De organisatorische leiding ligt bij de partijvoorzitter, in opdracht van en namens de leden. Dit betekent dat de partijvoorzitter of het bestuur niet een eigen mening hebben over politiek en vertegenwoordiging, maar dat zij spreken namens de leden. Het bestuur moet ervoor zorgen dat de leden kunnen doen waarvoor zij lid zijn geworden: op een door hun gewilde manier actief zijn in de politiek. Het bestuur zelf doet niet aan politiek. Net zoals het bestuur van een voetbalvereniging er voor zorgt dat de leden kunnen voetballen, maar dat zelf als bestuur niet doet!
En hoe gaan wij dan voetballen? Het streefmodel voor de toekomstige partijorganisatie is netwerkorganisatie. Een moderne netwerkorganisatie bestaat uit kernen die nevengeschikt aan elkaar zijn en met elkaar verbonden zonder gebruik van kracht of dwang: De gezamenlijke organisatie is aanwezig omdat dit vanuit de verschillende kernen wordt gewenst. Dit veronderstelt een grote kleefkracht tussen de verschillende kernen. In een netwerkorganisatie is niet op voorhand duidelijk op welke manier de in- en uitsluiting is geregeld (wie behoort tot het netwerk en waarom en wie niet en waarom niet?). Een netwerk wordt ook gekenmerkt door het voortdurend zoeken naar draagvlak en legitimiteit. Immers een kern is of wordt levensvatbaar in het netwerk als de andere kernen de rol van die kern erkennen. Een van de belangrijkste opgaven voor de toekomstige partijorganisatie is het faciliteren van het netwerk. Dit is een geheel andere filosofie dan de quasi-hiërarchie waarop de huidige partijorganisatie is gestoeld.
Het bestaan van politieke partijen is gericht op het verkrijgen van politieke en bestuurlijke macht om daarmee de idealen te kunnen verwezenlijken. Hierbij past een netwerkstructuur waarbij de idealen de kleefkracht van het netwerk vormen. De kleefkracht wordt verder versterkt door een gezond evenwicht tussen kracht en tegenkracht. Immers een netwerk wordt uit elkaar getrokken wanneer er sprake is van een langdurige dominantie vanuit een of een beperkt aantal kernen [bold door DDS]. Iedere kern heeft een taak en een verantwoordelijkheid die wordt erkend en gerespecteerd door de andere kernen. Hoewel het CDA zou moeten functioneren als netwerkpartij met idealen, waarbij de gekozenen/de politici verantwoording afleggen aan de leden/de vrijwilligers, functioneert het CDA als een traditionele, hiërarchisch georganiseerde organisatie.
In dit traject vormt one men one vote de basis van het systeem. Ieder lid dat voldoet aan de (door de leden vastgestelde) eisen, wordt in de gelegenheid gesteld om te stemmen. De adviescommissie beoordeelt de kandidaten op (door de leden vastgestelde) criteria. De leden bepalen vervolgens direct de samenstelling van de advieslijst. Het traject kan ook bestaan uit een tussenstap met een advieslijst die opgesteld wordt door de adviescommissie namens de leden, niet door het bestuur. In tegenstelling tot de huidige praktijken heeft het bestuur zelf dus geen mening, de advieslijst wordt niet besproken in het bestuur.