Stukje onderklasse cultuur dreigt steeds normaler te worden.
De Nederlandse samenleving verhuftert al jaren. Het is het wrange gevolg van de paradoxale samenloop van enerzijds een tot op het bot toe doorvoeld egalitarisme en anderzijds ouders die hun kinderen als prinsjes en prinsesjes opvoeden. Eenmaal losgelaten in de echte wereld gaat het dan mis. Wie is immers de ander om mij de maat te nemen.
In het kielzog van deze paradox begeeft zich bovendien een alsmaar terrein winnende onderklasse cultuur. Sociaal-economische en sociaal-culturele klasse vallen tegenwoordig steeds minder samen. Kleedde men zich bijvoorbeeld tot voor kort nog enigszins net wanneer er een avondje werd uitgegaan, tegenwoordig is het al heel wat als bij een bezoek aan een restaurant de campingsmoking in de kast wordt gelaten.
Een van de meest in het oog springende exponenten van die alsmaar oprukkende onderklasse cultuur is ongetwijfeld de tatoeage. Waar deze vorm van zelfverminking tot voor kort exclusief voorbehouden was aan de onderkant van de samenleving, lijkt dat tegenwoordig steeds minder het geval.
Het is iets dat ook nrc-next-columniste Rosanne Hertzberger opviel:
Nu hoeven sociologen niet meer naar groezelige café´s in achterbuurten om de getatoeëerde medemens te onderzoeken. Ze kunnen de vragenlijsten gewoon onder hun studenten uitdelen. In de leeftijdsgroep tussen 18 en 29 jaar heeft 31% van de Nederlanders een tatoeage. Het merendeel daarvan is nog steeds laagopgeleid, maar het hoogopgeleide aandeel groeit aanzienlijk. Steeds meer mensen die wél een toekomst hebben laten zich verminken in de tattoo-shop.
Helder zet zij daarna uiteen wat er zo wanstaltig is aan alleen al de idee van een tatoeage: 'Body art is een kunstvorm zoals zelfmoord een keuze is, het is een expressie die elke andere expressie onmogelijk maakt.' Het zegt ook wat over de getatoeëerde als persoon, namelijk 'dat iemand tot zeer discutabele maar onomkeerbare besluiten in staat is.'
Waar komt die drang naar de tatoeage dan toch vandaan? Hertzberger ziet het 'als het tragische gevolg van een verregaande vorm van individualisme'. Voor de overgeïndivualiseerden is het lastig te verkroppen dat 'uitgekleed en afgeschminkt' hun lichaam 'er bijna net zo uit ziet als al die lichamen van al die andere mensen.' Net als bij tassen, schoenen et cetera wordt er dan besloten tot custimization, want pas dan kan het lichaam 'dienen als een waardig onderkomen voor jouw unieke zelf.'
Maar wat dan als je op latere leeftijd van die tatoeage af wil? Natuurljk kun je door middel van laseren 'm laten verwijderen, maar dat komt er in feite op neer dat je vrijwillig een derde graads brandwond laat veroorzaken om maar van dat vervelende plakplaatje af te komen. Velen zullen dat dan ook niet doen, waardoor de tatoeage triestig op de alsmaar aftakelende huid blijft zitten. Hertzberg beschrijft deze tragiek op mooie wijze: 'Ik denk dat oude tatoeages die je niet meer wilt, voelen alsof je je levenlang moet wonen in je puberkamer met Kill Bill posters aan de muur en een lavalamp.'
Wat jammer is, is dat Hertzberg in haar - voor de rest uitstekende - stuk de relatie tussen tatoeages en de oprukkende onderklasse cultuur slechts lichtjes aanstipt. Wie dat wel wat uitgebreider heeft behandeld, is de Britse essayist Theodore Dalrymple. In een al
wat ouder stuk (juni 2000) schrijft hij:
It is also no accident that some members of the middle classes should have adopted a typically proletarian form of bodily adornment as a badge not only of independence, but also of liberal virtue. A tattoo establishes them as tolerant, open-minded, and sympathetic towards those below them in the social scale: the highest virtues of which they can conceive. The tattoo thus appeals to the kind of modern bourgeois who believes that foulness of language is a token of purity of heart, or at least of sincerity. The tattoo, like the constant resort to the swearword, is an attack on bourgeois propriety, and as such a demonstration of largeness of heart and generosity of spirit.
De tatoeage is het toonbeeld van een onderklasse cultuur waarin onmiddellijke behoeftebevrediging centraal staat en iedere vorm van verantwoordelijkheidsgevoel ontbreekt. Het taboe erop moet dan ook terug, opdat de tatoeage terugkeert naar waar 'ie hoort: de onderklasse.