In Nederland wordt het fiasco van de euro doodgezwegen of met mantra's bezworen. In Duitsland daarentegen rommelt het, maar dat zou weleens 'too little too late' kunnen zijn.
De Nederlandse
mainstream media en vooral de publieke omroep fungeren kritiekloos als doorgeefluik van de propaganda over de euro die door Brussel en Den Haag wordt uitgestort. Slechts heel af en toe slipt er weleens iets door de mazen van van het net, zoals die
memorabele uitzending van Andere Tijden meer dan een jaar geleden, waarin oud-minister Hans Hoogervorst mocht zeggen: "De euro is mislukt". Ook in de academische wereld lijkt kritiek op de euro en de aanpak van de schuldencrisis taboe. Economen die kritiek uiten zijn op de vingers van één hand te tellen. Vinden zij het allemaal zo geweldig of doen zij met het oog op hun carrière aan zelfcensuur?
Dat laatste zou je haast wel denken, want hun Duitse vakbroeders doen hun mond wel open, en een aantal van hen speelt zelfs een actieve rol in de nieuwe anti-europartij
Alternative für Deutschland die meedoet aan de verkiezingen in september en die een goede kans maakt om door te dringen tot de Bondsdag. En, anders dan in Nederland, gaan in Duitsland de media kritische berichten en debat over de euro bepaald niet uit de weg.
Hoe valt het verschil tussen beide landen te verklaren? Het heeft misschien iets te maken met de mate waarin eurokritische partijen in de volksvertegenwoordiging hun stem kunnen laten horen. In Nederland hebben we een eurokritisch blok van zo'n dertig procent van de zetels in de Tweede Kamer, verdeeld over een breed spectrum van politieke partijen.
Die partijen kunnen mooi stoom afblazen namens de gefrustreerde burgers die ongevraagd al die euro-ellende over zich heenkrijgen, om vervolgens wegens politieke irrelevantie dan wel niet salonfähig bevonden, verder te worden genegeerd. Genegeerd, niet alleen door het politieke establishment, maar ook door de slaafse mainstream media.
Eurokritische geluiden in de Bondsdag komen - afgezien van enkele individuele dwarsliggers uit andere partijen - alleen van Die Linke, de Duitse SP, met twaalf procent van de zetels. Deze partij heeft niet de potentie om als spreekbuis voor de meeste eurokritische kiezers te fungeren. Misschien daarom is er meer dan in Nederland debat in de pers en in academia.
Het opinieklimaat in Duitsland over de euro lijkt te kenteren. Maar zal het genoeg zijn? De onvoorstelbaar hoge kosten van al die reddingsoperaties en van de dubieuze praktijken van de ECB zijn zorgvuldig buiten beeld gehouden. De kiezer voelt wel dat er iets niet pluis is, maar merkt het nog niet in zijn portemonnee. Dat komt pas als het te laat is. De volgende Bondsregering zal daarom vrijwel zeker weer kunnen rekenen op een meerderheid voor voortzetting van de huidige europolitiek, terwijl juist de komende jaren de laatste kans bieden om de schade binnen de perken te houden.
Binnen de perken houden betekent een gecontroleerde monetaire boedelscheiding met de nagenoeg failliete Zuid-Europese eurolanden voordat de boel onhoudbaar wordt en vanzelf in elkaar stort. En of we het nou leuk vinden of niet: de beslissing hierover is eerst en vooral aan Duitsland als grootste betaalmeester van de eurozone. Maar de Duitsers kennende ben ik er niet gerust op dat zij eieren voor hun geld zullen kiezen. Zij hadden er in het verleden [Godwin] meer dan eens een handje van om zich liever dood te vechten voor een verloren zaak.