In het hoofd van menig Tweede Kamerlid is het elke dag dierendag.
Bij Pauw & Witteman gingen gisteravond een vertegenwoordiger van de Nederlandse Federatie van Edelpelsdierenhouders (NFE) en een SP-Tweede Kamerlid met elkaar in debat. De SP was in 2009, samen met de PvdA, initiator van een verbod op nertsfokkerijen in Nederland. De Eerste Kamer moet het verbod nog goedkeuren. Als dit daadwerkelijk gebeurt dan zullen 170 bedrijven failliet gaan. Het zou, volgens de NFE, voor het eerst zijn dat in Nederland een volledige agrarische sector op ethische gronden wordt verboden.
Het was vermakelijke televisie, voor een groot deel als gevolg van de onbeholpenheid van het Kamerlid Henk van Gerven. De SP'er kwam uiteindelijk niet veel verder dan enkele drogargumenten, zoals een beroep op de meerderheid van de Nederlandse bevolking - 80% - die voor een verbod zou zijn. Dat een meerderheid iets wil verbieden kan echter in een democratie, waar ook de rechten van minderheden verdedigd worden, nooit op zichzelf een argument zijn.
De vraag waarom dieren wel voor hun vlees, maar niet voor hun huid gehouden mogen worden bleef eveneens onbeantwoord. Een andere gast aan tafel vond er een oplossing op: zet gebakken nerts op de kaart. De NFE-vertegenwoordiger meende dat het een dier om het even zal zijn of het geslacht wordt om opgegeten te worden of om een tweede leven als bontjas te krijgen.
Ook dit is echter geen sterk argument. Het is op zichzelf om het even wat het dier wil of voelt. Helene Guldberg, schrijfster van Just Another Ape?, betoogt dat het menselijk belang altijd boven het dierenbelang gesteld moet worden. Dierenleed is dan alleen relevant wanneer het menselijk leed veroorzaakt. Guldberg onderscheidt dierenleed om het dierenleed en dierenleed om een ander doel: het eerste is niet moreel onjuist vanwege het dierenleed an sich, maar vanwege het effect op andere mensen; genot ontlenen aan dierenleed wordt door mensen als inhumaan en onbeschaafd beschouwd.
Het tweede, dierenleed om een ander - menselijk - doel, is echter niet moreel onjuist. Guldberg geeft het voorbeeld van dierenproeven: deze leveren mensen nieuwe kennis op, die weer gebruikt kan worden om andere mensen te helpen. Hetzelfde geldt voor het fokken van nertsen: dit gebeurt niet om nertsen leed toe te brengen, maar om aan een menselijke behoefte te voldoen. Tegenstanders van bont kunnen bovendien hun afkeer al laten blijken door geen bont te kopen. Of door met bontkopers de discussie aan te gaan. Weer eens wat anders van een verbod - of, ook niet ongewoon, terreur.