Na de vakantie is het altijd weer even wennen aan de thuissituatie. Dit jaar viel dat erg mee. In Nederland was de temperatuur ook dertig graden en de prijzen zijn er niet hoger dan in landen als Italië en Frankrijk, waar wij dan zijn geweest. Vrienden die in Duitsland hun vakantie doorbrachten, zijn jubelend over het prijspeil bij onze oosterburen. Ra, ra, hoe kan dat?
Vroeger ging je naar het zuiden van Europa omdat daar juist de goedkoopte heerste. Nog hoor je zeggen: Als je de goede adresjes maar weet te vinden. In dat typisch Italiaanse kwaliteitsrestaurant, propvol Italianen, waren we deze zomer de enige Nederlanders. De prijzen waren zeker niet laag en de kwaliteit viel ook nog tegen. Ondanks dat vrijwel alles in eigen huis was gemaakt, wat wij als sterkste verkoop argument zagen.
Eens was het andersom. Er was nog geen euro en dezelfde medicijnen kosten in West-Duitsland soms vijf keer zoveel als in een land als Portugal. Iedereen sprak er schande van en de parallelle importen namen een hoge vlucht: kopen in Portugal en transporteren naar de dure eurolanden. Nu zou dan omgekeerd moeten gebeuren, of is dat wellicht al op gang komen? Wie heeft zijn fraaie auto met weinig kilometers uit Duitsland geïmporteerd?
Het resultaat van die omkering is frappant. Juist de landen waar het economisch zo slecht gaat, en de werkloosheid boven de 25 procent van de beroepsbevolking ligt, zouden het druk moeten hebben door hun lagere lonen. Door hun toeristische zuigkracht zou het grote publiek zich dat steeds weer bewust moeten worden. Maar de vrijgezellen met lagere inkomens zitten in het vliegtuig naar Egypte of Thailand. De gezinnen met twee hardwerkende ouders schrikken van de campingprijzen in de zuidelijke landen.
Trekkend door landen als Italië en Frankrijk zie je wat vroeger zo charmant overkwam en nu opeens rauwe werkelijkheid lijkt. De wegen zijn in Italië nooit opnieuw geasfalteerd, maar worden voorzien van lapwerk op de plekken van de grootste kuilen. In sommige steden zagen we enorme fabriekscomplexen die al tientallen jaren een ruïne moeten zijn, omdat bomen van binnen uitsteken dwars door de ingestorte daken.
In een land als Frankrijk zie je in het centrale deel spookdorpen, waar meer dan de helft van de huizen er verlaten en verwaarloosd uitzien. De middenstand is door de Leclerc keten om zeep geholpen. En de jeugd vertikt het te blijven wonen in stille gehuchten, ver gelegen van opleidingsinstituten en uitgaansgelegenheden. De autobrandstofprijzen zijn te hoog geworden om daar nog wekelijks naar toe te rijden.
Terug in Nederland is het prettig te merken dat de prijzen bij ons zeker niet hoger zijn dan in zuidelijke landen van Europa. Maar als Duitsland zo´n stuk goedkoper is van onroerend goed tot dagelijkse eerste levensbehoeften, waarom geldt die idiote omkering dan niet voor ons land? De huizenprijzen zijn al een flink stuk gedaald. Dat klopt, maar in de supermarkt is het nog business as usual.
We zijn bij de invoering van de euro ons niet of nauwelijks gaan afvragen of onze gulden wel voldoende werd gewaardeerd, wat volgens André ten Dam de Nederlandse economie honderden miljarden euro´s verlies heeft opgeleverd. Nu het verenigde Duitsland ongevraagd en onvoorzien wel de voordelen geniet van de eenheidsmunt, blijven wij achter. We worden economisch op één lijn gezet met onze oosterburen, maar grijpen er weer naast en het zal na de vakantieperiode niet veel beter gaan, zeggen veel economen.