Eén keer per jaar verandert Paradiso van een zompig pophol in een zompige boekentempel. De tweede zondag van december is traditioneel bedoeld voor De Beurs voor Kleine Uitgevers, onder de bezielende leiding van Jan Dietvoorst.
Vele boekenliefhebbers struinen tijdens deze beurs langs de tafeltjes, waar allerlei marginaal en minder marginaal snoepgoed, van in lood gezette druksels in een oplage van 23 genummerde exemplaren tot gewone handelsedities, ligt uitgestald.
Billenkoek
In vroeger jaren was er nog wel eens iets te doen om een roofdruk, van het werk van Gerard Reve of W.F. Hermans, maar die markt lijkt de laatste jaren een beetje tot rust te zijn gekomen. Op de Beurs geen roofdrukken meer. Wat wel nog steeds een belangrijk onderdeel is van de feestvreugde: de bibliofiele drukkers. Voorbeelden: de Ergopers en De Hof van Jan (van Nop Maas).
Laatstgenoemde uitgever bracht een mooi werk van Perkin Walker ter beurs. Walker, een vriend van Gerard Reve, schreef ooit Cautionary Tale for Boys, een leerdicht gewijd aan de edele kunst van het spanken (het geven van billenkoek), dat is vertaald als Misdaad & Straf. Een uniek werk dat in geen Revebibliotheek (of BDSM-bibliotheek) mag ontbreken.
Zelfkazers
Daarnaast zijn er nog steeds heel wat zelfkazers, die hun eigen druksels en vouwsels aan de man proberen te brengen, maar deze groep lijkt de laatste jaren het onderspit te delven. Je ziet nog wel eens iemand zitten met een stapeltje gedichtenboekjes, maar het is niet meer die tsunami van goedbedoelde onzin die in vroeger tijden op je af kwam. Ik herinner me bijvoorbeeld nog hoe een van deze margedrukkers (die we hier niet gaan noemen, omdat het Diederick van Kleef was) halverwege de beurs begon te gillen en te schreeuwen, dit alles onder de noemer een voordracht houden.
Ook Simon Vinkenoog, die de Beurs traditioneel afsloot, ontbreekt al enige jaren. Dit zal voornamelijk te wijten zijn aan zijn sterven, nu alweer vier jaar geleden. Een vervanger voor hem, maar ook voor spreekstalmeester Anton de Goede, die zijn spreekstallier ook al enige tijd geleden aan de wilgen hing, is nog steeds niet gevonden. Dat vind ik jammer. Er moet af en toe iemand zijn die iets zegt, die op bijzonder uitgaven wijst, die het volk luid en duidelijk toespreekt.
Heeresma
Anton de Goede was wel betrokken bij een van de bijzondere uitgaven die gistermiddag werden gepresenteerd: Kaddisj voor een buurt, een boek van Heere Heeresma en van De Goede samen; het bevat brieven die de heren elkaar schreven in aanloop naar een viertal radioprogrammas die zij samen maakten, en de bewerkte transcriptie ván die uitzendingen. Dit alles werd liefdevol tot boek omgevormd door Nico Keuning van Uitgeverij Reservaat. De titel Kaddisj voor een buurt heeft de afgelopen decennia bijna een mythologische bijklank gekregen. Heeresma beweerde sinds het eind van de jaren vijftig al dat dát zijn grote meesterwerk zou worden, gewijd aan de buurt waar hij zijn jeugd net voor en tijdens de oorlog doorbracht: Amsterdam-Zuid.
Het boek is er deels gekomen, onder de titels Een jongen uit Plan Zuid 38-43 en Een jongen uit Plan Zuid 43-46, maar het grote werk bleef uit. De Goede heeft de titel nu in het oeuvre van Heeresma geplant, maar Heere Heeresma jr., die het eerste exemplaar in ontvangst nam, sprak over een manuscript dat nog in een kluis in Parijs op publicatie ligt te wachten. De mythe wordt nog even in de familie gehouden.
Inktslaafprijs
In aanloop naar de beurs bedacht Guus Bauer (schrijver, uitgever, interviewer, inktslaaf) de Grote Inktslaaf Literatuurprijs, voor ten onrechte niet-opgemerkte boeken. De truc werkte, want afgelopen vrijdag stond er in NRC Handelsblad een paginagrote recensie van de vier genomineerde boeken (van Peter Drehmanns, Lammert Voos, Bart Stouten en Victor Meijer) en ook de Standaard en de Volkskrant zullen er nog aandacht aan besteden.
Welbeschouwd is dát de prijs, voor de auteurs. Aandacht in een grote krant, en een grotere kans op meer verkoop. Dat Bart Stouten de prijs terecht won, is mooi meegenomen voor hem, maar als geheel vind ik de prijs vooral precies dát uitstralen, wat de Beurs in deze donkere tijden onmisbaar maakt voor het betere boek. Het gaat om goede, mooie, bijzondere, interessante boeken, die aan een geïnteresseerd publiek op een aantrekkelijke manier moeten worden gepresenteerd. In Paradiso, dus, op een zondagmiddag in december.
Performance
Een mooi moment beleefde menig lezer aan de stand van Uitgeverij Leesmagazijn, een initiatief van Menno Grootveld en een uitgever die Naamloos Wil Blijven. Zij zaten achter hun vier uitgaves (waaronder het zeer bijzondere Deutschboden van Moritz von Uslar en Het witte boek van Rafael Horzon). De heren verkochten niet alleen boeken, ze schonken ook bekertjes wodka. Mooi meegenomen en je krijgt er geen kegel van. "Wij zien dit als een performance", zeiden ze. En dat lijkt me geen slechte houding, in de literatuur zoals die er nu voorstaat.