- en moderniseringsproject (modernisering is ook een vorm van culturele uniformering) was het tot de eurocrisis ook een doorslaand succes. Twijfels over de houdbaarheid van de euro zijn iets anders dan het denigrerend doen over het project, wat tegenwoordig in naam van de euroscepsis gebeurt. Geen enkele wetenschap kan in de toekomst kijken en op grond van geen enkele wetenschap kan gezegd worden dat de Europese eenwording ten dode is opgeschreven. Dat zijn politieke oordelen. In de jaren negentig was de euro nog toekomst, vanaf 2002 - toen de euro uit de geldautomaten kwam - niet meer. Mijn punt is sindsdien dat daarmee een nieuwe realiteit is geschapen, waarbij de economieën van de eurozone in verhoogd tempo met elkaar vervlochten zijn geraakt, een verwevenheid die sinds de eurocrisis en de bijbehorende noodmaatregelen verder is versterkt. Of we dat nu leuk vinden of niet: dat zijn feiten. Het zou best kunnen dat de EMU in de toekomst ploft, maar vooralsnog zien we de deelnemende landen zich extra aan elkaar vastklampen in de veronderstelling dat ze allemaal slechter af zijn als de euro zinkt. Ik heb weinig vertrouwen in een scenario waarbij de eurozone op gecontroleerde (geweldloze) manier wordt ontmanteld. De weg terug is door de ontwerpers van de euro (inderdaad doelbewust) afgesloten. Dat was precies waarom ik er in de jaren negentig zo op tegen was. Maar nu de euro er is, en de gulden weg, denk ik dat we ons verlies moeten nemen en is het terecht dat de Europese leiders alles op alles zetten om de euro drijvende te houden. Dat gebeurt op geïmproviseerde wijze, met vallen en opstaan. Dat is geen mantra (een ideologie), maar spoort met de feitelijke ontwikkeling van de laatste drie jaar (terwijl veel auteurs op de
Dagelijkse Standaard dagelijks de ondergang van de euro voorspellen).
Een van de redenen waarom ik sceptisch tegenover de euro stond, was dat een muntunie die uit de rails loopt een uitnodiging was voor nationalistische groeperingen die tegen Europa in opstand zouden komen. Op de
Dagelijkse Standaard kunnen we dagelijks lezen hoe boos die zijn. Ik heb geen enkele illusie (een gelovige ben ik niet) over wat er gebeurt wanneer de euro mocht instorten. Dat is koren op de molen van PVV-achtigen en andere verongelijkten, die dan overal sterker worden en mogelijk in enkele Europese kernlanden aan de macht komen. Een recept voor (burger)oorlog. Ik kan daar niet voor wegkijken. De euro is een keiharde realiteit geworden, veel harder dan ik tien jaar geleden had kunnen bevroeden. Een gulden middenweg is er niet meer.