Inmiddels is duidelijk geworden dat toen Buitenhof-presentator Natalie Righton Thierry Baudet citeerde met het “blanke Europese ras” het geen echt citaat was maar een parafrasering. Dat wil zeggen: de presentator, of de redactie van Buitenhof, gaf niet de letterlijke bewoordingen van Baudet door, maar men vertelde met eigen bewoordingen na wat naar hun smaak de strekking van zijn bewoordingen was. Vriend en vijand kunnen het erover eens zijn dat zoiets wel heel slecht spoort met de journalistieke ethiek die het programma voorgeeft hoog in het vaandel te hebben.
Door alle commotie over het onfatsoenlijk citeren is een andere kwestie in de commentaren die ik heb gelezen buiten beschouwing gebleven. Die kwestie is: waarom zat Henk Otten daar eigenlijk? Buitenhof nodigt naar eigen zeggen Henk Otten uit om toelichting te geven op zijn standpunt over CETA. Het CETA-verdrag is omstreden. Het kabinet heeft dit verdrag met een krappe meerderheid door de Tweede Kamer gekregen en vreest nu moeilijkheden in de Eerste Kamer. Otten wordt opgevoerd als iemand die een sleutelfiguur zou zijn om het kabinet aan een meerderheid te helpen. En wat wil hij daar voor terug hebben, is dan de standaardvraag aan Otten?
Maar die voorstelling van zaken is misleiding. De Groep Otten zit met 2 zetels in de Eerste Kamer en met 0 zetels in de Tweede Kamer. Het kabinet komt 6 zetels tekort in de Eerste Kamer voor een meerderheid. Die 6 zetels kan men vergaren bij 50Plus (2), bij SGP (2), OSF (1), en inderdaad ook bij de Groep Otten (2). Met steun van de Groep Otten alleen heeft het kabinet nog maar 2 van de 6 zetels binnen. Toch doet Buitenhof het voorkomen alsof Otten een sleutelrol vervult.
Deze misleidende voorstelling van zaken wordt alleen maar des te groter wanneer men bedenkt dat Otten helemaal niet in de positie verkeert om te “onderhandelen” met het kabinet, want hij kan helemaal niets “terugkrijgen” van het kabinet. Hij is immers niet vertegenwoordigd in de Tweede Kamer. Het enige wat Otten terug kan krijgen, is aandacht in de media. En die aandacht zou bij het televisiekijkend publiek de indruk moeten vestigen dat zijn partij een politieke macht vertegenwoordigt. Dat is niet zo. Hij zit met 0 zetels in de Tweede Kamer en met 0 zetels in de peilingen. Zijn partij heeft nauwelijks tot geen leden en geen andere partijleider (die nog gezocht zou worden; liefst een vrouw) dan Otten zelf. Wat heeft Buitenhof dan voor reden om hem uit te nodigen? Waarom verbreidt Buitenhof de mythe van een politieke sleutelrol voor Otten?
En daar komen we bij des Pudels Kern. Het kan bijna niet anders dan dat Buitenhof Otten heeft uitgenodigd in zijn rol als aanblazer van de racismemythe. Hij zat daar helemaal niet voor CETA, maar om te bevestigen dat, alle ontkenning ten spijt, Baudet het blanke Europese ras niet vermengd wil zien met Afrikaanse migranten. Hij zat daar om akkoord te gaan met de aantijgingen die Asscher, Omtzigt en Jetten al hadden geventileerd tijdens een debat in de Tweede Kamer op 18 februari j.l. Hij zat daar om de parafrasering (geen citaat) van Buitenhof goed te keuren. Elk ander fatsoenlijk mens zou na de vraag van Righton hebben gezegd: “Ho, ho, wacht eens even, niemand heeft het gehad over een blank Europees ras.” Maar als dat was gebeurd, dan had Buitenhof met de mond vol tanden gestaan. Dus zocht men naar iemand die, hoewel geen letterlijk citaat, dat wel uit het debat op 18 februari wilde concluderen. En dat was dus de rol van Otten. Het CETA-gebabbel was maar ruis. Otten moest weer de bekende Brutus-rol gaan spelen.
En dat zal ook zijn rol zijn tot aan de verkiezingen van 2021, als het aan de media ligt. Zijn partij vertegenwoordigt immers geen machtsfactor in het politieke spel. Een reden om hem uit te nodigen is er niet met 2 zetels in de Eerste Kamer en 0 zetels in de Tweede Kamer. Hij wordt dan ook niet uitgenodigd voor de onderwerpen waarvoor het praatprogramma ons wil doen geloven dat hij wordt uitgenodigd, maar voor de en passant geformuleerde aanvallen op “racisme” van zijn oude politieke kompaan. Heel tragisch, maar dat is de rol die voor Otten is weggelegd bij publieke optredens. Niet in de laatste plaats tragisch voor Otten zelf. Dit toneelstukje zullen de praatprogramma’s blijven opvoeren met Otten, net zolang tot het televisiekijkend volk doorheeft welk spel hier gespeeld wordt. En dan valt het doek.